Voedsel als troost: ‘Haast al onze voeding is comfortfood, zonder dat we daarbij stilstaan’
Een dampende kop soep als opkikker. Een ijsje om jezelf te verwennen na een zware dag. Versgebakken appelcake die je huis doet geuren en je hart verwarmt. Hoe komt het dat eten zo kan troosten, belonen en blij maken?
Wat doet Bridget Jones als ze liefdesverdriet heeft? Juist: ze lepelt voor de televisie een megapot Ben & Jerry’s naar binnen. Wegkruipend onder een dekentje waaronder ze vermoedelijk ook nog een zak chips heeft verstopt. Het is een filmscène die niet voor niets is blijven hangen in ons collectieve geheugen: als het even tegenzit, hebben we allemaal weleens de neiging ons Bridget Jones-gewijs op een voedingsmiddel te storten dat werkt als een warm dekentje voor onze ziel. Wat voor de een ijs of chips is, is voor de ander chocolade, pizza of een kippenbout. De globale noemer: comfortfood of troost-eten.
Soms wil je er gevoelens van stress, frustratie en verdriet mee toedekken. Soms word je er gewoon blij van, omdat het voedsel in kwestie rustgevend en hartverwarmend is, of een sentimentele of nostalgische waarde voor je heeft. ‘Denk aan het verschil tussen honger en goesting’, zegt professor Charlotte De Backer, hoofddocent aan het departement Communicatiewetenschappen van de Universiteit Antwerpen. ‘Honger is een fysiologisch gevoel, een signaal van je lichaam dat er een tekort is aan brandstof. Bij goesting draait het meer om emotionele aandacht. Een goestingske is een emotioneel hongertje dat je sneller doet grijpen naar comfortfood.’
Hap slik weg
Comfortfood is een breed begrip, dus maakt De Backer een onderscheid tussen 4 soorten ’troost’. Om te beginnen is er fysieke troostvoeding: eten dat ons knuffelt. ‘Als je een warme mok soep of koffie vasthoudt, geeft dat niet alleen vanbinnen een warm gevoel, het maakt je ook warmer en vriendelijker naar anderen toe, zo blijkt uit onderzoek’, legt De Backer uit. ‘Ook typisch voor dit soort troost-eten is dat het hapklaar is en makkelijk wegslurpt op momenten dat je amper de energie hebt om te kauwen. Denk aan smeuïge substanties als ijs of pudding. Of aan soep, en dan vooral kippensoep: als je je niet lekker voelt, is het versterkend én het gaat er vlot in. Net als dat glas wijn dat je na een baaldag doet ontspannen. Wil je vooral boosheid of frustratie kwijt, dan kan het juist meer deugd doen om je tanden ergens in te zetten. Op zulke momenten grijp je wellicht eerder naar krakende chips of een taai stuk vlees.’
Sinds de coronacrisis weten we weer beter welk voedsel ons kan troosten, opbeuren en tot rust brengen.
Charlotte De Backer, hoofddocent departement communicatiewetenschappen.
Vraag mensen naar hun favoriete comfortfood, en er passeren gegarandeerd veel voedingsmiddelen met een hoog vet- en suikergehalte de revue. Dat is niet zo gek. Vetten en suikers geven je een kick: elke hap activeert het beloningscentrum in je hersenen en zorgt voor de aanmaak van dopamine. Die stof speelt een belangrijke rol bij gevoelens van genot en blijdschap. Logisch dus dat comfortfood je in een mum van tijd kan opvrolijken.
Voor het gemak
Het is laat geworden op het werk en je ziet het niet zitten om thuis nog een uur in de potten te roeren. De deli biedt uitkomst, met een pad thai of een groentetaart die je snel in de oven schuift. Ook dat is comfortfood: alles wat in het Engels ‘convenience food’ wordt genoemd, in het Nederlands vertaald als gemaksvoeding. En dan gaat het om veel meer dan alleen kant-en-klaarmaaltijden, volgens De Backer.
‘Stel dat ik vanavond spaghetti bolognese wil maken. “Zelfgemaakt” is dan een relatief begrip. De tomaten komen uit een blik, gepeld en in blokjes gesneden. Het gehakt is gemalen en gekruid. De pasta komt uit een pakje. De kaas is geraspt. Al deze ingrediënten zijn al bewerkt om ons gemak te dienen. Ik moet dan ook lachen met dieethypes die ons willen doen teruggaan naar het voedingspatroon van onze voorouders. Komaan, we hebben er geen idee van hoe de oermensen aten. Voor een stukje vlees moesten ze misschien 3 dagen met man en macht op een bizon jagen. En een brood bakken betekende toen dat je eerst zelf je granen moest telen en malen, terwijl wij gewoon een pak bloem openmaken. Haast al onze voeding is comfortfood, zonder dat we daarbij stilstaan.’
Feel good
Dat mag overigens geen reden zijn om er niet van te smullen, benadrukt De Backer. Het is meteen de derde betekenis van comfortfood: eten als verwennerij, als een manier om jezelf te vertroetelen en te belonen. ‘De slinger is de laatste jaren wat te veel doorgeslagen in de andere richting: voeding als brandstof voor het lichaam, met de focus op gezond en verantwoord. In mijn buurt is er een winkeltje met als uithangbord: “Gezond zondigen”. Ik steiger elke keer als ik daar passeer. Door over voeding te praten in termen van “zondigen”, ga je voorbij aan het plezier van eten. Laten we weer wat meer genieten van al het lekkers dat op ons bord ligt. Zonder voorbij te gaan aan het feit dat niet iedereen die overdaad kent. Je hoort weleens kritische opmerkingen over het voedingspatroon van mensen die in armoede leven: met het weinige geld dat ze hebben gaan ze naar de pizzeria of een hamburgertent, in plaats van gezonde groenten te kopen. Terwijl dat gedrag echt niet zo vreemd is. In tijden van schaarste hunker je nu eenmaal het meest naar voedsel dat calorierijk is en snel een gevoel van verzadiging geeft. Bovendien heeft iedereen behoefte aan troostkost, en laten we eerlijk zijn: pizza en hamburger troosten doorgaans beter dan worteltjes en broccoli.”
De heimwee-factor
Sinds de coronacrisis weten we weer beter welk voedsel ons kan troosten, opbeuren en tot rust brengen. De Corona Cooking Survey van Universiteit Antwerpen, KU Leuven en UGent bracht onze eetgewoontes tijdens de lockdown in kaart, en wat bleek: we zijn massaal aan het bakken geslagen. ‘Vooral brood,’ zegt Charlotte De Backer, ‘maar ook wafels en appelcake waren favoriet, vaak volgens grootmoeders recept. We vulden onze huizen met geuren uit onze kindertijd, toen het leven nog simpel was en we ons veilig en geborgen voelden.’
Comfortfood is inderdaad vaak synoniem met nostalgievoeding. Vooral geuren zijn op dat vlak magisch, zegt De Backer. ‘Ze hebben de kracht om je terug te brengen naar de wortels van je bestaan. De geur van versgebakken cake kan je in een fractie van een seconde terugkatapulteren naar de keuken van je grootmoeder. En als je als kind steevast getroost werd met dampende chocolademelk, zal de geur ervan je verdere leven warme herinneringen oproepen.’
Over haar eigen favoriete comfortfood hoeft De Backer niet lang na te denken. ‘Macaroni met hesp en kaas! Niemand die dat zo lekker kon klaarmaken als mijn oma langs moeders kant. Als ik bij haar ging logeren en heimwee had, was er maar 1 remedie: macaroni met hesp en kaas. Het blijft voor mij hét gerecht dat me aan mijn oma doet denken. Ik maak het nog regelmatig klaar voor mijn gezin, vooral in tijden van verdriet of onrust. Of als ik mijn oma mis.’
Nog iets wat opvalt: als je mensen vraagt naar herinneringen uit hun kindertijd, gaat het heel vaak over eetmomenten of gerechten die thuis vaak op tafel kwamen. Charlotte De Backer: ‘Eten is niet alleen het allereerste wat je doet in je leven, het verbindt je ook met anderen. Je wordt als baby door je ouders gekoesterd en gevoed, dus je krijgt letterlijk met de paplepel ingegoten: voedsel is troost, warmte en geborgenheid. Eten is emotie.’
Meer lezen? Binnenkort verschijnt van Charlotte De Backer “Niet iedereen kan een bizon schieten. Waarom de wereld om zeep gaat als we niet vaker samen eten” (Manteau), over de geschiedenis en betekenis van eten, en over het belang van samen eten voor onze sociale ontwikkeling.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier