Tommy Browaeys
‘Moet het recht op deconnectie echt via de regeringstafel afgedwongen worden?’
Auteur Tommy Browaeys laat zijn licht schijnen over de arbeidsdeal van de federale regering.
Eindelijk is het zover: het recht op deconnectie. Werknemers zullen buiten de werkuren niet meer op vragen of telefoontjes van hun werknemer moeten reageren. Dat geldt zowel ’s avonds als in het weekend of op vakantie. Menen we dat? Moeten dergelijke afspraken echt via de regeringstafel afgedwongen worden?
De maatregel geldt trouwens voor ondernemingen vanaf 20 werknemers. Nu wil het toeval dat België per definitie een KMO-land is. Van de pakweg 1,5 miljoen bedrijven (inclusief zelfstandigen) zijn er net geen 21.000 die minstens 20 personen in dienst hebben. Blijkbaar was er eerst nog discussie om de drempel op 50 werknemers te zetten, waardoor minder dan 9.000 ondernemingen in aanmerking zouden komen.
Koud verstandshuwelijk
Het overgrote deel van ons zal het dus op een andere manier moeten doen: afspraken op basis van een vertrouwensrelatie tussen volwassenen. Ik vraag me oprecht af wat de meest duurzame methode is. Zodra letters op papier het in dit geval halen van wat jij en ik overeenkomen, evolueer je eerder richting een koud verstandshuwelijk tussen werknemer en werkgever. Gedoemd om te mislukken tenzij iemand zich helemaal ‘wegcompromist’.
‘Moet het recht op deconnectie echt via de regeringstafel afgedwongen worden?’
Lees ik nooit mijn mails op bijvoorbeeld een avond of mijn vrije woensdag? Toch wel. Maar dat beslis ik zelf want er verschijnt of klinkt geen melding op mijn smartphone en ik moet naar rechts swipen vooraleer ik kan zien hoeveel ongelezen berichten er zijn. Goeie tip? De hamvraag is naar mijn gevoel wat we van elkaar verwachten en niet wat we denken dat we van elkaar verwachten. Wanneer jouw manager een mail buiten de kantooruren stuurt, wil dat niet noodzakelijk zeggen dat hij meteen jouw antwoord verwacht. Als je daaraan twijfelt, bespreek dat dan. Verwacht hij dat wel maar moet jij daarvoor een te groot (voortdurend) compromis met jezelf maken, stel jezelf dan de vraag of je wel werkt waar het goed voor je is, los van wat er op het einde van de maand op je bankrekening gestort wordt.
Anders beland je vroeg of laat in een andere statistiek die men in Brussel wil aanpakken, die van langdurig zieken waarvoor de teller blijkbaar akelig dicht richting het half miljoen opschuift. Tel daar het aantal werklozen bij en dan heb je geen rekenmachine nodig om te weten dat een werkgelegenheidsgraad van 80% een wel heel stevige ambitie is.
Het zal echter nodig zijn om onze financiën in evenwicht te houden en ons onder andere een fatsoenlijk ‘zuurverdiend’ pensioen te gunnen, nog een debat dat op tafel ligt. Ongetwijfeld onderhandelt men met de beste bedoelingen, al vrees ik dat we nog niet op het kantelpunt zitten, mede omdat de verschillende partijen vaak een ander beeld hebben van wat goed voor ons is. Het zorgt te vaak voor een geurtje aan de compromissen waarmee in ons land alles aan elkaar hangt.
Vierdagenwerkweek
Diverse maatregelen rond werkbaar werk moeten ervoor zorgen dat meer mensen langer aan de slag blijven. Zo is er nu de mogelijkheid, ook niet overal, om een voltijdse arbeidsduur over vier dagen te spreiden of de ene week wat meer/minder te werken dan de andere. Ik vermoed dat het voor velen te organiseren valt en dat stelt me hoopvol, al vraag ik me af of iemand die vier dagen van 8 tot 6 of van 9 tot 7 werkt er de facto beter kan zijn voor opgroeiende kinderen dan wie die uren over vijf dagen spreidt. Iedereen zal het best vanuit zijn situatie bekijken, in samenspraak met de werkgever. Contractueel verankerd of flexibel in vertrouwen op basis van wat binnen de organisatie mogelijk is.
Is het trouwens de bedoeling dat die ene dag waarop iemand niet werkt door een ander ingevuld wordt om die werkgelegenheidsgraad omhoog te trekken en ondernemingen extra brandstof voor hun productiviteit aan te reiken? Nu al groeien ze soms bewust niet of trager, weigeren ze opdrachten omdat er – naast de huidige problematiek rond onderdelen en grondstoffen – onvoldoende mensen gevonden worden.
Of moeten we het resoluut over een andere boeg gooien? Dan leg ik nog eens graag een naïef idee op tafel. Bekijk alle mensen die in aanmerking komen om te werken als een aantal legoblokjes en gebruik die in functie van hun mogelijkheden. Bouw niet wat er als een strak plan op de doos staat maar ga letterlijk en figuurlijk out of the box. Kinderen maken de mooiste dingen als ze er in al hun creativiteit en los van de instructies mee aan de slag gaan.
Iedere werknemer zet zijn blokjes naar eigen mogelijkheden in, eventueel zelfs over verschillende werkgevers die zo hun puzzel leggen. Onderweg is er ruimte voor levenslang leren – blij dat daar binnen de deal aandacht aan besteed wordt. Kan dat met de verzamelde blokjes van een mix aan actieve en ge(re)activeerde mensen die misschien niet allemaal voltijds werken en voor een ander evenwicht kiezen, uit noodzaak (lichamelijk of mentaal), omdat ze vakantiedagen afkopen of in een systeem gedijen waar minder werken met eventueel zelfs beperkt loonverlies geen uitzondering meer is? Onbetaalbaar? Ik weet het oprecht niet. Het kan een weg zijn naar die hogere activiteitsgraad en een lagere kost voor werkloosheid en langdurige ziekte die de rekening mee doen kloppen. Naar gelukkigere werknemers en tevreden werkgevers.
Naïef, ik besef het. Maar er zal iets speciaals nodig zijn voor een echt kantelpunt.
Tommy Browaeys schreef in ‘Wake-up Call’ over zijn burn-out. Je kunt hem volgen op de blog waarjewerkelijkademt.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier