‘Killing me softly’: hoe onze omgeving onze levensverwachting doet afnemen
Al tientallen jaren zien we een positieve trend in België: jaar na jaar neemt de levensverwachting toe. Maar er zijn verontrustende signalen van een ommekeer en dat heeft vooral te maken met de omgeving waarin we leven: ‘Maaltijdbezorgers wakkeren ons verslavingsgedrag aan.’
Een paar jaar geleden kwamen de eerste alarmerende gegevens uit de Verenigde Staten die er op wezen dat bij bepaalde bevolkingsgroepen de levensverwachting afneemt. Onlangs publiceerde het vakblad JAMA cijfers waaruit blijkt dat de mortaliteit ook toeneemt bij de werkende bevolking. Dat betekent dat meer mensen vrij jong sterven, namelijk voor de leeftijd waarop ze met pensioen gaan.
Ook in België komt de positieve trend stilaan onder druk. In 2019 was de levensverwachting bij geboorte in België 81,8 jaar, een stijging van 4 jaar sinds 2000. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voorspelt echter dat de Belg tegen 2050 zo’n drie jaar minder lang zal leven. ‘En nee, covid-19 is niet de eerste boosdoener waar je aan moet denken’, zegt Reginald Deschepper, medisch antropoloog en voorzitter van de vzw LifeMe (Lifestyle as medicine).
Hoe komt het dat de levensverwachting in de VS aan het dalen is?
Deschepper: ‘De oorzaak van de vroegtijdige sterfte die we in de VS waarnemen is van subtiele aard: we leven in een omgeving die ons verleidt tot ongezond gedrag. Het ziekmakend effect van bijvoorbeeld ongezonde voeding zien we al enkele decennia in de vorm van aandoeningen zoals diabetes, hart- en vaatziekten die als typische ‘ouderdomsaandoeningen’ beschouwd worden en nu niet enkel toenemen maar zich ook steeds vaker op jongere leeftijd manifesteren.’
Valt wat we nu in de VS vaststellen binnen afzienbare tijd ook ons te beurt?
Deschepper: ‘In België zien we alvast de voortekenen: sinds vorig jaar heeft nu de meerderheid van de Belgen overgewicht, er is een toename van mensen die lijden aan het metabool syndroom met de daarmee samenhangende aandoeningen zoals diabetes. We weten dat deze zaken het risico op vroegtijdige mortaliteit verhogen.’
Ons individueel gedrag wordt veel sterker bepaald door onze omgeving dan we zelf vermoeden.
Hoe dragen omgevingsfactoren precies bij aan onze slechtere gezondheid?
Deschepper: ‘De oorzaken van vroegtijdige sterfte zijn complex en multifactorieel, maar voeding blijkt een van de belangrijkste oorzaken. In tegenstelling tot infectieziekten, zoals covid-19, is het effect niet onmiddellijk zichtbaar want het duurt vele jaren, meestal decennia voor de gevolgen zichtbaar worden. Causaliteit is overigens niet makkelijk te bewijzen, vooral niet op individueel niveau. Maar op populatieniveau zijn er zoveel aanwijzingen dat het nog moeilijk te ontkennen valt.’
De voedingsindustrie schermt met het argument dat wat we eten een individuele verantwoordelijkheid is. Heeft ze gelijk?
Deschepper: ‘We moeten inderdaad elk voor onze eigen gezondheid zorgen, maar uit onderzoek blijkt dat ons individueel gedrag veel sterker bepaald wordt door onze omgeving dan we zelf vermoeden. Vooral kwetsbare groepen zoals kinderen, mensen in armoede of met een lage formele opleiding, zijn het eerste slachtoffer. Wie daarentegen goed opgeleid is en het financieel beter heeft, weet beter hoe men de valkuil van ongezonde voeding moet vermijden.’
‘We zitten nu min of meer in de situatie zoals met de tabaksindustrie enkele decennia geleden: eerst probeert men het onderzoek te manipuleren om de nefaste effecten van ultrabewerkte suikerrijke voeding te ontkennen, daarna wijst men naar de individuele verantwoordelijkheid. Op die manier probeert de voedingsindustrie haar verantwoordelijkheid af te schuiven.’
Als ik er dus niet in slaag om af te vallen, is dat niet mijn schuld?
Deschepper: ‘De oplossing ligt niet zozeer in het veranderen van individueel ongezond eetgedrag want dat blijkt heel moeilijk. Wie eenmaal obees is, raakt daar moeilijk van af. Vijf procent blijvend gewichtsverlies wordt als een realistisch streefdoel gezien maar veel mensen vervallen in een jojo-effect door diëten die nauwelijks helpen of zelfs het probleem nog groter maken. Die mensen worden bovendien vaak overladen met schuldgevoelens terwijl wetenschappers konden aantonen dat ons lichaam reageert op diëten met tegenacties zoals een verlaagd energieverbruik, hongerhormonen, enz.. Die mechanismen maken het erg moeilijk om niet in het oude, ongezonde eetpatroon te hervallen. Anderzijds blijkt ook dat gezond gedrag probleemloos overgenomen wordt wanneer we een gezonde omgeving creëren. Dat kan bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat gezonde voeding makkelijk beschikbaar is en ongezonde voeding minder voor het grijpen ligt.’
Nu de overheidsinspanningen om covid-19 in te dijken vruchten afwerpen, wordt het tijd om ook die andere, stille doder, aan te pakken.
Moet het beleid actief tussenkomen om ons gedrag aan te passen?
Deschepper: ‘Uit onderzoek blijkt telkens weer dat een overheid ervoor kan zorgen dat we langer en gezonder leven. Wanneer bijvoorbeeld het roken teruggeschroefd werd, gebeurde dat weliswaar met gemor en weerstand maar het resultaat is wel dat minder mensen daardoor vroegtijdig sterven omdat ze ofwel zelf niet verlokt worden tot roken ofwel de rook van anderen niet ongewild inademen. En ook bij deze acties worden vooral de meest kwetsbare groepen beschermd. Rokers weten hoe lastig het is om van het roken af te komen terwijl je niemand zult horen klagen dat hij of zij als kind niet de kans heeft gehad om te roken.’
‘En zo kan het ook met voeding. De suikerrijke, ultrabewerkte voeding die ons nu aangeboden wordt en waarvoor we nu – met dank aan de fietsende maaltijdbezorgers- niet meer uit onze zetel hoeven te komen, heeft ons ongemerkt verslaafd gemaakt. We geven het niet graag toe maar als je verslaving definieert als elk gedrag dat op korte termijn genot geeft maar op lange termijn nadelig is, dan valt bijvoorbeeld suikerrijke fastfood daar perfect onder.’
Welke tools kan de overheid inzetten?
Deschepper: ‘De overheid heeft belangrijke instrumenten in handen zoals wetgeving (bijvoorbeeld rookverbod op openbare plaatsen) en prijssetting (bijvoorbeeld een ‘suikertaks’) en daarmee kan ze jaarlijks duizenden gevallen van vroegtijdige sterfte voorkomen. Een goed doordacht beleid op dat vlak zorgt er ook voor dat de uit de hand dreigende kosten van ziekenzorg ingetoomd worden en dat ons gezondheidssysteem de druk van het toenemende aantal chronische aandoeningen weerstaat. En het kan ook op een vrijwillige manier door bijvoorbeeld een gezondheidslabel toe te kennen aan winkels die bereid zijn een aantal marketingtechnieken die nu gebruikt worden om ’troostvoeding’ te promoten, in te zetten om meer gezonde voeding te verkopen. Nu de overheidsinspanningen om covid-19 in te dijken vruchten afwerpen, wordt het tijd om ook die andere, stille doder, aan te pakken.’
Meer info: ‘Je levensstijl als medicijn’ door Reginald Deschepper, uitgegeven bij Lannoo, 2019.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier