Hendrik Vuye & Veerle Wouters
‘Laat de Vlaamse strategie niet bepalen door de spindoctors van de partijen’
Is een grote staatshervorming nu verderaf of dichterbij dan ooit? V-Kamerleden Veerle Wouters en Hendrik Vuye waarschuwen voor ‘de slangenkuil van de spindoctors’ van de verschillende partijen. ‘De Vlaamse partijen moeten een gezamenlijk miniprogramma ontwikkelen of ze zijn gedoemd tot mislukken’.
Wij geloven al lang niet meer in de strategie om de PS uit te roken en zo een staatshervorming te forceren. Hoe de Waalse verkiezingen zullen uitdraaien in 2019 is onvoorspelbaar. Indien de huidige peilingen politieke werkelijkheid worden, dan komen er Franstalige regeringen rond de as PS/MR. De PS verliest heel zwaar, maar handhaaft zich als politieke macht en blijft de derde grootste Franstalige partij. Het staat in de sterren geschreven dat PS en MR dan samen naar de federale regering trekken. Exit het rechtse federale beleid dat de PS moet uitroken.
Maar ook als de machtspositie van de PS toch wankelt, is de uitrookstrategie ten dode opgeschreven. Ze veronderstelt namelijk dat de PS een machtsblok blijft. Dat de PS in de oppositie wordt gedrongen in Wallonië, impliceert dat partijen als CDH, MR, Ecolo en Défi (FDF) in de meerderheid zitten. Belgischer dan deze partijen is moeilijk denkbaar. Exit het confederalisme.
Het Oostblok van het Zuiden
Laat de Vlaamse strategie niet bepalen door de spindoctors van de partijen
Daarom wordt de uitrookstrategie nu bijgestuurd en herschreven op het lijf van de extreemlinkse PTB. Men doet aan bangmakerij: de ‘communisten’ komen aan de macht in Wallonië. Ze gaan front vormen met de PS en Wallonië regeren. Het klinkt alsof het Oostblok ten zuiden van Vlaanderen op komst is. De spindoctors zijn weer eens vindingrijk geweest.
Wij geloven dat de toekomst er anders uitziet. Vandaag zijn PS en N-VA spilpartijen. Dit zijn partijen zonder dewelke er moeilijk leefbare coalities worden gevormd. Zij zijn dan ook bereid om water bij de wijn te doen om politieke macht uit te oefenen. De PS is een machtspartij die bereid is een deel van haar programma af te zweren om deel te nemen aan de macht, net zoals N-VA dat doet door een communautaire standstill te aanvaarden.
De PTB doet zich graag voor als een politieke maagd met zuivere principes. Hoe ideologisch verschillend ook, op dit punt zijn PTB en Vlaams Belang partijen van hetzelfde type. Zij zijn niet uit op politieke machtsverwerving. Het zijn zweeppartijen die op die manier de politiek beïnvloeden. Stellen dat de PTB Wallonië gaat regeren is bijna even ongeloofwaardig als voorhouden dat Filip Dewinter de volgende minister-president van Vlaanderen wordt. Politieke machtsdeelname is enkel denkbaar indien beide partijen radicaal vervellen.
PTB geeft zelf aan dat ze niet aan de macht wil komen. Wanneer men aan PTB-boegbeeld Raoul Hedebouw vraagt of zijn partij ooit gaat regeren, antwoordt hij: ‘Le PTB ne sera pas au pouvoir avant 15 ans’.
Wallonië afschilderen als het nieuwe Oostblok is een creatie van de spindoctors, een val waar de kiezer mogelijk zal intrappen. Maar een ding staat vast: zo komt er geen confederalisme, om de eenvoudige reden dat PTB Wallonië niet gaat regeren na 2019.
Communautaire agenda deemstert weg
Wat sommige partijen verstaan onder confederalisme is alvast weinig duidelijk
Wat sommige partijen verstaan onder confederalisme is alvast weinig duidelijk. Wat is dat ‘positief confederalisme’ van CD&V? Het is even onvindbaar in de Wetstraat als het vijfde evangelie. Maar ergens is een spindoctor fier op zijn vondst – het bekt toch zo goed, dat ‘positief confederalisme’.
Open VLD heeft het confederalisme afgezworen en gaat nu voor federalisme. Maar dan een federalisme zonder grendels, dus zonder bijzondere wetten, alarmbellen en belangenconflicten. Open VLD toetert hierover rustig verder, hoewel alle Franstalige partijen in koor non hebben gezegd. Dit soort spindoctorsfederalisme behoort tot het rijk der fabelen. Nooit zullen Franstaligen vrijwillig afstand doen van hun grendels. Maar wie weet, misschien loopt de kiezer in de val.
Ook het confederalisme van N-VA is aan het verwateren. Waar de congresteksten van 2014 kiezen voor een radicaal confederaal model, is dit niet langer het geval. Het valt niet op, maar de communicatie is verregaand bijgestuurd door de gele spindoctors. Plots hoeven defensie, veiligheid, financiën en buitenlandse zaken niet langer gesplitst.
Overigens, met dergelijke belangrijke Belgische bevoegdheden zullen de instellingen er echt niet eenvoudiger op worden. Er blijft een Belgische regering en een Belgisch parlement. Het kan gewoon niet anders. Alles blijft bij het oude. Exit confederalisme, introit het ‘unionistisch confederalisme’ dat een afdruk is van het ‘unionistisch federalisme’ dat wijlen Wilfried Martens (CD&V) altijd heeft verdedigd.
We zijn dus goed op weg naar een communautaire standstill van minstens tien jaar
Wanneer toppolitici in hun kaarten laten kijken, dan ziet men een ander verhaal. In Het Belang van Limburg verklaart eerste minister Charles Michel (MR) vorige week dat België over 25 jaar nog zal bestaan en dat niet het communautaire, maar wel het sociaal-economische centraal zal staan na de verkiezingen van 2019. Tenzij de kiezer anders beslist, voegt hij er wel aan toe. Exact hetzelfde als wat N-VA-voorzitter Bart De Wever verklaarde in L’Echo intussen 9 maanden geleden. We zijn dus goed op weg naar een communautaire standstill van minstens tien jaar.
De illusie van de communautaire standstill
En toch is een grote staatshervorming noodzakelijk. We kunnen de overheidsfinanciën niet saneren zonder grondig te snoeien in de wildgroei aan Belgische instellingen. Net hier kunnen besparingen worden gerealiseerd die de burgers niet voelen.
Zonder staatshervorming moet men federaal besparen in de sociale zekerheid. Dat klink abstract, maar dat gaat concreet over zaken die de burgers voelen: pensioenen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, werkloosheid, ziekenhuisfacturen, dokters- en tandartskosten, …
Ofwel moeten we de inkomsten verhogen, maar dat impliceert nieuwe belastingen.
We kunnen de overheidsfinanciën niet saneren zonder grondig te snoeien in de wildgroei aan Belgische instellingen
Hier blijkt de fictie van de communautaire standstill. Wanneer men in het luik besparingen de werkloosheid in de tijd beperkt, dan voelt Wallonië dit meer dan Vlaanderen. Verhoogt men de inkomsten, dat voelt Vlaanderen dit meer. Verhoogt de regering-Michel de roerende voorheffing tot 30 procent, dan treft deze maatregel voornamelijk de Vlamingen.
Een sociaal-economische regering is dus nooit communautair neutraal. Net daarom lukt het niet om orde op zaken te stellen. De sociaal-economische blokkeringen binnen de regering-Michel zijn in wezen communautaire blokkeringen. Ook daarom moeten we communautair zaken op orde stellen.
Gezamenlijke strategie
Een grote staatshervorming is noodzakelijk, maar de Vlaamse partijen zijn hierop niet voorbereid. Hun strategie is onbestaande. Stappen in de staatshervorming kan men maar op twee manieren zetten. Of me onderhandelt met de Franstaligen, of het Vlaams Parlement roept de onafhankelijkheid uit en onderhandelt men nadien over de boedelscheiding. In beide hypothesen moet men, of men dat nu graag heeft of niet, onderhandelen met Franstalig België. Dit zal nooit lukken indien de Vlaamse partijen geen gezamenlijke strategie en visie ontwikkelen. Dit is nu net hetgeen wat niet gebeurt.
De Vlaamse partijen zijn tot mislukken gedoemd indien ze niet tot een minimum-programma komen. Dit kan nochtans
Partijen presenteren hun communautair programma alsof ze ooit de absolute meerderheid zullen halen in Vlaanderen: Open VLD het ontgrendeld federalisme, CD&V het positief confederalisme, N-VA het unionistisch confederalisme, Vlaams Belang de Vlaamse onafhankelijkheid en SP.A een Belgische unie met vier deelstaten.
De Vlaamse partijen zijn tot mislukken gedoemd indien ze niet tot een minimum-programma komen. Dit kan nochtans. Meer Vlaanderen moet een evidentie worden over de grenzen van meerderheid en oppositie heen. Zo heeft het Vlaams Parlement in 1999, onder impuls van Luc Van den Brande (CD&V), vijf resoluties gestemd met een gezamenlijke visie. De Vlaamse regering moet hier het voortouw nemen, eventueel door het uitbouwen van een studiecentrum. We hebben hiervoor reeds gepleit in januari 2016 in een column in De Standaard. Indien wij hieraan een bijdrage kunnen leveren, zullen wij dat zeker doen. Met ons Grendelboek hebben we reeds hefbomen aangereikt om verdere stappen te zetten in de Vlaamse ontvoogding.
Laten we daarentegen de communautaire strategie over aan de spindoctors van de partijen, dan komen we niet verder dan goedbekkende one liners als ‘de communisten zullen aan de macht komen in Wallonië’. Dit is de huidige situatie. Maar intussen blijven de transfers bestaan, kost onze wonderbaarlijke veelvuldigheid aan instellingen handenvol geld, regeert de particratie het land, verklaart het Grondwettelijk Hof de Turteltaks ongrondwettelijk, maar niet voor 2016 en 2017, …
11 juli nadert. Die ene dag dat Vlaamse politici nog eens Vlaams zijn, om de dag nadien in België te ontwaken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier