Ivan Van de Cloot
‘Herbenoeming topman financiële waakhond is slag in het gezicht’
Het ongelofelijke is toch gebeurd, schrijft Ivan Van de Cloot: de topman van de financiële waakhond, Jean-Paul servais, werd herbenoemd. ‘We moesten lijdzaam toekijken hoe Servais toeliet dat ook na 2009 vanuit Dexia tientallen miljarden euro spaargeld bleven wegvloeien.’
Er is dan toch een einde gekomen aan het aanslepende dossier van de politieke benoemingen. Zolang de eindaflevering van de soap op zich liet wachten, werd er van alle kanten kritiek geleverd. Niet voor het eerst komen critici zelf onder vuur te liggen zo gauw het lijstje met benoemingen bekend werd gemaakt.
De aanmaningen in de sfeer van ‘wees eens positief en blij dat de knoop is doorgehakt’ zijn dan niet van de lucht. Sommigen zien er zelfs een tactiek in om het onverteerbare toch verteerbaar te maken: laat het lang genoeg aanslepen dan overstemt de opluchting er eindelijk vanaf te zijn alle kritiek, terecht of niet.
Lees het volgende met het inzicht dat het ongezond is in een democratie om politieke beslissingen zonder tegenspraak te laten passeren.
Het werd goed ondergesneeuwd door de spectaculaire benoeming van Frank Van Massenhove als de nieuwe topman van de NMBS, maar de herbenoeming van Jean-Paul Servais als voorzitter van het directiecomité van de financiële waakhond FSMA stuit menigeen tegen de borst. Zelfs voor mensen die het dossier niet gevolgd hebben, moet het bevreemdend overkomen dat de man die verantwoordelijk was voor de controle van de financiële sector tijdens de grootste financiële crash, herbenoemd wordt.
Voor alle mensen van goede wil die het dossier wel kennen, is het een slag in het gezicht. Het is alleen maar te verklaren omdat politieke benoemingen inderdaad meer het invullen zijn van een kleurboek dan het zoeken naar de beste persoon voor de job.
Omdat in dit land een vertrouweling van Didier Reynders (MR) niet snel terechtgewezen zal worden door een officiële instantie, verwijzen we naar het rapport van het Franse Rekenhof. In een vernietigende evaluatie stelde het Rekenhof het tekortschieten van de Belgische toezichthouder in het dossier Dexia aan de kaak: ‘De toezichthouder heeft op geen enkele manier bijgedragen tot het detecteren van risico’s, noch tot het vaststellen en bestraffen van nalatigheden.’
Beoordelingsfouten maken is menselijk. Ze maken met catastrofale gevolgen voor de maatschappij is erg. In een politieke benoeming iemand herbenoemen die dergelijke verantwoordelijkheid droeg is onbegrijpelijk. Toen het duo Pierre Mariani en Jean-Luc Dehaene (CD&V) de teugels overnam, moest de Frans-Belgische bank elke dag 265 miljard euro lenen op de internationale geldmarkt. Elke dag. Dat was evenveel als de toenmalige staatsschuld van Griekenland.
We moesten lijdzaam toekijken hoe de bankencommissie onder Servais toeliet dat ook na 2009 vanuit België tientallen miljarden euro spaargeld naar Parijs bleven wegvloeien, vaak via leningen zonder onderpand.
Twee jaar na de eerste redding – met belastinggeld – was de bank volgens de Franse waakhond ACP (en tegenhanger van de Belgische CBFA) nog altijd niet in staat om haar risico’s correct te berekenen. En dat voor een bank met een balans van 500 miljard euro. Dat is anderhalf keer het bruto binnenlands product (bbp) van België. De Belgische toezichthouder CBFA was destijds op de hoogte van de tijdbom bij Dexia Frankrijk, maar deed er niets aan.
De Franse waakhond ACP maakte zich wél zorgen over het nemen van oncontroleerbare risico’s met de enorme hoeveelheid renteswaps – voor liefst 1.500 miljard – die Dexia in portefeuille heeft. Helemaal hallucinant wordt het als we lezen dat Mariani vervolgens intern een deel van de Franse risico’s in alle stilte begint door te schuiven naar Dexia Bank België (het huidige Belfius). Uiteindelijk werd een derde van alle renteswaps doorgeschoven.
Servais stelde achteraf dat het liquiditeitsrisico globaal onder controle was maar nogmaals: hoe kon hij dat beweren als de Franse waakhond ACP stelde dat Dexia haar risico’s niet kon berekenen?
In tijden van verkiezingskoorts wordt elke kritische stem gemakkelijk onder de noemer van ‘negativiteit’ ondergebracht. Het is echter niet omdat kritiek gerecupereerd kan worden door een oppositie dat ze geschuwd moet worden.
Er zijn geen pasklare oplossingen voor de cultuur van politieke benoemingen. Wel bestaat er in meerdere landen een systeem van hoorzittingen waar topbenoemingen passeren voor het parlement waar ze hun visie uiteenzetten. In de Verenigde Staten leidt dit tot regelmatig tot het afwijzen van een kandidaat van de regering.
Het tegenargument dat dit tot ‘politieke spelletjes’ leidt, is nu eens écht populisme. Uiteraard zal ook dan nog een kandidaat meerderheid tegen minderheid aangenomen kunnen worden. Alleen is er een verschil tussen het lanceren op zondagmiddag van een lijstje benoemingen dat iedereen dan maar moet slikken en een procedure met hoorzittingen in het parlement waar kandidaten kritisch op de rooster worden gelegd.
Ivan Van de Cloot is hoofdeconoom van het Itinera Institute en gastprofessor Economie aan de Hogeschool-Universiteit Brussel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier