Van CO2 tot coronavirus: hoe gezond is de lucht in de klas?
Een goede luchtkwaliteit op school is in coronatijden belangrijker dan ooit. Maar niet alleen mogelijke virussen in de klas hypothekeren de gezondheid van onze kinderen, ook hoge CO2-concentraties, bacteriën en stof doen dat.
De school is een belangrijke plek voor onze kinderen: ze brengen er een groot deel van hun tijd door. Precies om die reden hebben ze alle belang bij een gezonde school- en klasomgeving, die zowel hun fysieke als hun psychische ontwikkeling ten goede komt. Jammer genoeg zijn er op dat vlak nogal wat pijnpunten en die komen in het licht van de coronacrisis weer volop op de voorgrond.
Recent werd duidelijk dat de binnenlucht mogelijk een rol speelt in de verspreiding van het covid-19-virus. Het severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (SARS-CoV-2) overleeft immers tot drie uur lang in microscopisch kleine versies van speekseldruppeltjes, zogenaamde aerosolen, die door ademhaling en spraak vrijkomen. De hoeveelheid van die deeltjes neemt toe naarmate kinderen en leerkrachten meer en luider praten in de klas. Vandaar de verplichting om in de klas een mondmasker te dragen. Hoewel het nog niet betekent dat er via aerosolen daadwerkelijk een besmetting kan plaatsvinden, benadrukken virologen dat een voldoende en correcte, (natuurlijk) ventilatie in klaslokalen, naast handen wassen en social distancing, essentieel is.
Regelmatig ventileren om de binnenlucht te verversen is een eenvoudige, volledig kosteloze maatregel die niet alleen in coronatijden een absolute must is. In veel scholen laat het binnenklimaat immers ook in niet-coronatijden te wensen over. Vooral de ongezond hoge concentratie CO2 is een bezorgdheid.
Sandrine Bladt bestudeert sinds 2010 de impact van de luchtkwaliteit op kinderen, onder meer voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. ‘Aanvankelijk richtten we ons op de kwaliteit van de binnenlucht in woningen. Geleidelijk aan breidden we ons werkgebied uit naar de kinderdagverblijven en uiteindelijk ook naar de basisscholen in het Brussels Gewest. We moesten wel verder kijken dan de woonomgeving, aangezien een derde van de gezondheidsproblemen die mogelijk te maken hadden met het binnenklimaat betrekking had op kinderen tussen 0 en 6 jaar. De kinderen hadden last van de luchtweginfectie bronchiolitis, astma, enzovoort. De helft was zelfs jonger dan 2 jaar. We namen stalen en deden metingen in de klaslokalen van verschillende scholen in het Brussels Gewest. Het grootste probleem was de hoeveelheid koolstofdioxide (CO2), met concentraties die veel hoger lagen dan de normale waarde van 1000 ppm. In sommige klaslokalen kwam de CO2-concentratie aan het einde van de dag makkelijk boven 3000 ppm uit. Die hoge concentratie is het gevolg van te weinig luchtverversing. De CO2 die de kinderen uitademen doet de waarde geleidelijk stijgen.’
Ramen open
De enige remedie voor een te hoge CO2-concentratie in een ruimte is de ramen opengooien. In klaslokalen zou dat voor het begin van de les, bij elke pauze en aan het einde van de dag moeten gebeuren.
Sommige scholen in ons land hebben al kleine CO2-meters aangekocht, met gekleurde lampjes die aangeven binnen welke marges de concentratie in het klaslokaal zich bevindt. ‘Zo’n toestel is nuttig, omdat je bij een oranje of rood lampje weet dat je moet verluchten. Het maakt de leerkrachten en leerlingen ook bewust van het feit dat de lucht vaker dan je denkt ververst moet worden’, zegt Bladt. De enige remedie voor een te hoge CO2-concentratie in een ruimte is de ramen opengooien. In klaslokalen zou dat voor het begin van de les, bij elke pauze en aan het einde van de dag moeten gebeuren.
Marc Roger van Hainaut Vigilance Sanitaire benadrukt dat daar erg weinig tijd voor nodig is. ‘Tien minuten volstaan om de lucht te verversen zonder de muren af te koelen. Daarbij gaan misschien wel wat warmtecalorieën verloren, maar niet de calorieën die in de muren blijven zitten. Het is net die warmte die het warmtegevoel in de ruimte bepaalt.’
Sommige scholen beschikken over een ventilatiesysteem dat permanent aan staat. ‘Dat is niet slecht, maar we hebben ook ventilatiesystemen gezien waarvan de filters niet regelmatig genoeg vervangen werden. In dat geval wordt de lucht niet goed ververst en kan het ventilatiesysteem een broeihaard worden van bijvoorbeeld schimmels. Leerkrachten dekken de ventilatieroosters soms af omdat ze het koud hebben, waardoor het systeem nutteloos wordt. Een raam dat enkele minuten openstaat, stoort niemand.’
Is het wel zo verstandig om de ongezonde binnenlucht te vervangen door buitenlucht die al even vervuild is? ‘Ook de buitenlucht kan vervuild zijn, zeker als de ramen uitgeven op een baan met druk verkeer. Maar dat is slechts voor een minderheid van de klaslokalen zo, en zelfs dan is de concentratie vervuilende stoffen binnen hoger dan buiten’, benadrukt Sandrine Bladt.
‘In dat geval zou je buiten het spitsuur kunnen ventileren, maar het is wel nodig.’ ‘Alleen bij mist raden we ventileren af’, voegt Marc Roger eraan toe.
Schimmels en bacteriën
Een onderzoek van Test-Aankoop in 2007 vond ook schimmelsporen in de lucht, vluchtige organische stoffen (VOS) zoals tolueen en benzeen, afkomstig van bijvoorbeeld markeerstiften, verf en lijm, en formaldehyde, vooral afkomstig van meubelen en vloerbedekking.
‘Op dat vlak lijkt er vooruitgang te zijn’, meent Marc Roger. ‘Sinds de Reach-verordening van de Europese Unie, die de producenten een kader geeft voor de producten die ze mogen gebruiken, en dankzij een bewustwording bij bepaalde instanties wordt er steeds minder formaldehyde gevonden in de klaslokalen.’
Volgens metingen van het laboratorium van Leefmilieu Brussel zijn ook vluchtige organische stoffen slechts in beperkte hoeveelheden aanwezig in de Brusselse klaslokalen.
Sandrine Bladt wijst dan weer op het gevaar van bacteriën. ‘Dat komt vooral door gebrekkig onderhoud. Je vindt bacteriën bijvoorbeeld op het werkblad in keukens en op de tafels waar de kinderen eten. Een oorzaak kan zijn dat de vaatdoeken niet goed schoongemaakt worden en ook niet dagelijks vervangen worden. Dat betekent niet dat je de oppervlakken met bleekwater of een ander agressief product te lijf moet gaan, want ook die kunnen de binnenlucht vervuilen.’
Oppervlakken ontsmetten is alleen nodig bij een risico op infectie, als een ziek kind heeft overgegeven op de vloer of het verschoningskussen bijvoorbeeld.
De daling van de hoeveelheid zuurstof in de lucht maakt het moeilijker om zich te concentreren, de kinderen kunnen minder goed luisteren, durven weleens in te dommelen, presteren minder goed. Ook de leerkracht raakt vermoeid.
In sommige scholen vormen ook schimmels een risico voor de gezondheid. ‘Schimmels zijn hardnekkig, waardoor het idee ontstaat dat ze onvermijdelijk zijn’, verduidelijkt Marc Roger. ‘Maar je kunt ze wel degelijk terugdringen, door ze te verwijderen of de bron van de vochtigheid aan te pakken, tot de mogelijkheid zich aandient of er voldoende financiële middelen zijn om het probleem ten gronde aan te pakken. Ook dan is regelmatig verluchten belangrijk.’
Als er schilderwerken nodig zijn in de klaslokalen, doe die dan niet enkele dagen voor de start van het schooljaar, maar bij het begin van de vakantie. Zo is er voldoende tijd om de verf te laten drogen en alle sporen van vervuilende stoffen in de lucht te elimineren door zo veel mogelijk te verluchten, lang voor de leerlingen weer op de schoolbanken zitten.
Ook stof kan een probleem vormen. ‘Je vindt in klaslokalen vaak hoekjes waar boeken, papier, stoffen en allerlei voorwerpen zich opstapelen’, zegt Sandrine Bladt. ‘Die worden stoffig en zijn moeilijk schoon te maken. Maar zulke stofnesten kunnen bij gevoelige kinderen ademhalingsziekten veroorzaken. Ideaal zijn kasten met deuren waar alles in opgeborgen kan worden.’
Onhandelbare kinderen
Een te hoge CO2-concentratie kan hoofdpijn veroorzaken. De daling van de hoeveelheid zuurstof in de lucht maakt het moeilijker om zich te concentreren, de kinderen kunnen minder goed luisteren, durven weleens in te dommelen, presteren minder goed. Ook de leerkracht raakt vermoeid.
Bepaalde VOS, bacteriën en schimmels werken dan weer ademhalingsstoornissen in de hand, gaande van bronchiolitis tot astma. Ze bevorderen ook ziekten die via de lucht overgedragen worden of prikkende ogen veroorzaken. Over het algemeen zijn ze weinig giftig, maar ze kunnen het leerproces schaden en het schoolverzuim verhogen.
Ventileren is niet meer dan een goede gewoonte. En zelfs al is er een wettelijke ventilatienorm, toch is die op zich niet bindend. De goede wil van de leerkracht is dus de bepalende factor.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier