‘Ook dat is discussiëren over vrijheid: welke maatregelen moeten we nu ondernemen om de vrijheid van onze kinderen te vrijwaren?’, schrijft Dirk Holemans van Oikos nu de vrijheidsbeperkende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus stilaan gelost worden.
Het doet deugd: de terugkeer van het rijk van de vrijheid. Opnieuw samen genieten van een terrasje, met vrienden flaneren door de stad, … Tegelijk heeft de coronacrisis doen beseffen dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Je kan er enkel van genieten als ze niet bedreigd wordt, in ons geval door een levensgevaarlijk virus. En ze blijft enkel duren als ze positief ondersteund wordt door collectieve structuren. In zijn befaamde essay Twee opvattingen van vrijheid maakt de filosoof Isaiah Berlin dit onderscheid duidelijk door spreken over positieve en negatieve vrijheid. Vandaag maken veel mensen zich druk als over hun negatieve vrijheid: ze willen terug ongestoord door anderen of de overheid hun ding als individu kunnen doen. Een terechte verzuchting, maar we kunnen ook niet zonder positieve vrijheid. Die slaat op wat er nodig is zodat we meester kunnen blijven over ons eigen bestaan, iets wat we nooit los kunnen zien van de gemeenschap waartoe we behoren.
Door de lockdown weten we allemaal wat het betekent als onze negatieve vrijheid ingeperkt wordt, als de overheid zelfs bepaalt wie we mogen ontvangen in eigen huis. Anderzijds zorgt diezelfde overheid er dan weer voor dat iedereen in dit land een vaccin krijgt en zich zo terug kan ontplooien.
Maar vrijheid is zo veel meer dan onze persoonlijke bewegingsvrijheid en sociale contacten. Hoe vrij zouden we zijn als de overheden niet hadden gezorgd voor performante gezondheidszorg en vervangingsinkomens voor wie zonder werk viel? Uiteraard houdt vrijheid in een democratie ook in dat we het debat voeren over wat er fout is gelopen. Wat gebeurde in rust- en verzorgingstehuizen is bijvoorbeeld wraakroepend. Ook mijn moeder van negentig kreeg covid maar moest dagenlang in haar zogenaamde assistentieflat elke vorm van verzorging ontberen. Dat kan en moet anders in de toekomst.
Hoe ver reikt het rijk van de vrijheid?
Een ding is zeker: vrijheid is niet louter een individuele aangelegenheid. Bovendien heeft het een belangrijke tijdsdimensie: hoe ver in de tijd reikt het rijk van de vrijheid? Zijn we tevreden met een curatieve behandeling – optreden als de vrijheid ondermijnd wordt – of gaan we als samenleving ook preventief vooruit kijken en bijvoorbeeld het risico op nieuwe pandemieën indijken? Want laat ons niet vergeten dat de opkomst van ziekteverwekkende zoönosen zoals covid-19 verband houdt met het kappen van wouden. Onze honger naar hout, palmolie en veevoeder vernietigt de habitats van onder meer virusdragende vleermuizen en verhoogt de kans op het ontstaan van nieuwe gevaarlijke virussen. Preventieve gezondheidszorg betekent dus ook werk maken van natuurbescherming. En in vergelijking met de zich voltrekkende klimaatontwrichting is de covid-crisis – hoe ernstig ook, ook ik verloor een naast familielid – klein bier. En nee, geen enkel vaccin kan ons beschermen tegen natuurvernietiging of verhitting van de aarde.
Als samenleving staan we, wat onze tijdshorizon betreft, op een kruispunt. Langs de ene kant heb je een aantal bedrijven die blind blijven kiezen voor het korte gewin. Het cynisme van bijvoorbeeld Ryanair – dat vliegtuigtickets met een negatieve prijs aanbood – toont de nuchtere realiteit van het neoliberale kapitalisme dat bedrijven stimuleert enkel op zoek gaan naar het snelle gewin. Ook Amazon gaat voor blinde winstmaximalisatie en weigert bij te dragen via belastingen aan het behoud van onze sociale zekerheid. En regeringsleiders als de Braziliaanse president Bolsonaro zien vrijheid enkel als iets voor de elite en koesteren de illusie dat het hun tijd wel zal meegaan.
Gelukkig zien we ook hoe het belang van de lange termijn groeit. De beslissing van de Nederlandse rechter dat het oliebedrijf Shell verplicht het klimaatakkoord van Parijs met doelstellingen tegen 2030 na te leven, is historisch. Maar de uitspraak van het Grondwettelijk Hof in Duitsland eind april was nog explicieter. Een aantal jongeren waren naar het Hof gestapt omdat ze de klimaatwet van de Duitse regering ontoereikend vonden: die bepaalt namelijk niet wat er moet gebeuren om vanaf 2030 te zorgen dat Duitsland klimaatneutraal wordt tegen 2050. Het Hof gaf de jongeren gelijk en maakte in haar vonnis duidelijk dat we het rijk van de vrijheid niet kunnen beperken tot de korte termijn. De rechters stelden dat de klimaatwet de rechten van de jonge klagers schendt, door de grootste inspaningen qua uitstootreducties te verschuiven naar periodes na 2030: ‘Vrijwel elke vrijheid wordt mogelijk aangetast door deze toekomstige verplichtingen, omdat bijna alle gebieden van het menselijk leven nog steeds in verband worden gebracht met de uitstoot van broeikasgassen en daarom worden bedreigd door drastische beperkingen na 2030″(DS 30/4).
Ook dat is discussiëren over vrijheid: welke maatregelen moeten we nu ondernemen om de vrijheid van onze kinderen te vrijwaren? Dat is niet louter een filosofische, maar zoals de uitspraak van het Duitse hof toont, een heel concrete vraag. Zowel inzake klimaatbeleid, als wat betreft de bescherming van biodiversiteit, is de relatie met vrijheid helder. Dus als we onze vrijheid blijven definiëren als het recht op blinde economische expansie, dan zou het rijk van de vrijheid wel eens van korte duur kunnen zijn. Willen we echt het risico lopen op nog een dodelijker virus?
Tot slot een boodschap van een ecologist. De toekomst van de vrijheid vrijwaren zal niet lukken met ieder op zich consuminderen. Dat cliché hangen rechtse en flinkse opiniemakers graag op van de ecologische beweging. Maar als er één pancarte was die steeds boven een betogende massa klimaatjongeren uitstak, dan was het die met de boodschap ‘not climate change, we need system change‘. De vrijheid vrijwaren gaat om systeemverandering. Daarin hebben we elk onze eigen verantwoordelijkheid, maar onze handelingsruimte wordt ingeperkt of net uitgebreid door aanwezige collectieve voorzieningen. Zo klinkt een pleidooi voor energieneutrale woningen super, maar wat als de premies enkel ten goede komen van bemiddelde mensen? En hoe mensen overtuigen minder te vliegen, als een ticket naar Barcelona minder kost dan een treinrit naar Amsterdam? Net zoals gezond eten onmogelijk is in een snoepwinkel, kunnen duurzame levensstijlen, vol vrijheid, genot en zingeving, zich enkel ontplooien als we daar vanuit politiek en samenleving structureel werk van maken.
Daarbij hangt vrijheid steeds samen met andere waarden, zoals Berlin duidelijk maakte op het einde van zijn essay: ‘De mate van vrijheid van een mens of een volk om zo te leven als zij willen, moet worden afgewogen tegen de aanspraken van veel andere waarden, zoals gelijkheid, rechtvaardigheid, geluk, veiligheid of openbare orde …’. Daar horen nu ook de aanspraken van onze kinderen en hun kinderen bij. Geen vrijheid dus zonder intergenerationele rechtvaardigheid.
De Doordenkers van Knack.be: Wat na corona?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier