Voor de Universiteit Van Vlaanderen plaatst Wouter Ryckbosch (VUB) de coronapandemie in historisch perspectief.
Toen de Corona-pandemie losbarste, werden we overspoeld met voorspellingen over de sociale effecten die de crisis zou sorteren. Op basis van de ervaring uit historische epidemieën voorspelden sommigen dat Corona wel eens een ‘Grote Gelijkmaker’ zou kunnen worden. Dat die voorspellingen vandaag niet bewaarheid lijken te worden, hoeft eigenlijk niet te verwonderen.
In de beginmaanden van de Corona-pandemie was het vooral verleidelijk om de pil te willen vergulden. De bittere smaak van snel vollopende ziekenhuizen, lockdowns en avondklokken werd weggespoeld met betere vooruitzichten. Zou de gedwongen sociale rust ons niet helpen om de kleine geneugten van het leven opnieuw te leren waarderen? Zou het tot stilstand komen van het economisch leven ons niet tot een herwaardering leiden van wat echt belangrijk is in de samenleving? De mogelijke positieve effecten van de pandemie klonken als muziek in de oren in tijden van onheilspellend nieuws.
Is corona nu wel of niet een ‘Grote Gelijkmaker’?
Dat een wereldwijde pandemie kan functioneren als een zandkorrel in de machine of zelfs kan leiden tot een ‘reset’ van de maatschappij is in sommige gevallen ook best aannemelijk. Velen geloofden immers dat een aanhoudende crisis die de economisch zwaksten het zwaarste trof, zowel de bestaande ongelijkheden zou uitvergroten als de onrechtvaardigheid daarvan zou onderstrepen. Waren het immers niet net zij die tijdens de crisis instonden voor essentiële diensten zoals bevoorrading, voedselverwerking en verpleging die grotere gezondheidsrisico’s liepen en zich in een financieel kwetsbare positie bevonden? Ontevredenheid over de grote ongelijkheid laat zich tijdens de voorbije jaren op heel wat plaatsen in de wereld voelen, en een pandemie die die ongelijkheid verder verdiept, kondigde zich aan als een katalysator van drastische veranderingen.
Inspiratie bij het speculeren vonden commentatoren vaak in de geschiedenisboeken. Tot de verbeelding sprak bijvoorbeeld de Zware Dood, een epidemie van de builenpest die Europa bereikte in het midden van de veertiende eeuw en naar schatting zo’n 50 miljoen dodelijke slachtoffers – of 1/3de van de toenmalige bevolking – maakte. Sommigen beweerden hoe die epidemie had bijgedragen tot de Renaissance en het ontstaan van een open culturele horizon, anderen zagen in het verhaal van de Zwarte Dood de bakermat van een gelijkere samenleving. De grote terugval in bevolking zou immers voor een afname van de kloof tussen rijk en arm gezorgd hebben. Hoe? De drastische vermindering van het aantal beschikbare arbeidskrachten in de samenleving zou arbeid schaars gemaakt hebben. Grondbezitters moesten nu bijna bedelen om voldoende boeren te vinden die hun grond wilden bewerken. Ze moesten dus steeds betere arbeidsomstandigheden en hogere lonen bieden als ze voldoende arbeiders wilden vinden. Eenvoudige landarbeiders konden het zich nu immers permitteren om de neus op te trekken voor te lage lonen, zo klaagden de grondbezitters. Schattingen van ongelijkheid op verschillende plaatsen in Europa vertonen inderdaad een daling in de decennia na de Zwarte Dood.
Wie hoopte dat Corona zich net als de Zwarte Dood tot Grote Gelijkmaker zou ontpoppen, komt voorlopig echter bedrogen uit. Hoewel de drastische overheidsmaatregelen op veel plaatsen net tot een daling van de ongelijkheid zorgde, waarschuwen specialisten dat dit waarschijnlijk slechts een tijdelijk effect betreft. Op middellange termijn zullen de effecten van jobverlies onderaan de sociale ladder, schoolsluitingen en afstandswerk de ongelijkheid wellicht in de omgekeerde richting stuwen. In Zweden, een land waar de overheid slechts relatief weinig tussenkwam, geeft nieuw onderzoek te kennen dat de inkomensongelijkheid er als gevolg van Corona gestegen is. Daarmee bevestigt Zweden een effect dat ook vastgesteld werd tijdens recente epidemies zoals SARS, MERS en Ebola. Terwijl laaggeschoolden wereldwijd leden onder verhoogde kwetsbaarheid op de arbeidsmarkt, groeide het vermogen van multi-miljardairs als Jeff Bezos, Elon Musk, Bill Gates en Mark Zuckerberg sneller dan voorheen.
Zaten de historische voorspellingen er dan volledig naast? Wordt Covid-19 de Grote Ongelijkmaker in plaats van de Grote Gelijkmaker? In een nieuwe inleiding voor hun boek “The Triumph of Injustice” schrijven de Frans-Amerikaanse economen Emmanuel Saez en Gabriel Zucman dat historisch gezien crisissen slecht nieuws zijn voor de rijken, maar dat het deze keer wel eens anders zou kunnen zijn. Maar wie aandachtig kijkt, ziet dat ook gezondheidscrisissen in het verleden niet eenduidig tot een gelijkere of ongelijkere wereld leidden. De politieke strijd tussen verschillende sociale groepen, elk met hun eigen belangen, bepaalde ook toen de uitkomsten van de crisis. Zelfs de Zwarte Dood vormde daarop geen uitzondering.
De strijd om schaarse arbeidskrachten leidde namelijk niet automatisch tot een loonsverhoging. Soms grepen overheden, onder druk van grond- of kapitaalbezitters, in om de stijging van lonen te verhinderen. Zo konden ze arbeiders en boeren verbieden om zich te verplaatsen, waardoor ze verplicht waren om voor dezelfde heer of werkgever te blijven werken tegen ongunstige lonen. Of dergelijke wetten ook effectief uitgevaardigd werden en of dat succes had om de lonen te drukken, hing af van plaats tot plaats. In West-Europa waren dergelijke pogingen van overheden over het algemeen weinig succesvol. Stakingen, opstanden en protesten konden als drukkingsmiddel gebruikt worden. Maar in grote delen van Oost-Europa slaagden adellijke heren er wel in om de bewegingsvrijheid van arbeiders en boeren opnieuw te beperken, waardoor in de praktijk de slavernij opnieuw werd ingevoerd. Boeren werden er onvrij, gebonden aan het land en veroordeeld tot werken voor hun heer. De pest was dus zeker niet altijd een gelijkmaker. Of het dat werd, was afhankelijk van het politieke gevecht dat in de decennia na 1348 uitgevochten werd.
Het verleden bevat maar weinig wetmatigheden waarmee we de toekomst kunnen voorspellen. Crisissen leiden soms tot meer, soms tot minder ongelijkheid. Wel staat vast dat het periodes van potentiële transformatie zijn, waarin de politieke strijd over rechtvaardigheid en verdeling intenser wordt. Enkele dagen geleden berekende een rapport van Oxfam dat een eenmalige belasting van 99% op de vermogenswinst verzameld door miljardairs tijdens de epidemie zou volstaan om alle volwassenen ter wereld te vaccineren en alle werklozen een uitkering van 20.000$ uit te keren. Die aanslagvoet van 99% lijkt ridicuul, maar ze is niet volledig uit de lucht gegrepen: tijdens en na WOII stelden heel wat landen, waaronder de VS, belastingen in met extreme aanslagvoeten. De extreme winsten die sommigen boekten in een tijd waarin van iedereen grote opofferingen gevraagd werden immers algemeen als onrechtvaardig beschouwd. Die herverdelende fiscaliteit die ontstond in de crisisperiode van de Wereldoorlogen was een cruciale bouwsteen voor de uitbouw van de sociale zekerheid en de periode van gelijkheid en economische groei uit de naoorlogse periode.
Ook deze crisis bracht versnelde veranderingen op gang. Overheden gaven wereldwijd grote bedragen uit aan stimuli, en lieten daarmee budgettaire beginselen die sinds de jaren ’80 als onvermijdelijk voorgesteld werden met veel gemak varen. En de G7 bereikte een historisch akkoord over het invoeren van een belasting op multinationals die de fiscale race-to-the-bottom van de voorbije decennia een halt moet toeroepen. Of dit alles zal volstaan om tot een gelijkere wereld te leiden valt af te wachten, en zal net zoals in de 14de eeuw afhangen van de politieke keuzes die gemaakt worden.
Wouter Ryckbosch is docent sociale geschiedenis aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB).
Universiteit van Vlaanderen: wetenschap in klare taal voor u uitgelegd
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier