Hoe meer behandelingen voor lage rugpijn, hoe moeilijker ze te verhelpen is
Te midden van de vele, soms twijfelachtige remedies voor lage rugpijn doet sport het goed.
Mensen die in hun leven nooit te maken krijgen met lage rugpijn, zijn eerder zeldzaam. Meestal verdwijnen de klachten na enkele dagen weer vanzelf, vaak zonder bijzondere maatregelen. Iets meer dan een kwart van deze ruglijders gaat naar een arts. Als de klachten langer dan 12 weken aanhouden, wordt het probleem chronisch genoemd.
In het wilde weg röntgenstralen of scans van de rug laten nemen, is weggegooid geld.
Lage rugpijn heeft meestal te maken met overbelasting van de rug. In 80 tot 95 procent van de gevallen is niet duidelijk waar de pijn precies vandaan komt. Slechts in enkele gevallen is er sprake van een hernia, een ingezakte wervel door osteoporose of een versmalling van het wervelkanaal. Bijkomende onderzoeken zijn alleen zinvol als er voldoende aanwijzingen zijn voor een duidelijk identificeerbare oorzaak. In het wilde weg röntgenstralen of scans van de rug laten nemen, is weggegooid geld. Bovendien is een hernia niet altijd de oorzaak van pijn. Er lopen heel wat mensen rond met tussenwervelschijven met uitstulpingen die geen pijn doen. Men mag de pijn dus niet te snel toeschrijven aan de eerste de beste afwijking die bij een beeldonderzoek te zien is.
Warmte doet wonderen
Bij een acute opstoot van lage rugpijn is paracetamol (tot 4 gram per dag) de eerste keuze als pijnstiller. Andere nietsteroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s) verhelpen de pijn iets beter, maar gaan gepaard met een niet onaanzienlijk risico op maagbloedingen en hart- en nierproblemen. Wat ook efficiënt blijkt te zijn, is de lage rug opwarmen. Daarbij kunnen een kersenpitkussentje of een warmwaterkruik goede diensten bewijzen. Of afkoelen met ijs een gelijkaardig effect heeft, is niet duidelijk. In ons land is het nog steeds een gewoonte om corticosteroïden (cortison) in te spuiten bij rugpijn. Dat lijkt alleen aanvaardbaar bij een geknelde zenuw, maar geen enkele richtlijn beveelt deze injecties aan. De pijn wordt slechts kort onderdrukt, de injecties dragen niet bij tot enig herstel.
Meer rust, meer last
Blijven bewegen, binnen de grenzen van de pijn en zonder de rug ernstig te belasten, is sterk aangewezen (zie kader). Wie blijft bewegen, is in vergelijking met wie rust neemt in bed sneller verlost van de pijn en dus ook sneller weer aan de slag. Bovendien hebben actieve mensen minder last van herval. Wie frequent zware voorwerpen tilt, moet dit advies niet opvatten als een aanbeveling om gewoon verder te doen. Doe rugsparende activiteiten of overweeg zelfs een verandering van werk. Even platte rust nemen in bed kan soms wel de enige oplossing zijn, bijvoorbeeld wanneer de minste beweging pijnscheuten veroorzaakt. Beperk die rust in de tijd : 2 tot 3 dagen lijkt echt het maximum.
Waken over oefenen
Op je matras hoef je, ondanks alle publiciteit, blijkbaar niet te rekenen.
Rugscholen komen er in de evaluaties geregeld slecht uit. Dat kan te maken hebben met de samenstelling van de groepen met mensen met diverse problemen. Uit de analyse van de oefeningen blijkt alvast dat hoe meer het programma aangepast is aan het individuele profiel, hoe groter de kans op een goed resultaat, zowel in pijn als in functioneringsvermogen. Standaardprogramma’s leveren zo goed als niets op. Thuis alleen oefenen brengt geen baat. Oefeningen moeten onder toezicht worden aangeleerd en uitgevoerd, liefst individueel. Eens je de oefeningen onder de knie hebt, kan je thuis op je eentje verdergaan, maar controle en feedback blijven nodig. Rek- en spierversterkende oefeningen leveren de beste resultaten op. Manuele therapie lijkt een klein tot matig effect te hebben, dat echter niet lang duurt. Ondanks wilde verhalen lijken ongewenste effecten bij manuele therapie erg zeldzaam, namelijk bij minder dan 1 op 1 miljoen behandelingen.
Van zooltje tot yoga
Cognitieve gedragstherapie en progressieve relaxatie kunnen goede bewijzen voorleggen voor een matig effect. Dat geldt ook voor interdisciplinaire therapieën. Voor inlegzooltjes, die schokken zouden opvangen en meer stabiliteit zouden geven, bestaat er geen bewijs dat ze lage rugpijn voorkomen of helpen te verlichten. Maar zolang zulke behandelingen weinig tot geen risico’s inhouden en geen zinloze kosten met zich meebrengen, is er geen reden om ze af te raden. Van een hele reeks behandelingen is het effect onduidelijk. Over het effect van acupunctuur bijvoorbeeld lopen er verwoede discussies tussen voor- en tegenstanders. Over steungordels lijkt er unanimiteit te bestaan: ze helpen niet. Massage kan aangenaam zijn, maar het is niet bewezen dat het werkt. Viniyoga zou nuttig zijn, maar hatha yoga dan weer niet. En op je matras hoef je, ondanks alle publiciteit, blijkbaar niet te rekenen.
Beter tillen telt niet
Een vaak voorkomende oorzaak van rugpijn zijn ‘foute bewegingen’, doorgaans een combinatie van een zware belasting van de onderrug met een draaibeweging. Maar het aanleren van ‘correcte bewegingen’ en tiloefeningen heeft weinig effect op nieuwe aanvallen. Vermoedelijk omdat we zoveel verschillende bewegingen in onwaarschijnlijk gevarieerde omstandigheden doen en een mens niet eeuwig hypergeconcentreerd kan blijven.
Liever geen tennismatch
Hoe langer lage rugpijn aanhoudt, hoe groter de invloed van bewegen en sport : die spelen een rol bij het verbeteren van het uithoudingsvermogen en van de kracht van de spieren die de wervelkolom ondersteunen. De grootste aandacht gaat naar een versterking van rug- en buikspieren, maar ook andere spieren mogen niet vergeten worden. Door een versteviging van de spiermassa zal de belastbaarheid van de rug vergroot worden. Zet bij het sporten alleen een stapje terug als de pijn te hevig wordt.
Niet alle sporten zijn geschikt. Activiteiten die een grote spierkracht van de rug vergen, zijn af te raden, zeker in het beginstadium van de pijn. Ook sporten met onverwachte bewegingen, zoals voetbal en tennis, laat je beter achterwege. Geef de voorkeur aan niet-competitieve sporten. Zo houd je het risico op overbelasting klein en kan je geleidelijk opbouwen. Ideaal zijn stevig wandelen, joggen, fietsen en zwemmen. Vooral rugzwemmen is een goed idee, omdat je specifiek de spieren traint die je rug ondersteunen. Wie kiest voor wandelen of fietsen, kan in een fitnesscentrum aanvullende oefeningen doen voor romp- en armspieren.
Wie zich onzeker voelt over wat wel of niet geschikt is, vraagt best advies aan een (sport)arts.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier