‘Zeker tot oktober kunnen we verder zonder een federaal regeerakkoord’
Hoe overtuig je onwillige partijen in dit land om hun campagneveto’s te laten varen en aan federale regeringsonderhandelingen te beginnen? Op economisch-financiële druk hoeven we voorlopig alvast niet te rekenen, zegt professor Herman Matthijs.
‘Het is simpel’, zegt hoogleraar publieke financiën Herman Matthijs (UGent en VUB) over de mogelijke impact van een lange periode zonder federale regering op de overheidsfinanciën: ‘Op dit ogenblik is er een begroting van voorlopige twaalfden: daarbij mag de overheid per maand niet meer uitgeven dan een twaalfde van de vorige jaarbegroting. Het voordeel van dat systeem is dat je nooit meer kunt uitgeven dan in je laatst goedgekeurde begroting. In de praktijk komt dat neer op een besparing. Zo kunnen we nog wel een paar maanden verder.’
‘Bovendien is de rente op dit moment extreem laag, ze kan zelfs negatief worden. Dat maakt ook de staatsschuld dragelijker. We zitten dus in een heel andere situatie dan in 2010 en 2011, toen onder druk van de financiële markten en de stijgende rente de regering-Di Rupo uiteindelijk op de been is gebracht.
Een soortgelijke externe druk valt nu niet te verwachten?
Herman Matthijs: Nee, want de rente zal niet stijgen, zoals in 2011, maar dalen. Daarbij komt nog dat de deelstaten samen met de lokale besturen toch 40 procent van de totale publieke middelen beheren, en zij hebben wél normale begrotingen. Het gaat dus alleen over de federale overheid en de sociale zekerheid. Zeker tot oktober zie ik geen problemen opduiken die politici tot snelle actie zouden kunnen aanzetten.
We zitten in een heel andere situatie dan in 2010 en 2011, toen onder druk van de financiële markten de regering-Di Rupo uiteindelijk op de been is gebracht.
En wat als er dan nog altijd geen federale regering is?
Matthijs: Dat zal afhangen van de economische situatie. Maar ik verwacht dat de belastinginkomsten zullen stijgen, omdat meer mensen aan het werk zijn en de werkloosheid blijft dalen. Dat is goed nieuws. Stel dat dit najaar de economische groei abrupt stilvalt en onder de 1 procent zakt: dan kunnen er problemen ontstaan. Maar met de huidige economische vooruitzichten zie ik dat niet gebeuren.
Er is natuurlijk wel een politieke moeilijkheid. De regering in lopende zaken heeft in de verste verte geen meerderheid in het federale parlement — ze beschikt maar over 38 van de 150 Kamerzetels. Dat is ongezien in de Belgische politieke geschiedenis, en dat kan nog lastig worden. Eind juli moet die begroting van voorlopige twaalfden opnieuw worden verlengd: het benieuwt me welke partijen dan de nieuwe voorlopige kredieten zullen goedkeuren.
Ondertussen stelt het Planbureau voor volgend jaar wel een begrotingstekort van liefst 10 miljard euro in het vooruitzicht.
Matthijs: Dat zogenoemde gat van 10 miljard slaat niet alleen op volgend jaar. Het is een projectie, een berekening op grond van mogelijke uitgaven die tot 2021 en 2022 zouden doorlopen. De plannen van de volgende regering zullen doorslaggevend zijn.
Is er geen federale regering nodig om na 31 oktober de brexit het hoofd te bieden?
Matthijs: De brexit komt er nooit in oktober. Tegen dan is er nog geen nieuwe Europese Commissie aangesteld, is de opvolger van Europees president Donald Tusk nog niet aan het werk. De brexit komt er ten vroegste in 2020.
Je zou inderdaad kunnen denken dat er van Europa enige dreiging zal uitgaan, omdat België geacht wordt half oktober een ontwerp van begroting bij de Europese Commissie in te dienen. Maar Europa zit dan zelf in zekere zin zonder volwaardig bestuur en kan in oktober weinig eisen stellen.
Europa zit zal in oktober zelf zonder volwaardig bestuur zitten en zal dan weinig eisen aan ons land kunnen stellen.
Bovendien zijn de resultaten van de verkiezingen nu eenmaal wat ze zijn. We zitten nu met heel veel lilliputterpartijen en zolang de nummers één en twee _ de N-VA en de PS _ weigeren met elkaar aan tafel te gaan zitten, zal er geen schot in de zaak komen. Het zal minstens de hele zomer duren voor het zover komt.
Dreigen sommige federale departementen niet in geldnood te komen?
Matthijs: Dat zou kunnen, maar een meerderheid in het parlement kan altijd een begrotingswijziging doorvoeren en bepaalde kredieten verhogen. Het systeem van voorlopige twaalfden zorgt er vooral voor dat politici op dit moment weinig druk voelen om tot een federaal regeerakkoord komen. ‘Et alors?‘ lijkt de algemene houding — en geef ze eens ongelijk. Als je vandaag gaat wandelen op de zeedijk en aan honderd mensen vraagt of alles in orde is met de uitbetaling van hun pensioen, zal iedereen zeggen: ‘Ja, hoor, niks aan de hand.’ De burgers merken het verschil niet tussen voorlopige twaalfden en een gewone begroting.
Gaat op deze manier dan geen kostbare tijd verloren om onze overheidsfinanciën gezond te maken?
Matthijs: Dat weet ik zo nog niet. Voorlopige kredieten zijn, zoals gezegd, per definitie een bezuinigingsoperatie. Het is bovendien gemakkelijk bezuinigen, zo. Alles gaat automatisch, politici hoeven geen beslissingen te nemen of keuzes te maken.
In 2014 heb ik voorgesteld om in het regeerakkoord op te nemen dat de regering gedurende vijf jaar met voorlopige twaalfden zou werken. Als de regering-Michel dat had gedaan, hadden we nu een royaal overschot op de begroting gehad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier