Het viel gezondheidsjournalist Jos Vranckx de voorbije weken op dat de media zich blindstaren op de ‘geheimzinnige’ boosdoener van Covid-19, namelijk het virus zelf. Er zijn echter mogelijk nog meer onderliggende oorzaken waar amper iets wordt aan gedaan, meent hij.
Het corona-alarmisme illustreerde eens te meer een voorbijgestreefde manier van denken over gezondheidszorg, die nog steeds de media en de populaire mentaliteit beheerst. Zeker ook omdat ze zo logisch lijkt: één oorzaak (het virus) – één gevolg (de ziekte: koorts, vermoeidheid, droge hoest…. ).
In werkelijkheid spelen ook andere factoren een rol in combinatie met elkaar.
Mediacircus
Media en mediaconsumenten kicken op rampberichten, dat is bekend. Van bij de eerste signalen over de epidemie pakten de media uit met alarmerende cijfers op een dramatiserende toon. Telkens opnieuw: al zoveel besmettingen, al zoveel doden… Vaak ook werd de term ‘coronavirus’ voorafgegaan door het epitheton ‘dodelijk’.
Dag na dag steeg de dramatiek met de stijging van het aantal besmettingen. Waarbij niemand op het idee kwam om deze cijfers af te wegen tegenover die van de ‘normale’ besmettingen en sterfgevallen als gevolg van de ‘gewone’ griep en ‘gewone’ longontstekingen.
De recente plotse stijging van het aantal vermeende besmettingen op basis van CT-scans van de longen, heeft tot gevolg dat ook gewone longinfecties aan Covid-19 worden gelinkt.
De Vlaamse virologen Marc van Ranst en vooral Herman Goossens stelden zich in hun commentaren wél vragen over de betrouwbaarheid van de statistieken en namen afstand van alarmisme.
Vooral omdat het aantal dodelijke slachtoffers uiteindelijk beperkt blijft (slechts 1% van de besmette personen, volgens professor Goossens), vier keer minder dan bij de SARS-epidemie. En dat overlijden hoofdzakelijk mensen treft met een verzwakte immuniteit, ouderdom en/of onderliggende ziekte. Zoals het geval was bij het eerste Europese slachtoffer, een 80-jarige man in Frankrijk rond wie zich een gigantisch mediacircus afspeelde.
Onnodige paniek
Tot dusver heeft het nieuwe coronavirus een 2000-tal dodelijke slachtoffers geëist, volgens de Chinese bronnen. Indrukwekkend, inderdaad, maar ‘gewone’ longinfecties maken per jaar rond de 300.000 slachtoffers in China, lang voordat er sprake was van een coronavirus. Wereldwijd veroorzaakt de gewone griep tussen de 250.000 en 500.000 overlijdens per jaar – in België 1.200 in 2018. Toch is dat voor niemand een reden tot paniek.
Niet alle besmette personen krijgen de symptomen, en niet alle symptomen zijn de schuld van het virus. Net zoals met gewone griep het geval is: veel mensen zijn besmet zonder dat ze ziek worden (asymptomatisch). Volgens een grootschalige studie in Groot-Brittannië blijft driekwart van de seizoensgriep onopgemerkt en niet-gediagnosticeerd. Echte zieken zijn dus maar het topje van de ijsberg. Het omgekeerde kan ook: griepsymptomen vertonen zonder dat je het virus in je lijf hebt. Datzelfde geldt ook voor het Covid-19-verhaal.
Al die min of meer genuanceerde standpunten vallen in het niet tegenover de overkill aan analyses over het virus en wat er ons nog te wachten kan staan, zoals een wereldwijde, dodelijke pandemie. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijft daarvoor waarschuwen. Waarbij telkens weer wordt verwezen naar de Spaanse griep van 1918 met miljoenen doden wereldwijd – bij een bevolking die verzwakt, ondervoed en soms vergiftigd was als gevolg van de oorlog.
Een mogelijke herhaling van dat scenario leidde in 2010 tot paniek over de Mexicaanse griep. De Nederlandse regering kocht 34 miljoen vaccins aan, die al snel overbodig bleken.
Ecologische aspecten
Met al die fascinatie voor het nieuwe, geheimzinnige virus zag je nauwelijks aandacht voor mogelijke andere factoren waardoor de epidemie zich heeft kunnen ontwikkelen in Wuhan, een dichtbevolkte industriestad met meer dan 11 miljoen inwoners.
Grijze woontorens en weinig groen. Luchtvervuiling is in veel Chinese steden, waaronder Peking, een gigantisch probleem, maar Wuhan scoort volgens waarnemers het slechtst met veel chemische luchtvervuiling en geregeld gele smog. Vorig jaar waren er heel wat straatprotesten. Kinderen lopen er al langer rond met mondkapjes.
Zo’n chronische blootstelling aan slechte lucht met veel fijn stof vormt uiteraard een broeihaard voor longinfecties. Reken daarbij nog de problemen met voedselveiligheid, gebrekkige sanitaire en hygiënische voorzieningen, antibiotica-resistentie… Al deze factoren spelen ongetwijfeld – naast de virus-uitbraak – een rol om de explosie van infecties te verklaren. Uit onderzoek blijkt telkens weer dat voor de immuniteit van de mens verbondenheid met de natuur van groot belang is. Het omgekeerde – een quasi totaal gebrek aan vrije natuur – kan dus de natuurlijke weerstand tegen virussen en bacteriën aantasten.
Stress
Last but not least is er de psychologie. Blootstelling aan langdurige, stresserende leefomstandigheden maken mensen vatbaarder voor infecties. Angst werkt bovendien aanstekelijk. Dat mensen liever in alarmerende dan in geruststellende boodschappen geloven, heeft de evolutiebiologie in ons ‘geprogrammeerd’ als een vorm van zelfbescherming tegen mogelijke gevaren. Maar het is niet aangepast aan onze tijd. Het nocebo-effect – de verwachting dat iets slecht afloopt, – verhoogt de kans op ziekte (het omgekeerde van placebo) . Mensen – en zeker Chinezen – zijn sociale wezens, die hun gedrag en denkpatronen spiegelen aan elkaar via de spiegelneuronen in het brein. Zo krijg je selffulfilling-prophecy.
De eerste minister van Cambodja had dus zeker een punt toen hij bij de verwelkoming van de onfortuinlijke passagiers van het Nederlandse cruiseschip Westerdam opmerkte: ‘Het grootste gevaar van het coronavirus is de angst’.
Fake news
Die angst vindt natuurlijk een uitlaatklep in al het fake news en de apocalyptische scenario’s die in de (sociale) media de ronde doen. Het meeste weerklank krijgt het verhaal dat de epidemie veroorzaakt is door een nieuw menselijk virus, mogelijk ‘bewapend’ door een bacterie (van een aap, paard, slang, vleermuis…). Het virus zou ontsnapt zijn uit labo’s in Wuhan die zich bezighouden met biologische oorlogsvoering.
Zulke bio-wapens op basis van genetische recombinatie of door bacteriën besmette virussen (bacteriofagen) levert stof voor spannende griezelverhalen en huiveringwekkende science fiction. In werkelijkheid is bio-engeneering voor militaire doeleinden een hopeloze zaak vanwege de oncontroleerbaarheid en onvoorspelbaarheid van het effect. De ‘uitvinding’ kan zich dus tegen de eigen bevolking keren. Zoals uit de geschiedenis blijkt, bijvoorbeeld in 1939 bij een biologisch offensief van Japan in Mantsjoerije, waarvan duizenden eigen soldaten het slachtoffer werden.
Heel wat waarnemers beginnen zich vragen te stellen of de draconische maatregelen – 50 miljoen mensen in een lockdown, 750 miljoen – meer dan de helft van alle Chinezen – met een beperkte bewegingsvrijheid – wel in verhouding staan tot de ernst van de epidemie en het reële besmettingsgevaar. Het begint erop te lijken dat voor de Chinese machthebbers de Coronatoestand een handig excuus is om de bevolking nog meer in het gareel te krijgen en protesten de kop in te drukken, onder meer door de vervanging van de lokale gezagdragers.
Iedereen rekent nu op het vaccin waar diverse labo’s intens aan werken, terecht, maar die kunnen nooit een oplossing zijn als aan de onderliggende factoren amper iets wordt gedaan.
Covid-19 zal wellicht verdwijnen, maar andere ziektekiemen maken hun opwachting.
Up-to-date overzicht: alles wat u moet weten over de coronacrisis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier