Bruno De Lille Battaille

‘De regenboogpin promoot homoseksualiteit niet, maar draagt net de neutrale mening van de overheid uit’

Bruno De Lille Battaille Schooldirecteur in Brussel en gewezen Brussels staatssecretaris

Dat Antwerpse loketbedienden de regenboogpin niet mogen dragen, is volgens Bruno De Lille (Groen), voormalig Brussels minister en staatssecretaris voor Gelijke Kansen, een ‘gemiste kans’. ‘Het gaat gewoon om de gelijke behandeling van hetero’s én LGBTQI-personen. Niet meer, niet minder’, schrijft hij.

Sinds de stad Antwerpen haar ambtenaren het dragen van de regenboogpin verboden heeft omdat ze ‘neutraal’ moeten overkomen, is er een discussie aan de gang over de betekenis van de ‘Regenboog’ zoals die door de LGBTQI-beweging gebruikt wordt. Is die neutraal of is ze ideologisch geladen?

Aanvankelijk was de regenboogvlag an sich natuurlijk niet neutraal. Ze is ontstaan toen homoseksualiteit nog als een geestesziekte werd. Toen was het een symbool van onze strijd voor gelijke rechten in een maatschappij die ons als een bedreiging voor de heersende orde zag.

De regenboogpin promoot homoseksualiteit niet, maar draagt net de neutrale mening van de overheid uit.

In heel wat landen hebben we intussen een lange weg afgelegd, waardoor de mensen die LGBTQI-personen als ziek of zondig zien, de uitzondering zijn geworden. De overheid nam antidiscriminatiewetten aan zodat we niet meer uitgesloten kunnen worden omdat we zijn wie we zijn. Dat mensen die toevallig als LGBTQI geboren worden, dezelfde rechten en plichten moeten hebben als mensen die toevallig als hetero ter wereld komen, is in België en zijn buurlanden intussen de mening van de meerderheid geworden.

Aangezien de overheid dat ook zo ziet, kan je stellen dat het in de ogen van die overheid de neutrale mening is geworden. Vandaar dat geen ambtenaar nog moeilijk kan doen als we willen trouwen, kinderen opvoeden of in stoet door de straten trekken. Instellingen, diensten, overheden en mensen die de vlag met de zes kleuren tonen of gebruiken, geven aan dat zij LGBTQI-personen op een gelijke manier willen en zullen behandelen als hetero’s. Niet meer, niet minder.

Ik denk niet dat de diensten van de stad N-VA-speldjes, SP.A-armbandjes of Groen-T-shirts zouden willen rondsturen.

Dat is trouwens ook de boodschap die de stad Antwerpen meegeeft als ze de regenboogpin met de stralende A massaal verspreidt zoals de afgelopen weken. Mocht de stad de pin ‘niet neutraal’ beschouwen, dan zou ook het rondsturen problematisch zijn – en niet alleen het al of niet dragen door de loketbedienden. Ik denk niet dat de diensten van de stad N-VA-speldjes, SP.A-armbandjes of Groen-T-shirts zouden willen rondsturen naar aanleiding van een belangrijk event van die partijen. De ambtenaren mogen die (terecht) niet dragen tijdens de werkuren en ook het uitdelen ervan zou door niemand aanvaard worden.

Moreel laakbaar

Sommige mensen zien het uithangen van de regenboogvlag of het uitdelen van de regenboogpin als het promoten van een homoseksuele levensstijl. ‘De regenboogpin heeft een inhoud, namelijk dat homoseksuele activiteit goed is, of tenminste niet moreel laakbaar’, zo schreef filosoof Othman El Hammouchi op Knack.be.

Nu heb ik nog nooit gehoord van een volbloed hetero die na het zien van onze zes kleuren plots een onweerstaanbare drang vertoonde om holebi of trans te worden. Het lijkt me dan ook meer een drogreden om ons uit het zicht te houden. Want van de strekking ‘ik heb niets tegen LGBTQI-personen maar het is wel iets voor in de slaapkamer’, zijn er helaas nog teveel.

Het is niet omdat iemand gelijke rechten krijgt, dat je daarmee rechten van iemand anders afpakt.

Op dat vlak heeft de strijd die we als LGBTQI-mensen voeren trouwens veel gemeen met die van moslimvrouwen die een hoofddoek willen dragen. Ik vond het dan ook jammer dat in de Antwerpse discussie de twee groepen tegen elkaar uitgespeeld werden, terwijl ze eerder bondgenoten zouden moeten zijn.

Natuurlijk zijn er mensen die niets van LGBTQI-personen moeten weten, die homoseksualiteit zondig vinden of moreel laakbaar. Maar zolang die niet kunnen aantonen dat zij in hun rechten of vrijheid getroffen worden door de rechten die wij gekregen hebben, zullen ze ons niet opnieuw in de kast krijgen. Het is niet omdat iemand gelijke rechten krijgt, dat je daarmee rechten van iemand anders afpakt.

Aangeven dat je de gelijke rechten die recent door de LGBTQI-groep zijn verworven, toepast en niet in vraag stelt, is dan ook iets wat we van onze overheid mogen verwachten. De regenboogvlag hangen of je ambtenaren vragen een regenboogpin te dragen, is daarbij geen verplichting, maar net een mooi symbool van je engagement.

Gemiste kans

De discussie over de neutraliteit van de LGBTQI-beweging is dan weer een heel andere kwestie. Nee, de meeste van die verenigingen zijn niet neutraal. Naast het louter verkrijgen van gelijke rechten proberen sommige verenigingen de maatschappij nog verder te doen evolueren. Het erkennen van meervoudig ouderschap, het schrappen van het M/V onderscheid, het regelen van draagmoederschap,… Het zijn voorstellen die een antwoord willen geven op problemen waar heel wat LGBTQI-personen mee geconfronteerd worden.

En nee, het is niet omdat je zelf holebi of trans bent dat je het met al die vragen eens moet zijn. Er zijn heel wat lesbische vrouwen die het draagmoederschap onbespreekbaar vinden of transpersonen die erg vasthouden aan de net verkregen M of V op hun identiteitskaart. Beide kanten hebben dan ook het recht om hun standpunt onder de regenboogvlag te uiten.

Dat ambtenaren hun respect voor hun LGBTQI-inwoners niet mogen tonen omdat ze de regenboogpin niet mogen dragen, is een gemiste kans.

Meestappen in de Pride is iets anders. Sommige mensen zouden er graag alleen een feestje van willen maken, maar tot nader order is het nog altijd een betoging met een eisenpakket.

De organisatoren en de mensen die meestappen, gebruiken de massale deelname aan de optocht om druk uit te oefenen op regering en parlement om de discussie rond hun vragen in beweging te krijgen. Elke organisatie die mee opstapt moet daarom een charter ondertekenen waarin ze verklaart te zullen werken aan de realisatie van dat eisenpakket. Wil je dat niet of zie je die eisen niet zitten, dan loop je niet mee. Zo eenvoudig is het.

Dat ambtenaren van eender welke stad of gemeente niet verplicht kunnen worden om in de Pride mee te lopen, is niet meer dan logisch. Dat ze hun respect voor hun LGBTQI-inwoners niet mogen tonen omdat ze de regenboogpin niet mogen dragen, is dan weer een gemiste kans.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content