Ria Van den Heuvel (ZitStil): ‘Kinderen met ADHD zijn meer dan “een probleem”‘
Volgens Ria Van den Heuvel, directeur van ADHD-kenniscentrum ZitStil, moeten we dringend anders gaan kijken naar kinderen met ADHD. ‘Begrip is cruciaal. Maar dat wil niet zeggen dat je alles moet toelaten.’
Lees ook: ADHD: ‘Negatieve reacties hebben grotere impact op kinderen dan medicatie‘
In Knack zegt ADHD-experte Marina Danckaerts, diensthoofd Kinder- en jeugdpsychiatrie van het UPC KU Leuven, dat we moeten aanvaarden dat kinderen met ADHD vaak eindigen met een diploma onder hun intellectuele mogelijkheden. ‘Moeten we daar per se medicatie voor geven? Ik vind van niet.’ Volgens Danckaerts moeten we aanvaarden dat niet iedereen dezelfde mogelijkheden heeft. ‘Dat is een ongemakkelijke boodschap’, zegt Ria Van den Heuvel, directeur van ADHD-kenniscentrum ZitStil, ‘maar wel de realiteit.’
Bij ZitStil kloppen veel kinderen aan die intellectueel perfect in staat zijn om bijvoorbeeld een aso-richting te volgen. ‘Toch belanden ze door het watervalsysteem in het tso. Er is niets mis met tso, behalve wanneer je er terechtkomt zonder dat je technisch begaafd bent. Dan spreken we over het ontnemen van kansen.’
Danckaerts mag dan wel de realiteit beschrijven, zegt Van den Heuvel, die realiteit hoeft er niet zo uit te zien. Ze wijst naar het huidige onderwijssysteem. ‘Met ZitStil ijveren we voor een forse opwaardering van het beroep van leerkracht. Wie leerkracht is, vervult een uitzonderlijke opdracht. Maar die mensen worden onvoldoende opgeleid om op een gedifferentieerde manier les te geven. Kort door de bocht gesteld: ons onderwijssysteem is te vaak eenheidsworst. Het werkt perfect voor kinderen die braaf zijn, lang kunnen stilzitten en ouders hebben die hen kunnen helpen. Voor de rest is het knokken om mee te kunnen, vaak tevergeefs.’
Ook ‘normale kinderen’ zouden gebaat zijn bij differentiatie.
Leerkrachten klagen nu al dat ze te weinig aan lesgeven toekomen. Moeten ze zich ook nog specialiseren in de begeleiding van kinderen met leer- en ontwikkelingsstoornissen?
Ria Van den Heuvel: Wij vragen niet dat elke leerkracht een ADHD-aanpak ontwikkelt. Wij vragen dat leerkrachten in een systeem kunnen werken waarin ze ruimte hebben om élk kind voldoende individueel te begeleiden. Daar hoef je geen heksentoeren voor uit te halen, hoor. Maak om te beginnen werk van kleinere klassen. Wanneer je 12 leerlingen hebt, dan kan een leerkracht gerust extra zorg besteden aan één kind met ADHD en een kind dat bijvoorbeeld thuis geen Nederlands spreekt. Dat is onmogelijk in een klas van 24 leerlingen met vijf zulke profielen. Ook ‘normale kinderen’ zouden gebaat zijn bij differentiatie. Zo kan het een verschil uitmaken of ze leerstof aangeleerd krijgen op een visuele dan wel op een auditieve manier. Je kunt leerkrachten in hun opleiding ook leren waar ze extra hulp en informatie kunnen vinden om dergelijke kinderen te ondersteunen.
Botst u vaak op misverstanden over ADHD?
Van den Heuvel: We moeten jammer genoeg nog steeds vaststellen dat er weleens wordt gedacht dat een kind met ADHD het gewoon niet wil doen zoals het wordt gevraagd. Dat is fout. Het is een kwestie van niet kúnnen. Om leerkrachten daar inzicht in te geven, organiseren wij inleefsessies. We laten ze bijvoorbeeld zitten op een kussen dat eigenaardige geluiden maakt, bovendien op een stoel die hevig wiebelt. Dan vragen we hen een stukje tekst te memoriseren terwijl er luide muziek opstaat. Zo ervaren ze de permanente afleiding waartegen kinderen met ADHD moeten strijden. Die oefening verhoogt de aanvaarding van het feit dat er wel degelijk iets aan de hand is met die kinderen. Dat dan weer de relatie met de leerkracht. Begrip is cruciaal. Maar het betekent niet dat je alles moet toelaten.
Een leerkracht hoeft absoluut niet toe te laten dat een kind met ADHD de les verstoort. Maar laat dan wel toe dat het desnoods zes keer per dag naar het toilet gaat.
Wat bedoelt u daarmee?
Van den Heuvel: Dat een leerkracht absoluut niet hoeft toe te laten dat een kind met ADHD de les verstoort, bijvoorbeeld. Maar laat het dan toe om desnoods zes keer per dag naar het toilet te gaan. Of doe zoals de juffrouw van Ferre, wiens mama getuigt in het stuk in Knack. Wanneer hij het in de namiddag lastig krijgt, dan mag hij een toertje gaan lopen op de speelplaats. Dat is veel pragmatischer. Wat die kinderen eventueel missen in de les terwijl ze naar het toilet gaan of een toertje lopen, is peanuts in vergelijking met wat ze missen omdat ze gefrustreerd raken en zich nergens meer op kunnen concentreren.
Wat met het idee dat ADHD een symptoom is van een op hol geslagen samenleving?
Van den Heuvel: Daar zit een denkfout in. ADHD zal niet verdwijnen in een ideale samenleving. Niet de samenleving is de oorzaak van ADHD, maar het brein. Het is wel juist dat deze samenleving zich steeds meer op zo’n manier organiseert dat mensen met ADHD vaker opvallen, dat ze vaker op de limieten van zichzelf en deze maatschappij botsen en finaal soms uit de boot vallen. Onze samenleving maakt het kinderen met ADHD steeds moeilijker, maar ze is niet de oorzaak van ADHD. Aan mensen die twijfelen aan de diagnose ADHD, wil ik deze vraag stellen: wat willen zij in afwachting van die utopische samenleving doen met kinderen die uitvallen? Gaan we ze gewoon achterlaten?
Ook Marina Danckaerts stelt die vraag in Knack. ‘Moeten we aan de zijlijn blijven staan? Of zetten we alle middelen in die we hebben?’ Medicatie is voor haar een noodzakelijk kwaad. Wat is het standpunt van ZitStil daarover?
Van den Heuvel: Wij zeggen nooit aan ouders of ze medicatie moeten geven of niet. De vraag of je je kind medicatie geeft of niet, is wellicht een van de moeilijkste die je je als ouder kunt stellen. Waar wij op hameren is: geef nooit medicatie zonder diagnose van een interdisciplinair team. Pas wanneer je die hebt, kun je nadenken over een behandeling. Medicatie is dan één optie.
De vraag of je je kind medicatie geeft of niet, is wellicht van de moeilijkste die je je als ouder kunt stellen.
Critici zullen zeggen: die diagnose is ook maar een etiket.
Van den Heuvel: Tja, het ‘vroeger noemden wij dat gewoon een wilderik’-argument. Maar dat is een waardeloze stempel, een eindpunt. Een medisch onderbouwde diagnose is een vertrekpunt. Daarmee kun je aan de slag. Het geeft je als ouder de kans om in gesprek te gaan met de school, of met een arts over medicatie.
ZitStil raadt wel aan om het niet bij medicatie te houden?
Van den Heuvel: Klopt. Ouders moeten ook de schoolsituatie en de opvoedingssituatie bekijken. Neem ook daar flankerende maatregelen, zoals de huiswerkbegeleiding waarover de mama van Ferre spreekt in Knack. Daarin helpt ZitStil wel. Wij begeleiden ouders in hun opvoedingsrelatie, zodat die positief blijft, met lezingen, oudertrainingen en psycho-educatie – dat is aanleren wat ADHD precies is, wat het doet met kinderen en hun ouders … Weet u, ADHD is niet het ergste wat die kinderen overkomt. Wel de negatieve spiraal, zoals professor Danckaerts het noemt, waarin ze soms terechtkomen: dat er voortdurend op hen wordt neergekeken, de conflicten, het gebrek aan begrip …
Is de houding van ouders over medicatie de voorbije jaren veranderd?
Van den Heuvel: Dat kan ik niet zeggen op basis van onze ervaringen. Over de ouders die bij ons aankloppen kan ik wel dit zeggen: geen enkele ouder geeft zijn of haar kind lichtzinnig medicatie. Al onze ouders worstelen hevig met die vraag. Natuurlijk zien wij ook maar een bepaald deel van de bevolking. Wij bereiken bijvoorbeeld moeilijk mensen in armoede of met een migratieachtergrond.
Hoe komt dat?
Van der Heuvel: Een deel van de verklaring zal zijn dat onze trainingen en psycho-educatie niet worden terugbetaald. Wij zijn in gesprek met het departement Welzijn over een erkenning van die programma’s. We hopen dat Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) in zijn hervorming van de centra voor ambulante revalidatie en de centra voor geestelijke gezondheidszorg aan ons denkt.
Volgend jaar bestaat ZitStil 40 jaar. Wat wordt een speerpunt voor de komende jaren?
Van den Heuvel: Het was de afgelopen 40 jaar soms knokken voor aandacht voor al die jongeren en kinderen die ondanks hun normale begaafdheid uit de boot vallen. Ook bij de volwassenen met ADHD en hun partners zijn er veel vragen naar ondersteuning, zowel in hun relaties als in hun werkomgeving. Daar gaan we de volgende jaren nog veel meer aandacht aan besteden. En laten we ook eens kijken naar de talenten van kinderen met ADHD. Zij zijn meer dan ‘een probleem’. Je ziet dat als ze eenmaal volwassen zijn. Ze floreren in creatieve sectoren of in jobs waarin je crisissituaties moet oplossen. Mensen met ADHD durven al eens vaker buiten de lijntjes te kleuren. Ze hebben erg veel energie en kunnen blijven doorgaan. Wanneer ze, bijvoorbeeld door psycho-educatie, hebben geleerd dat niet iedereen zo veel energie heeft als zij, dan kunnen ze andere mensen enthousiasmeren. Laten we dat met zijn allen wat meer gaan doen: de talenten van mensen met ADHD in de verf zetten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier