‘Waarom zou een lockdown van een paar maanden ons grondig veranderen?’ vragen professoren sociale psychologie Alain Van Hiel en Arne Roets. ‘Het is heel menselijk om als een dreiging bezworen is, verder te gaan met het “gewone” leven.’
We krijgen de laatste tijd deze vraag steeds maar opnieuw gesteld: ‘Zal de covid-episode tot een nieuw soort mens leiden?’ Volgens velen zullen we inderdaad een onderscheid gaan maken tussen de pre- en post-covid mens. Zeker, het kan dat in de nasleep van deze crisis het economische beeld zal veranderen, bedrijven en winkels het moeilijk hebben en er harde tijden te wachten staan. Wellicht zal er flink nagedacht worden over thuiswerken, en wie weet, over een betere balans tussen werktijd en vrije tijd. Over deze crisis zullen we later nog vertellen; de jonge lezers van vandaag zien we reeds als grijze ouderlingen in geuren en kleuren vertellen aan hun kleinkinderen hoe in 2020 een virus de wereld in de ban hield. Een beetje zoals wijzelf verhalen over de oorlog te horen kregen.
De covidcrisis zal de mens nauwelijks veranderen.
En toch, ondanks dat velen denken dat de mens een grondige transformatie zal ondergaan, zijn wij van het tegendeel overtuigd. De mens zelf zal niet veranderen. Er zal geen pre- en post -covid soort mens zijn. We zullen hoogstens een paar gedragingen veranderen, tenminste, op de momenten dat we daar een goede reden voor hebben.
Het heden verblindt
Het is eigen aan de mens om de impact van het heden op de toekomst te overschatten. We zien significante gebeurtenissen als mijlpalen met een blijvende impact. Nochtans is dit niet zo. Natuurlijk beïnvloeden acute, positieve of negatieve levensgebeurtenissen onze stemming en emoties, maar het effect is doorgaans slechts tijdelijk en bovendien korter dan we verwachten. Zo is het toch in ons persoonlijke leven. Op het moment zelf denken we dat een liefdesbreuk of een ontslag ons zal tekenen voor het leven, maar niet veel later vinden we een nieuwe partner of zijn we opnieuw ondergedompeld in onze nieuwe job, en is het ‘business as usual’.
Er is heel wat onderzoek naar hoe we onze toekomstige gevoelens inschatten. Wel, die overschatten we vaak, vooral als het gaat om de duur ervan. Verliefd worden, de lotto winnen, of je job verliezen – allemaal ervaringen waarvan we denken dat ze een langdurige of zelfs blijvende impact hebben, dat ze ons voor altijd ongelukkig of gelukkig zullen maken. Maar in feite hebben ze slechts een tijdelijke impact. Waarom dan zou een lockdown van enkele maanden ons dan grondig veranderen?
De manier waarop we onze toekomstige emoties inschatten, maakt duidelijk hoe we als mens de toekomst tegemoet zien. We gebruiken de intensiteit van wat we nu voelen, van de emotie tijdens de gebeurtenis, als een anker waarop we onze inschattingen baseren. We blijven aan het heden hangen, om de toekomst te voorspellen. Zo ook geldt het heden van de mondmaskers en sociale afstand als de basis van hoe we denken dat de toekomst eruit zal zien.
De fixatie op de covidcrisis op dit moment doet ons denken dat we altijd met deze dreiging rekening zullen blijven houden. Dat alle maatregelen die we nu nemen, ook een kader vormen van hoe we in de toekomst met elkaar zullen omgaan. Wel, zo overschatten wij de impact van de coronacrisis voor ons dagelijks leven op de langere termijn.
Hoe 22 maart 2016 ons iets leert over de duur van gedragsverandering
We moeten niet eens zo ver terug in de tijd om te weten dat crisissen onze emoties en ons gedrag wel tijdelijk veranderen, maar dat dat effect een beperkte houdbaarheidsdatum heeft.
Na de aanslagen van 22 maart 2016 was iedere achtergelaten rugzak verdacht en stapten velen met een klein hartje op trein, bus en metro, duchtig in het rond spiedend en verschrikt opspringend bij elk verdacht geluid. Maar wie dacht daar enkele jaren later nog aan, wanneer hij of zij de trein naar Brussel nam? Juist, bijna niemand meer.
Gelukkig maar. Met constante angst kan je gewoon weg niet functioneren. Zo werkt het niet. Als de dreiging in de lucht hangt, dan pas moet ons systeem alarm slaan. Het brengt niet op om elke dag, de rest van ons leven met knikkende knieën op de trein te stappen.
Sterker nog. Vele mensen hebben net de ongelukkige neiging om het oude gedrag te snel weer op te pikken. Dat lezen we vaak in de media. Zo was het dit weekend al over de koppen lopen in de winkelstraten in het centrum van Tilburg , een van de zwaarst getroffen epicentra van de coviduitbraak in Nederland. Zelfs in die mate dat de burgemeester een oproep deed om alsjeblief toch maar thuis te blijven. De werkelijkheid is dus dat zelfs tijdens een langslepende crisis, heel wat mensen continu moeten herinnerd worden aan de gevaren en de noodzaak om hun gedrag aan te passen.
Angst als een tijdelijk gegeven
Permanente angst zoals op de trein, is niet vol te houden. De stress en het ongemak die je zo dagelijks zou ervaren, kan tot ernstige gezondheidsproblemen leiden, zoals een verminderde immuniteit en verhoogde risico’s op hart en vaatproblemen. Het is dus gelukkig heel menselijk om als een dreiging bezworen is, verder te gaan met het ‘gewone’ leven.
En zo zal het ook met ons gedrag in het post-covid tijdperk gaan. Mondmaskers dragen, afstand houden, elkaar geen hand meer geven… Uiteraard moet dit nu, en zullen we dit allen doen, zolang het nodig is tenminste, en misschien net iets langer. Maar of onze vroegere levensstijl voor altijd op de schop gaat, en handen schudden binnen enkele jaren nog steeds als misdadig nalatig zal beschouwd worden? Natuurlijk niet.
In feite is de mens best wel goed gewapend tegen dreiging. Stel – al hopen we uiteraard dat dit niet zal gebeuren – er een covid20, 21 of 22 ons pad kruist, dan zullen we hier wellicht heel wat adequater op reageren, en zullen we vlotter met z’n allen snel al die intussen gekende maatregelen toepassen…om ze andermaal weer los te laten eens de dreiging opnieuw bezworen is.
Wellicht is dat ook wat evolutionair zinvol is. Onze fight en flight modi worden geactiveerd als het gevaar aanwezig is, maar verdwijnen ook van zodra het gevaar geweken is. Hoe we kunnen reageren is ingeslepen in het brein, maar wordt enkel geactiveerd als het nodig is. Van een permanente gedragsverandering is zelden sprake.
Alain Van Hiel en Arne Roets zijn beiden professor sociale psychologie aan de UGent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier