Luchtverontreiniging verhoogt de kans op beroerte en hartinfarct
Wie blootgesteld wordt aan verhoogde concentraties fijn stof, heeft meer kans op beroertes of hartinfarcten. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek van KU Leuven, Universiteit Antwerpen, Universiteit Hasselt, gezondheidscentrum Sciensano en het Intermutualistisch Agentschap (IMA), dat data van drie mutualiteiten verzamelt. Het onderzoek is eind vorig jaar gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Environmental Pollution.
De onderzoekers hebben gegevens over dagelijkse concentraties fijn stof over het hele Belgische grondgebied gecombineerd met data van het IMA. Specifiek zijn er gegevens geanalyseerd over de terugbetaling van bepaalde medicatie en chirurgische ingrepen voor behandeling van tromboses, die hartinfarcten en beroertes kunnen veroorzaken. De data gaan over 74.942 mensen die medicatie hebben terugbetaald gekregen, en 227.861 mensen die een chirurgische ingreep hebben ondergaan om de effecten van klontervorming te behandelen.
Het is de eerste keer dat er in België een dergelijk grootschalig onderzoek gevoerd wordt naar de invloed van luchtverontreiniging op tromboses, waarbij gebruik wordt gemaakt van de IMA-gegevensbanken. Ook de samenwerking tussen de verschillende universiteiten en drie mutualiteiten is uniek. ‘We zien dat medicatie die klontervorming doet afnemen meer wordt voorgeschreven bij pieken van luchtverontreiniging, en dat ook het risico op ingrepen toeneemt’, vertelt Tim Nawrot, hoogleraar milieu-epidemiologie aan de Universiteit Hasselt en de KU Leuven. ‘Zelfs bij een kleine stijging van het fijn stof in de lucht, neemt het al toe. Bij een toename van concentratie fijn stof met 10 microgram per kubieke meter, stijgt de kans op het krijgen van een operatie met 2,7 procent, en het toedienen van medicatie met 1,2 procent.’
Het lijken kleine percentages, maar de impact is wel significant, voegt Nawrot toe. ‘De gemiddelde luchtverontreiniging voor fijn stof met een diameter kleiner dan 10 micrometer, ligt rond de 20 microgram per kubieke meter lucht. Op sommige dagen echter, wanneer we bijvoorbeeld over smog spreken, kan dat stijgen naar 60 à 70 microgram. De 10 microgram waarover we dus spreken, is een heel realistische stijging. Het kan op bepaalde dagen bovendien een veel hoger risico vormen, als de luchtverontreiniging met meer dan 10 microgram per kubieke meter is gestegen. Ook het weer heeft een sterke impact op de concentraties fijn stof, wat maakt dat de waardes van dag tot dag sterk kunnen variëren.’
Strengere regels rond luchtvervuiling zouden de concentraties fijn stof meer naar beneden moeten helpen. ‘De Europese normen hieromtrent zijn te laks. Ze maken het gewoon gemakkelijk voor iedereen om ze te behalen, zelfs voor de oude Oost-Europese industrie. Het geeft een vals gevoel van veiligheid.’
Lees ook:
– Milieuagentschap: ‘Luchtvervuiling vormt nog altijd groot gezondheidsrisico in Europa’
– Jaarlijks 400.000 overlijdens door slechte luchtkwaliteit in Europa
– Luchtvervuiling maakt ons niet alleen ziek, maar ook dommer
– Zestigplussers wandelen beter op het platteland, in een bos of in een park