De schade van de trage formatie: ‘Er is een gebrek aan verantwoordelijkheidszin in de Wetstraat’
De federale formatie zit in het slop, wat niet verwonderlijk is gezien de verkiezingsuitslag. Maar menig waarnemer ergert zich eraan hoe licht politici daar overheen gaan. Knack sprak met Carl Devos, Wim Moesen, Geert Noels en Paul Buysse.
We zijn ruim vijf weken na de verkiezingen en zeker federaal komt er geen schot in de regeringsvorming. De kiezer heeft de kaarten dan ook extreem lastig geschud, hoor je telkens weer, en zolang de N-VA en de PS, respectievelijk de grootste Vlaamse en Franstalige partij, niet met elkaar aan tafel willen, is er weinig hoop op een doorbraak. Het komt er nu op aan de tijd zijn werk te laten doen. Maar het is nog maar de vraag hoeveel tijd politici is gegund, en of die afwachtende houding wel van veel politiek sérieux getuigt. Zeker omdat intussen de dagen worden gevuld met nepgesprekken (de N-VA die met het Vlaams Belang zogenaamd inhoudelijke gesprekken voert in Vlaanderen) of nepformaties (de PS die met Ecolo onderhandelt over een weinig waarschijnlijke minderheidsregering in Wallonië), en met de persoonlijke carrièreplanning van een aantal toppolitici, denk aan Kris Peeters (CD&V) of Didier Reynders (MR).
Er is in de Wetstraat een soort gewenning gegroeid aan eindeloos aanslepende formaties.
Carl Devos, UGent
Om politici wakker te schudden, doken de voorbije weken tal van denksporen op: een soort shutdown van de federale overheidsdiensten als de begroting zou ontsporen, de lonen van politici korten, de Nationale Bank inschakelen om een begroting op te maken – zeker nu het Planbureau voor volgend jaar een begrotingstekort van 10 miljard euro in het vooruitzicht stelt.
Allemaal weinig haalbare voorstellen, misschien, maar wel tekenend voor de groeiende irritatie over het onvermogen van ’s lands politieke leiders om op een realistische manier met de verkiezingsuitslag aan het werk te gaan.
‘Grote lichtzinnigheid’
Ook politoloog Carl Devos (UGent) ergert zich aan de inertie en de ‘wereldvreemde schertsvertoningen’ in de Wetstraat. ‘Ik ben de voorbije weken door diplomaten, buitenlandse investeerders, bedrijfsleiders en banken uitgenodigd om tekst en uitleg te geven bij de politieke situatie. Dan moet ik zeggen: de kans is reëel dat België dit jaar geen federale regering meer krijgt, en in afwachting van meer federale duidelijkheid is men ook in de deelstaten de zaken aan het rekken. En dan krijg ik telkens de vraag: wat is daarvan de goede zin? Waarom beginnen jullie er niet gewoon aan?’
De nochtans goed van de tongriem gesneden prof kan er ook geen overtuigende argumenten meer voor bedenken. Want de redenering dat de kiezer het de politiek niet gemakkelijk heeft gemaakt, gaat ook maar ten dele op. Devos: ‘Het lijkt er vooral op dat in de Wetstraat een soort gewenning is gegroeid aan eindeloos aanslepende formaties. De regeringsvormingen in 2007, 2010 en 2014 waren de langste uit onze geschiedenis. In 2010 hebben we met 541 dagen zonder volwaardige regering zelfs een wereldrecord gevestigd.’ Daardoor is onder politici het gevoel ontstaan dat met langdurige periodes zonder regering wel te leven valt. ‘Die houding getuigt van een gebrek aan verantwoordelijkheidszin en van grote lichtzinnigheid’, vindt Devos. ‘Die spoort dan weer met de verschrikkelijk lichtzinnige verkiezingscampagne die we achter de rug hebben.’
In die campagne was zelfs de overtreffende trap vaak niet sterk genoeg om de dringende maatschappelijke problemen te benoemen waarvoor we heten te staan. Pleidooien voor verregaande hervormingen waren ook niet van de lucht. Na 26 mei is die staat van urgentie bij politici helemaal verdampt. ‘Of het nu ging om zorg, onderwijs, klimaat, pensioenen, justitie en last but not least de federale begroting: politici overschreeuwden elkaar dat dringende en radicale maatregelen noodzakelijk waren’, zegt Devos. ‘Maar sinds 26 mei zien we futloze, slenterende politici, die alleen maar bezig zijn met politieke spelletjes, gericht op het maximaal verzilveren van de eigen partijpolitieke belangen. Maar het is het een of het ander: ofwel heeft men vóór 26 mei de omvang van de problemen schromelijk overdreven, ofwel gedragen politici zich sinds 26 mei totaal onverantwoordelijk. ‘
Voor Devos speelt een gebrek aan politiek leiderschap de Wetstraat parten. Want zoveel uitwegen uit de impasse zijn er uiteindelijk niet, vervolgt hij. ‘In Vlaanderen is een voortzetting van de Zweedse coalitie de enige werkbare optie, in Wallonië is dat een paarse of paars-groene regering, want PS en Ecolo hebben samen geen meerderheid. Federaal ligt een zogenaamde bourgondische coalitie met N-VA en PS het meest voor de hand, en pas als dat niet zou lukken – maar die vaststelling moet wel eerst worden gemaakt -, kan men een paars-groene formule overwegen, eventueel aangevuld met CD&V.’
Bovendien: moeilijk gaat ook. Politici worden verkozen om de staat te besturen. Degenen die daarvoor een mandaat vragen aan de burgers, moeten zich als ‘professionals’ gedragen, vindt de Gentse prof. ‘Dit is het moment voor politici om volwassen te worden. Wie daartoe niet in staat is, moet een ander vak kiezen.’
Voorlopig bewind
Eigenlijk heeft België geen volwaardige federale regering meer sinds de N-VA eind 2018 uit onvrede met het VN-migratiepact de regering verliet. Daardoor kon er ook geen begroting voor dit jaar worden goedgekeurd, en werkt de federale overheid nu met een systeem van zogenaamde voorlopige twaalfden. ‘Dat houdt in’, zegt Wim Moesen, emeritus hoogleraar publieke economie (KU Leuven) ‘dat de overheid elke maand niet méér kan uitgeven dan één twaalfde van de laatste goedgekeurde jaarbegroting, behalve als er opeens om demografische redenen bijvoorbeeld meer mensen met pensioen zouden gaan, of om internationale verplichtingen na te komen.’
Nieuw beleid voeren zit er met dit voorlopige begrotingsstelsel niet in. Dat is ook de reden waarom sommige begrotingsexperts, zoals hoogleraar publieke financiën Herman Matthijs vorige week nog op Knack.be, de voorlopige twaalfden niet eens zo’n slechte zaak vinden. In de praktijk komen die namelijk neer op een ‘automatische bezuinigingsoperatie.’
Dat klopt, aldus Wim Moesen, maar ideaal is de situatie vanuit begrotingsoogpunt zeker niet. ‘Het meest wenselijke schema is dat er tegen 21 juli een nieuwe federale regering in het zadel zit die tijdens de zomermaanden, na het verloren begrotingsjaar 2019, een degelijke begroting opstelt waarmee de nieuwe premier de tweede dinsdag van oktober zijn of haar State of the Union stoffeert.’ Zonder zo’n begroting, het hart van een regeerakkoord en het fundament onder elk beleid, kan een regering in het parlement ‘eigenlijk niks gaan vertellen’.
Maar het ziet er niet naar uit dat het door Moesen gewenste scenario werkelijkheid wordt, met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien. ‘Het eerste gevaar van een langgerekte federale formatie is dat we moeilijkheden met Europa krijgen’, zegt Moesen. ‘Uiterlijk op 15 oktober moet ons land een ontwerpbegroting indienen bij de Europese Commissie.’
Het eerste gevaar van een langgerekte federale formatie is dat we moeilijkheden met Europa krijgen.
Wim Moesen
Het is niet waarschijnlijk dat dit een solide werkstuk wordt. ‘En België geldt in Europa al als een budgettaire belhamel’, aldus Moesen. ‘Bij onze laatste echte begroting, die van 2018, heeft de Commissie een oogje dichtgeknepen. Het tekort was groter dan toegestaan, maar een aantal structuurhervormingen werden positief bevonden, vandaar. Vervolgens heeft Europa rekening gehouden met het verkiezingsjaar 2019. Maar nu zijn alle excuses voor een gebrek aan begrotingsernst opgebruikt.’ Al geeft Moesen toe dat de kans dat de Commissie hard uithaalt naar België ook weer niet bijster groot is. ‘Grote lidstaten zoals Frankrijk en Italië zitten budgettair nog meer in de nesten.’
Maar ‘bakkeleien’ met Europa kan zorgen voor internationale aandacht die België kan missen als kiespijn. ‘Zo kom je bij het tweede gevaar van een langdurige federale crisis, ‘ vervolgt Moesen, ‘namelijk dat België in het vizier van de financiële markten komt. Er hoeft maar één klein artikeltje te verschijnen op pagina vijf van de krant Financial Times: wat is er allemaal in België aan de hand? Gaat het land uit elkaar vallen? Als grote beleggers, banken of verzekeringsmaatschappijen die Belgisch staatspapier in handen hebben daar lucht van krijgen, gaat de rente die we op nieuwe leningen moeten betalen omhoog. Want die beleggers gaan een risicopremie eisen.’
In 2011 is na 541 dagen vruchteloos onderhandelen en een politieke crisis zonder weerga is juist vanwege de dreiging van stijgende rente uiteindelijk de regering-Di Rupo er gekomen. Dat scenario lijkt nu weinig waarschijnlijk, de rente daalt en sommigen voorspellen zelfs een negatieve rente. ‘Maar financiële markten houden niet van onzekerheid en kunnen snel omslaan’, aldus professor Moesen. ‘Zoiets is als een lawine. Dat overkomt je en daar heb je geen controle over.’
Daarom pleit Moesen, nu het plan A van een snelle federale regering niet haalbaar blijkt, voor het uitrollen van een plan B. Hij denkt daarbij aan wat hij een ‘voorlopig bewind’ noemt – geen bestuurlijke commissie van notabelen zoals tijdens de Belgische omwenteling in 1830, maar een in tijd, omvang en opdracht beperkte federale regering ‘met goed onderlegde staatsmannen en -vrouwen, die geen eigen carrière meer beogen’. Die federale ‘rompregering’, die tot stand zou komen in overleg met de deelstaten, moet gedurende maximaal anderhalf jaar op de winkel letten. Die tijd zouden de partijvoorzitters dan weer benutten om echte federale regeringsonderhandelingen tot een goed einde te brengen.
‘Formeel kan dat voorlopig bewind alle dingen doen die een gewone regering doet’, vervolgt Moesen, maar beleidsmaatregelen moeten wel telkens aan het parlement worden voorgelegd. Als er na anderhalf jaar voorlopig bewind nog steeds geen nieuwe federale regering kan worden gevormd, komen er nieuwe verkiezingen.
‘Belachelijk’
Ook econoom Geert Noels ziet met lede ogen aan hoe politiek stratego en partijpolitieke afwegingen de totstandkoming van daadkrachtige regeringen in de weg staan. ‘Terwijl op alle beleidsniveaus sterk beleid nodig is, zowel Vlaams als federaal.’
Buitenlandse investeerders willen niet na elke verkiezing een jaar wachten om te vernemen welk sociaal-economisch en fiscaal beleid er op hen afkomt.
Carl Devos
Wat is er dan aan van de redenering dat de economische omstandigheden – lage rente en een redelijke groei – van dien aard zijn dat we wel even zonder federale regering voortkunnen? ‘ Les excuses sont faites pour s’en servir’, zegt Noels. ‘Dat de rente laag staat, speelt eigenlijk in ons nadeel, want dat schept een vals gevoel van veiligheid. En het klopt dat de groei vandaag, anders dan in het verleden, tamelijk arbeidsintensief is, maar dat is geen reden om de kop in het zand te steken: het land moet bestuurd worden.’
Samen met Carl Devos pleitte hij in een opmerkelijk opiniestuk in de krant De Tijd voor een zogenaamde federale ‘spiegelregering’ – een confederale regering zou te beladen klinken, geeft hij toe – samengesteld uit de partijen die aan de ene kant de Vlaamse en aan de andere kant de Waalse regering vormen. ‘Tot we iets beters vinden’, zegt Noels aan de telefoon met Knack.
Als zakenman Paul Buysse in zijn enorme netwerk over de politieke toestand van het land van gedachten wisselt, merkt hij ook dat zijn gesprekspartners, die al niet zo’n hoge dunk meer hebben van het politieke bedrijf, ‘echt niet zouden begrijpen dat politici niet binnen een redelijke termijn tot een compromis zouden komen over de vorming van een federale regering’.
‘Het feit dat de N-VA en de PS voorlopig elk gesprek met elkaar weigeren, heeft een dramatische, verlammende uitwerking op de federale onderhandelingen’, aldus Buysse. Hij denkt daarom in de richting van een in de tijd beperkte regering van technocraten, enigszins vergelijkbaar met het technocratenkabinet van de econoom Mario Monti in Italië in 2011. ‘Een regering van technocraten die een oordeelkundig budget opstelt, gericht op duurzame groei op de middellange termijn. Daar hebben we in vergelijking met onze buurlanden veel te weinig op ingezet’, verduidelijkt Buysse.
Buysse is ook voorzitter van de Brexit High Level Group, die belast is met het opvolgen van de mogelijke impact van de brexit op onze economie. ‘Als je ziet wat er potentieel op ons afkomt, zou ik politici willen oproepen om snel het geweer van schouder te veranderen. We hebben nu, meer dan ooit, kordate besluitvorming nodig.’ Buysse hoopt dat de N-VA en de PS hun wederzijdse veto’s laten varen. Maar niet om politieke energie te stoppen in een nieuwe staatshervorming. ‘Dat zou op dit moment niet alleen belachelijk, maar ook onverantwoordelijk zijn.’
Maar op dit moment zit de zaak zeker federaal nog muurvast. De PS wil niet met de N-VA praten. Omgekeerd naar verluidt wel, maar dan alleen over datgene wat voor de PS sowieso niet te verkroppen valt, namelijk het confederalisme. Hoelang de hoofdrolspelers in de Wetstraat die patstelling zullen volhouden: Joost mag het weten. ‘Ik was onlangs ook uitgenodigd door de Amerikaanse ambassade’, vertelt Carl Devos. ‘Ook daar stootte ik alleen op onbegrip over hoe achteloos onze politici hier kostbare tijd laten verstrijken. Buitenlandse investeerders willen niet na elke verkiezing een jaar wachten om te vernemen welk sociaal-economisch en fiscaal beleid er op hen afkomt. Die willen stabiliteit en voorspelbaarheid.’ Het komt erop neer dat België zich misschien één keer een politieke crisis zoals in 2010-2011 kan veroorloven. ‘Maar voor recidive en steeds terugkerende systeemcrisissen, hoor je in die kringen, zal ons land uiteindelijk een hoge prijs betalen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier