‘Hou enkel de beschermde kerken over en breek de rest af’
‘Als men binnen honderd jaar een bezoek brengt aan België, waar staan de kerken dan voor?’ vraagt Benjamin Royaards vanuit Bergamo. Hij suggereert dat we beter minder gebedshuizen overhouden en bewaren, dan dat we er circusattracties van maken.
Sinds ik in 2014 in Bergamo, Italië ben komen wonen en priesters in offergewaad bij het dagelijks decor horen, is het christendom mij gaan intrigeren. Zo ook de toekomst van de kerken in België, daar het naar mijn mening om veel meer gaat dan de discussie over de toekomst van de godshuizen, die nu weer oplaait.
De katholieke kerk is de wortel van de huidige Europese samenleving en heeft sterk bijgedragen aan ons universitair systeem, de moderne wetenschap, de vrijemarkteconomie, het juridisch systeem, mensenrechten en vrijheid, filosofie geworteld in de rede, liefdadigheid, prachtige kunst en muziek. Ook heel wat tradities vinden hun oorsprong in het Christendom. Denk maar aan de gezelligheid van de kerstperiode met haar kerststal, Pasen en het Sinterklaasfeest. Voor we dus de tak afsnijden waarop we zitten, denken we best twee keer na. Zeker in tijden waar andere religies, ik denk hier aan de Islam, sterk toenemen op Belgische bodem. Als we willen voorkomen dat onze cultuur en identiteit zachtjes uitdoven nemen we de kerkenkwestie best iets ernstiger.
Nu voor u gaat denken dat ik hier de kansel bestijg om zieltjes te winnen moet u weten dat ik in Antwerpen in een artistiek/heidens midden ben opgegroeid, niet heb kunnen baden in het doopwater, en dus allesbehalve affiniteit had met de katholieke kerk voor mijn uitwijking naar Bergamo.
Hou enkel de beschermde kerken over en breek de rest af.
Het grote verschil tussen Italië en België lijkt mij te zijn dat het merendeel van de Italianen het Christendom als meerwaarde ziet en het dusdanig omarmen. Men is hier fier op de rijke Rooms-Katholieke cultuur, ook al kampt men ook hier met minder praktiserende gelovigen. Vooral bij de jongeren is de godskwestie minder relevant geworden. ‘Kerken zijn als krantenkiosken, diegenen die er heen gaan hebben allemaal wit haar’. Een veelzeggende quote van de prominente Italiaanse journalist en schrijver Mario Calabrese.
De Lage Landen kennen al sinds het midden vorige eeuw een leegloop van de kerken. De legendarische Nederlandse auteur Godfried Bomans heeft er tal van boeken over geschreven. Men keerde zich volledig tegen de verstikkende katholieke kerk en haar bekrompen kijk op de wereld. Men wou ‘vrij’ zijn.
Als men mij hier in Italië vraagt om België met één woord te omschrijven, is ‘vrijheid’ het woord dat mij te binnen schiet. Het leeuwendeel van de Belgen is erin geslaagd zichzelf te bevrijden maar daardoor is er ook een enorme desinteresse, ik zou zelfs durven stellen, afkeer, ontstaan ten opzichte van de katholieke Kerk. De resem schandalen waarin kerkvaders betrokken waren, hebben de zaak uiteraard ook niet geholpen.
Geërfde kerkelijke infrastructuur in Vlaanderen te overvloedig
Logischerwijs beantwoordt de kerkelijke infrastructuur die we in Vlaanderen hebben geërfd uit het verleden dan ook niet meer aan de huidige positie van de katholieke Kerk. En zo komen we tot de actuele discussie omtrent de toekomst van de bijna 1800 parochiekerken in Vlaanderen. De Vlaamse overheid wil met haar ‘Programma Toekomst Parochiekerken’ het herbestemmen sneller vooruit laten gaan, zelfs commercialisatie moet kunnen, want lege kerken kosten geld (127 miljoen in 2020) en dat immense bedrag is in het huidig seculiere Vlaanderen niet meer te verantwoorden. De kerkfabriek daarentegen, vertegenwoordigd door Bisschop Bonny, vindt dat een kerk nog steeds een belangrijke betekenis heeft in onze maatschappij, zij dusdanig een respectvolle plaats verdient, en ook in de toekomst integraal als kerkgebouw gebruikt moet worden.
Nu zijn beide standpunten zijn begrijpbaar. De kerkfabriek heeft het moeilijk met het aanvaarden van deze bittere realiteit, die evenwel allesbehalve nieuw is. En de overheid wil geen geld blijven steken in een verloren zaak. Diezelfde overheid blijkt op lokaal vlak echter niet erg geïnteresseerd te zijn in de kerkenkwestie. Bij een bevraging van 300 burgemeesters heeft net iets meer dan een derde, 116 om precies te zijn, geantwoord op de herbestemmingsaffaire. Wat de alom heersende desinteresse voor de kerk en het christendom in Vlaanderen bevestigt.
Waar staat de katholieke kerk voor binnen 100 jaar?
Kardinaal Jozef De Kesel stelt zich in het slot van zijn recent uitgegeven boek ‘Geloof en godsdienst in een seculiere samenleving’ de volgende vraag: ‘Hoe zullen kerk en het Christendom eruitzien, hier in het westen, binnen vijftig of honderd jaar?’
Ik zou dezelfde stellen aan de moderne vrije Vlaming. Quo Vadis? Waar ga je heen? Gaan we onze rijke Rooms-Katholieke geschiedenis koesteren of verloochenen?
Als men binnen honderd jaar een bezoek brengt aan België waar staan de kerken dan voor?
Een respectvolle herinnering aan onze christelijke wortels? Of vindt men er supermarkten, dierenasielen, cafés, eventhallen, of zelfs bordelen in terug? Het verschil is niet min en heeft zonder meer culturele gevolgen.
Beter minder authentieke gebedshuizen, dan circusattracties
Ik zou opteren voor het eerste en dan dringt de volgende uitweg zich op: hou enkel de beschermde kerken over en breek de rest af.
Van de 1.768 parochiekerken in Vlaanderen zijn er 664 beschermd. Dat zijn er niet weinig, en me dunkt genoeg om de praktiserende katholieken (een 9% van de Belgische bevolking) de kans te geven af en toe eens naar de mis te gaan, en belangrijker, onze christelijke geschiedenis op een respectvolle wijze, in al haar pracht en praal, levend te houden.
Het is een drastische oplossing en erg zonde van de 1.104 kerken die dan onder de hamer gaan, want die hebben ongetwijfeld allemaal hun waarde en charme, maar als de kerkfabriek geen geld heeft om ze open te houden, zij ze niet wil openstellen voor herbestemming. En de overheid de tekorten niet meer wil bijpassen zit de situatie strop.
De kerkfabriek weet overigens dat huidige geërfde kerken infrastructuur te abundant is, dat de Kerk van de toekomst kleiner zal zijn, dat het katholieke geloof in onze moderne seculiere samenleving maar één mogelijkheid is tussen de andere religies, en weet dat de mogelijkheid bestaat dat het in de toekomst zelfs een minderheid wordt. Kardinaal Jozef De Kesel schrijft dat letterlijk in bovenvermeld boek. Dat er dus iets moet gebeuren weten ook zij. Beter minder maar authentieke bedehuizen, dan van het merendeel circusattracties te maken, denk ik dan. Zo blijven onze culturele christelijke wortels toch ook gegrond op Vlaamse bodem.
Hier in Bergamo, en overigens in heel Italië, bestaat deze kerkenkwestie niet. Op elke straathoek staat er wel ergens een kerk en die zal daar binnen honderd jaar zeer waarschijnlijk nog staan. Het christendom lijkt hier meer weg te hebben van een soort onderliggende culturele lijm die de samenleving samenhoudt. Dat is aardig en zorgt ervoor dat de culturele identiteit behouden wordt.
Joren Vermeersch sloot een recent opiniestuk in De Standaard ‘Red onze kerken van de ondergang‘ af met het volgende stukje: ‘Laat de kerk op dode momenten ook stil zijn voor wie daar nood aan heeft. Ook al is dat maar één oud vrouwtje, die er in gedachten komt praten met haar overleden echtgenoot […] Het is het allemaal waard.’
Ik ben het helemaal eens met Vermeersch, en stap hier in Bergamo ook geregeld een klein kerkje binnen om er wat te bezinnen. Nu kan het nog in Vlaanderen, maar wat binnen een eeuw?
Benjamin Royaards (Antwerpen, 27 september 1984) schreef een reportagereeks over de uitbraak van de corona-crisis in Bergamo voor De Standaard, en schrijft kronieken voor het Italiaans dagblad L’Eco di Bergamo.
Lees ook:
– Kristien Hemmerechts: ‘Vroeger móést je naar de kerk. Nu mag het bijna niet meer’
– Kardinaal Jozef De Kesel: ‘Religieuze samenlevingen zijn gevaarlijk’
– Heiligschennis? Hoe kerken en kloosters een nieuwe (woon)toekomst krijgen
– ‘Waarom we in discussies rond religie langs elkaar heen praten’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier