Vaccin mogelijk minder effectief bij mensen met obesitas
Mensen met obesitas vertonen een lagere immuunrespons op het Pfizer-vaccin, zo blijkt uit een studie.
Het vaccin van Pfizer/BioNTech is mogelijk minder effectief bij mensen met obesitas, zo blijkt uit een niet peer reviewde studie van Italiaanse onderzoekers.
Zij ontdekten dat zorgverleners met zwaarlijvigheid na de tweede prik de helft minder antilichamen produceren, vergeleken met gezonde mensen. Dat schrijft The Guardian.
Wetenschappers van het Istituti Fisioterapici Ospitalieri in Rome analyseerden de antilichamen na twee doses van het Pfizer/BioNTech-vaccin bij 248 gezondheidswerkers. Zeven dagen na de tweede dosis had 99,5 procent van de proefpersonen antilichamen. Dat aantal bleek zelfs groter dan bij mensen die hersteld waren van covid-19. Bij mensen met overgewicht en obesitas waren er echter beduidend minder antilichamen aanwezig.
‘Aangezien obesitas een grote risicofactor is voor covid-19, is een efficiënt vaccinatieprogramma voor deze groep essentieel’, schrijven de wetenschappers. ‘Hoewel er meer onderzoek nodig is, heeft deze studie belangrijke gevolgen voor de ontwikkeling van vaccinatiestrategieën tegen covid-19 voor zwaarlijvigen. Als onze data worden bevestigd door grotere studies, is een derde prik of een hogere dosis voor mensen met obesitas een mogelijkheid.’
Zelfde effect voor andere vaccins
Eerder onderzoek toonde al aan dat ook het griepvaccin voor de helft minder effectief is bij mensen met overgewicht in vergelijking met mensen met een gezond gewicht. Vaccins tegen hepatitis B en hondsdolheid hebben een gelijkaardig effect.
In ons land heeft bijna de helft van de inwoners overgewicht en lijdt 16 procent aan obesitas. Het is nog te vroeg om te weten wat een minder goed werkend vaccin precies betekent voor de bescherming van deze groep en groepsimmuniteit in het algemeen, maar mogelijk hebben die mensen een derde prik van het vaccin nodig.
113 procent meer kans op ziekenhuisopname
Het is ondertussen duidelijk dat mensen met obesitas (een BMI groter dan 30) bijna 50 procent meer risico hebben op overlijden door covid-19. Het risico op ziekenhuisopname is zelfs 113 procent hoger. Daarnaast komen herbesmettingen met SARS-CoV-2 vaker voor bij mensen met een hoger BMI.
Dit is wellicht te wijten aan het feit dat mensen met obesitas vaker andere onderliggende aandoeningen hebben, zoals hartziekte en diabetes type 2, die het risico op zware coronasymptomen doen toenemen. Aan de andere kant veroorzaakt overmatig vet metabolische veranderingen zoals insulineresistentie en ontsteking waardoor het lichaam minder weerstand kan bieden aan infecties en de immuunreactie van B- en T-cellen verzwakt.
Te korte naald
Tot slot is er extra aandacht vereist voor de vaccinatietechniek bij zwaarlijvigen. In Nederland is immers gebleken dat een deel van de reeds gevaccineerde zorgverleners met obesitas terug moeten komen voor een derde prik. De gebruikte naald was bij de eerste injectie te kort waardoor het vaccin mogelijks de deltaspier, de dikke bovenste spier in de bovenarm, niet bereikte.
Het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelde daarom eind januari nieuwe richtlijnen op: ‘Bij de juiste vaccinatietechniek lukt het meestal om intramusculair te vaccineren met een 25 mm naald, ook bij mensen met meer subcutaan vet. Geadviseerd wordt om met een langere naald (38 mm) te vaccineren als het gewicht hoger is dan 90 kg (vrouwen) of 118 kg (mannen) of de BMI hoger is dan 40.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier