Ivan Van de Cloot
‘Het beheersen van de kunst om verkozen te geraken, is niet dezelfde als die om goed te regeren’
‘Ook ons land moet verantwoordelijkheid systemisch verknopen met rekenschap’, schrijft Ivan Van de Cloot van Itinera. Hij pleit voor een formeel toetsingsmoment van de doelmatigheid van het regeringsbeleid naar Nederlands model.
Op Vlaams niveau ligt er nu een “startnota’. Ondertussen krijg ik de vraag ‘Gaat deze coalitie niet sowieso mislukken?’ Mijn -nochtans voorwaardelijk- antwoord: ‘Wel, het kan ook dat ze goed besturen en daarvoor beloond worden’ overtuigt niet iedereen…
Het beheersen van de kunst om verkozen te geraken, is niet dezelfde als deze om goed te regeren. Regeren vereist niet alleen keuzes maken maar ook ze tot resultaat brengen. Politici moeten zich niet alleen bezighouden met nieuw beleid en plannen, maar op gezette tijden ook bekijken wat er van die plannen terecht is gekomen. Officieel zijn er instellingen die in ons land daarvoor instaan, maar in de feiten ligt er op dat vlak nog veel werk op de plank.
Het beheersen van de kunst om verkozen te geraken, is niet dezelfde als die om goed te regeren.
In grote mate blijft het beperkt tot een oefening van toetsing op de rechtmatigheid van de uitgaven. De uitdaging is naast de rechtmatigheid van uitgaven ook de doelmatigheid van het overheidsbeleid te evalueren. Dit betekent dat we kunnen antwoorden op een paar simpele vragen: ‘Wat willen we bereiken, wat gaan we doen en wat mag het kosten.’ En vervolgens: ‘Hebben we bereikt wat we hebben beoogd, hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen en heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?’ Het in formele zin op orde hebben van de begroting is nog iets anders dan in kwalitatieve zin inzicht te hebben in de bestedingen zodat daar ook gestuurd kan worden.
Reikwijdte en daadkracht
Erg verhelderend hierover is Francis Fukuyama’s onderscheid tussen de reikwijdte en de daadkracht van de staat. De reikwijdte van overheidsactiviteiten slaat op de verschillende functies en doelen van de door de overheid veronderstelde macht en staatsmacht. De daadkracht slaat op de institutionele capaciteit van de staat of het vermogen om beleid te plannen en uit te voeren en wetten op een eerlijke en transparante manier af te dwingen. Max Weber stelde dat de staat een ‘legitiem monopolie van geweld over een bepaald territoriaal gebied’ heeft, wat uiteindelijk inhoudt dat als een staat de wet niet kan afdwingen, het geen staat is.
Een manier van denken over de staat verloopt dus in termen van de verschillende functies of de reikwijdte van de staatsactiviteiten. Maar de daadkracht is een volledig afzonderlijke dimensie die te maken heeft met het ‘Weberiaanse vermogen’ om de regels en wetten van de staat te handhaven, die Fukuyama als de sterkte van instellingen zou labelen, in tegenstelling tot de reikwijdte van staatsfuncties. Elke specifieke functie die de staat doet, kan minder goed of beter worden gedaan. Er zijn nogal wat ontwikkelingslanden effectief in het vasthouden van journalisten of het intimideren van politieke tegenstanders; aan de andere kant kunnen ze geen visa afgeven en kunnen ze geen bedrijven registreren en zorgen voor veiligheid op straat in hun hoofdstad.
Bij veel problemen zoals de vergrijzing en de sanering van de overheidsfinanciën worden de grote knopen maar niet doorgehakt. Een deel van de verklaring ligt erin dat consulteren wordt verward met beslissen.
Het ordenen van staatsactiviteiten op een as die zich uitstrekt van wat noodzakelijk is en die leidt naar wat alleen wenselijk of optioneel is, soms zelfs regelrecht onwenselijk, kan een inzicht verschaffen in de schaal van de staat. We kunnen echter ook analyseren in welke mate de staat zaken werkelijk realiseert, hoe ambitieus de doelstellingen zijn, hoe belangrijk het publieke belang en de tevredenheid erover.
Grote knopen
Ons land kent bijvoorbeeld een ambitieuze staat naar reikwijdte, met onderwijs dat op een algemeen niveau moet worden gewaarborgd, inclusief universitaire studies. Als we echter naar de daadkracht en effectiviteit kijken, dan blijkt dat het waarborgen van de nationale rechtsorde niet altijd zo evident is. Zo hebben we ook een overheid die erg ambitieuze doelen stelt inzake duurzame ontwikkeling en sociale zekerheid maar evengoed worstelt in het waarmaken van de doelstellingen.
Dit is allesbehalve onschuldig. Het gebrek aan daadkracht inzake mobiliteitsproblematiek, grote projecten (zoals het Gewestelijk ExpresNet dat niet tot stand komt), een gebrekkige energiestrategie.. weegt op het land. Bij veel problemen zoals de vergrijzing en de sanering van de overheidsfinanciën worden de grote knopen maar niet doorgehakt. Een deel van de verklaring ligt erin dat consulteren wordt verward met beslissen.
Een begroting is een document met heel veel cijfers, maar weinig of geen meetbare doelstellingen. In Nederland is er op de derde woensdag van mei Verantwoordingsdag waarop de regering aan het parlement rekenschap geeft van haar beleid van het voorgaande jaar en vertelt of de inzet miljarden aan collectieve middelen het beoogde resultaat had.
Ook ons land moet verantwoordelijkheid systemisch verknopen met rekenschap. Bij ons stellen de parlementsleden het jaar door honderden vragen en houden zij tientallen interpellaties over beleidsbeslissingen. Een formeel toetsingsmoment van de doelmatigheid van het regeringsbeleid is er echter niet. Misschien kan het Nederlandse voorbeeld inspiratie geven.
Ivan Van de Cloot is hoofdeconoom bij Itinera Institute en executive professor aan de Antwerp Management School.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier