‘Moet je sporten?’ Kinesiste Frédérique Neys kreeg deze vreemde vraag uitgerekend van een arts. Ze begreep onmiddellijk zijn bezorgdheid. Ook zij ziet te vaak gebroken sporters in haar praktijk.
Sporten is een brug naar gezondheid en welbevinden, maar terzelfdertijd verliezen sommigen zich in een zwart-witsituatie, waarbij je sportief niet bestaat als je je niet voorbereidt op een marathon of jezelf niet dagelijks in de gym hebt afgebeuld.
De coronapandemie veroorzaak een wereldwijde stopzetting van de sportcompetities. Professionele atleten zien hun jarenlange arbeid verdwijnen, zonder enig perspectief. Want er is weinig duidelijkheid over de herstart van competities. Geen marathon, geen Ironman, geen voetbal en geen beklimming van de Ventoux. Al die maanden voorbereiding, je zou voor minder 50 keer de muur van Geraardsbergen op fietsen, of het land rondcrossen langs de grens van jouw essentiële verplaatsing. Geen land- of tijdgrens vormt een barrière, zelfs een beklimming vormt geen eindpunt. Er is altijd wel een hogere berg, of hij wordt tien keer afgewerkt, langs de steilste kant.
Atleten surfen op de flow van de ene naar de andere uitdaging. Grenzen zijn voor topatleten weerlegbare begrippen. Het wegvallen van competities leidt tot een zoektocht naar andere mythische symbolen. Hoogtemeters van de Mount Everest simuleren via een lokale helling, of 6.500 keer je huistrap beklimmen, zijn geen uitzonderingen meer. Corona heeft op de creativiteit van onze sportieve helden geen grip en dat is maar goed ook!
Rolmodellen
De honger naar meer maakt van topsporters de rolmodellen van veerkracht. De tragiek en euforie werken inspirerend. We zitten in ons kot en nemen een voorbeeld aan hen. Zonder genetische voorsprong, poreus kraakbeen en haperende voorbereiding, kopiëren we de trainingsprogramma’s van onze nationale helden. ‘Voor minder dan een uur doe ik mijn loopschoenen niet aan’ of ‘een fietstocht van 150 km is losrijden’.
Dat onze knieën tijdens de training smeken om een voorbijkomende Uber is slechts een voetnoot. Onder het motto ‘no pain, no gain’ is rust geen optie. Tijdens de lockdown maakt e-sport zijn intrede bij het grote publiek. We kunnen ons nu rechtstreeks meten in competitie met onze sporthelden. De verhalen van amateurwielrenners die professionals een verkoudheid fietsen op rollen zijn legio.
‘We blijven doorgaan, met het zweet op ons gezicht, om alleen door te gaan’. Dagelijks klinkt Ramses Shaffy in de Vlaamse straten en pleinen. We plannen nog een online krachttraining met personal trainer in onze lockdownroutine. Aansluitend nog een sessie online power yoga als dessert. ‘We zullen doorgaan, telkens als we stil staan’. Tot het breekt…
De desillusie
Ontredderd zie ik te vaak patiënten binnendruppelen in mijn praktijk met een sportieve ontgoocheling. ‘Ik ben niet gemaakt om te sporten, het zit in de familie mijn vader had er ook last’. Niet iedere patiënt komt langs met een gelijkaardig sportief parcours, maar de verhalen zijn quasi identiek.
Excessief sporten is niet slecht, maar slechts een minderheid is genetisch voorbeschikt om sportief te blijven doorgaan. Vandaag lijkt de slinger doorgeslagen. Alsof sportief bestaansrecht verdwijnt indien je geen marathon loopt, liefst de 6 Majors op 1 jaar. Is het de drang naar de eeuwige jeugd, lichamelijke perfectie, sociale druk of een zoektocht naar grenzen en afbakening? We verliezen de positieve gevolgen van beweging door excessief te sporten. Te vaak en te lang in het rood gaan, is ronduit gevaarlijk voor het lichaam.
De essentie?
Het brengt me terug naar de initiële vraag: moeten we aan sport doen? Ik denk van niet, wel is bewegen noodzakelijk om te overleven, inactiviteit is vernietigend voor onze gezondheid. We moeten bewegen, maar soms wordt die sociale druk zo dwingend. Laten we daarom door het wegvallen van de competitie en het sociale contact tijdens deze coronapandemie sporten terugbrengen tot louter zijn essentie. Namelijk het in beweging zijn.
Op dit ogenblik weet niemand met zekerheid hoe de wereld en laat staan de sportwereld zal evolueren. Vergeet even ‘sneller, hoger, verder en langer’, de essentie ligt in het fysiek bezig zijn en de mentale prikkels die je daardoor krijgt.
Uit onderzoek blijkt dat een wandeling of een fietstocht in de natuur wonderen doet voor de hersenen. Probeer jezelf terug te vinden in de lichamelijke beweging. Wanneer je plezier beleeft tijdens het bewegen, ontstaat er een energiestoot in je brein. Laat net deze boost de oorsprong van creativiteit zijn.
Beweging als motor van de creativiteit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier