1 jaar telewerk: hoe houden we langdurig thuiswerk vol zonder op te branden?
Sinds vorig jaar wonen en leven kantoorwerkers letterlijk op hun werk. Thuiswerk verhoogt dan wel de levenskwaliteit, maar is dat ook zo als het de norm is?
Voor heel wat werknemers voelde het aan als een bevrijding toen op 18 maart 2020 in de strijd tegen het coronavirus het verplichte telewerk werd ingevoerd. Geen files of treinritten meer naar kantoor, vrijgekomen pendeltijd die nu nuttig kon worden ingevuld door meer te bewegen en geen overdaad aan prikkels meer op luidruchtige landschapsbureaus.
Vandaag, een jaar na de abrupte invoering van verplicht thuiswerk, werken nog steeds tussen de 35 en de 40 procent van de Belgen volledig van thuis uit, maar ondertussen hebben werknemers en werkgevers ook de beperkingen van deze gouden kooi leren kennen.
Op het eerste gezicht is thuiswerk inderdaad bevrijdend, maar de nieuw gewonnen vrijheid kan tegelijk een beklemmend gevoel geven. Sommigen hebben weinig telewerkervaring en de virtuele manieren om samen te werken beginnen door te wegen. Het gevoel dat we letterlijk op ons werk wonen, neemt ook steeds meer de bovenhand en heeft een invloed op het familiale leven. Door het wegvallen van de pendeltijd werken we al eens wat langer door of checken we onze mailbox wat meer. We willen toch niet dat onze baas denkt dat we het wat rustiger aan doen, zeker? En de verloren buffertijd laat ons niet meer toe om mentaal over te schakelen van werk naar privé.
Wat vooral belangrijk is, is hoe je met dat thuiswerk omgaat en welke relatie je onderhoudt met je collega’s.
Ralf Caers, expert in werkbaar werk
Maar vooral, we missen de band met onze collega’s en de niet-werkgerelateerde momenten (lees: de roddels aan de koffiemachine) op kantoor.
De weldaden van collegiaal contact
Het aantal zoekopdrachten voor “thuiswerk en burn-out” op zoekmachines nam in de loop van 2020 opvallend toe. Een jaar na de invoering van het verplichte telewerk is het echter nog te vroeg om het potentieel probleem van “teleburn-out” in Vlaanderen in kaart te brengen.
‘Thuiswerk is een mogelijke factor waar we rekening mee moeten houden bij burn-out, maar het is niet evident om de exacte rol van de thuisomgeving na te gaan’, zegt Ralf Caers, professor aan de KU Leuven en expert in werkbaar werk. ‘Wat vooral belangrijk is, is hoe je met dat thuiswerk omgaat en welke relatie je onderhoudt met je collega’s. Zo kan een sterk team dankzij digitale koffiepauzes al voor een deel het verlies aan verbondenheid compenseren en zich op die manier beter wapenen tegen stress en burn-out dan mensen die thuis in isolement werken.’
Soms is het ook zo dat werknemers in hun privéleven een beperkt vangnet hebben en hun sociale contacten vooral uit de arbeidscontext halen. ‘Voor die mensen heeft thuiswerk een grotere impact’, aldus Caers. ‘Wie proactief is en zelf het initiatief neemt om contact te zoeken met collega’s, verkleint de kans om in een isolement te raken.’
Uitputting, onverschilligheid en onefficiëntie
Burn-out door slecht gemanagede chronische werkstress was voor corona al een bekend fenomeen. De drie belangrijkste symptomen zijn uitputting, cynisme/onverschilligheid en een gebrek aan efficiëntie.
Sommige persoonlijkheidstypes lopen een hoger risico op burn-out: perfectionisten, zowel op positieve (loyaal, plichtsbewust) als negatieve wijze (hoge standaarden stellen, nood aan controle), en ja-knikkers, individuen die hun grenzen niet kunnen stellen. Sinds corona zijn daar de werkende ouders bijgekomen, zeker in een periode toen de kinderen genoodzaakt waren om thuisonderwijs te volgen.
De symptomen van een burn-out zijn:
– Uitputting (zowel fysiek als mentaal)
– Mentale distantie (Patiënten nemen vaak een onverschillige en cynische attitude aan, functioneren grotendeels op automatische piloot, vertonen minder enthousiasme en interesse in het werk)
– Cognitieve ontregeling (zoals geheugenproblemen, aandachts- en concentratiestoornissen)
– Emotionele ontregeling (oncontroleerbare, heftige emotionele reacties, zoals woede- of huilbuien. Patiënten zijn overstuur zonder te weten waarom).
Maar het is niet zo dat het hebben van een bepaalde persoonlijkheid bestempeld moet worden als de oorzaak van een burn-out. Die is hoofdzakelijk toe te schrijven aan overbelasting en een slecht management op het werk.
Hier ligt dan ook een belangrijke taak weggelegd voor de werkgever, die zich het best empathisch opstelt en vertrouwen geeft aan zijn personeel. ‘De leidinggevende moet zich bewust zijn van de stresssymptomen van werknemers en hen op het belang van tijdige rustpauzes wijzen’, zegt Caers. ‘Hij moet erop vertrouwen dat de werknemer hier ook effectief naar handelt, want we mogen niet afglijden naar een maatschappij waarin werkgevers spyware installeren op de computer om te zien of mensen wel genoeg rust nemen.’
Gebrek aan feedback en appreciatie
Ook het uitspreken van waardering door de werkgever is in coronatijden belangrijker dan ooit. In het begin van de pandemie bleek dat goed mee te vallen. ‘Uit onderzoek na de eerste lockdown blijkt dat de Vlaming best tevreden was over het contact met de leidinggevende met betrekking tot de taakverdeling enerzijds en emoties anderzijds’, legt Caers uit. ‘De leidinggevende hield rekening met de situatie, dacht beter na over hoe hij bepaalde zaken aanbracht en stelde zich zorgzamer op.’
Naarmate de coronacrisis voortraast, verdwijnen schouderklopjes en feedback al wat meer naar de coulissen. Teams, Zoom en andere technologieën kunnen de spontane contacten immers niet vervangen.
Uit een bevraging van Protime, een specialist in onder meer tijdregistratie en werkplanning, tussen 17 en 26 februari 2021 blijkt dat ruim één op de vijf werknemers minder complimenten over de werkprestaties krijgt. ‘Het gemis aan deze opbouwende feedback van collega’s en leidinggevenden kan ervoor zorgen dat we ons minder gewaardeerd voelen op het werk wat op zijn beurt kan leiden tot meer stress- en burn-outklachten’, duidt Lode Godderis, professor arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven. ‘Dat we ons minder gewaardeerd voelen, heeft ook te maken met een veel minder uitgesproken referentiekader, “Doe ik het wel goed?”, “Voldoe ik aan de verwachtingen?”.’
Daarmee samenhangend is het hardnekkige beeld dat een thuiswerker het allemaal wat rustiger aan zou doen omdat niemand hem kan zien of controleren. Dat klopt niet. Mensen die telewerken kloppen juist meer uren, bijvoorbeeld omdat ze pauzes overslaan, doorwerken of ’s avonds nog wat extra werk verrichten.
Hard werken mag geen taboe zijn
Toch benadrukt Caers dat hard werken absoluut geen taboe mag zijn. ‘Er zijn mensen die perfect ’s avonds tussen 20 en 23 uur nog een aantal uurtjes extra kunnen telewerken en toch hun grenzen respecteren. Hard werken en de resultaten die je daarmee bereikt, kunnen iemand juist ook heel veel motivatie geven. Veel en laat werken is dus niet noodzakelijk slecht, maar je moet wel je grenzen bewaken. En dat heb je volledig zelf in de hand.’
Nog meer tips om thuis te werken zonder op te branden
- Vermijd dat je thuis en kantoor één worden: stel grenzen tussen de professionele wereld en je persoonlijke leven. Bepaal een plek in huis dat enkel voorbehouden is voor de job. Werk niet in de slaapkamer, want dan ga je die ruimte op de duur associëren met je werk wat mogelijk slaapproblemen veroorzaakt. Is je werkplek in de woonkamer of keuken? Leg dan alles uit het zicht als de werkdag eindigt. Wanneer je afsluit, ben je niet meer bereikbaar voor je baas. Spreek dan ook duidelijk af wat het start- en eindpunt van je werkdag is en neem tijdens de lunchpauze en andere pauzes zo veel mogelijk fysiek afstand van je pc.
- Houd je vast aan een routine en voer vaste rituelen in: wanneer je op kantoor gaat werken, creëer je automatisch structuur. Elke dag begint en eindigt immers met de pendeltijd. Zonder deze bakens kan een dag al snel verzanden in overwerk. Stel een schema op dat je in staat stelt om je werk gedaan te krijgen en tegelijk een persoonlijk leven te onderhouden. Dwing jezelf naar buiten: begin je dag met een rondje joggen of een wandeling om vervolgens thuis te ontbijten en op een bepaald uur de werkdag aan te vangen. Neem een vaste lunchpauze en werk tot een specifiek uur in de namiddag. Daarna spendeer je de rest van de dag aan niet-werkgerelateerde zaken.
- Neem pauzes: door de afwezigheid van collega’s nemen thuiswerkers vaak minder pauzes en werken ze langer door. Het is echter niet omdat je langer voor je scherm zit, dat je ook productiever bent. Onze aandacht heeft, net als onze spieren, maar een beperkte draagkracht. In plaats van af en toe even weg te gaan van de pc, proberen veel werknemers acht productieve uren uit een werkdag te persen. Een pauze is nochtans een goed moment om jezelf op te laden door even wat te gaan sporten, yoga te beoefenen, een cake te bakken of met de kinderen te spelen. Het is een vrijheid die we snel vergeten, maar tegelijk een van de redenen waarom zoveel mensen zo graag van thuis werken.
Lees ook:
‘Sluit een werknemer na een burn-out in de armen in plaats van zijn kansen te fnuiken’
‘Op weg naar een teleburn-out? Deze tips maken het voltijds thuiswerk leefbaar’
‘Van werkstress tot burn-out: we zijn allemaal het slachtoffer van een winstziek virus’
Computerogen, lockdownrugpijn en coronakilo’s: een jaar telewerken eist zijn tol
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier