‘Niet alleen angst, maar ook vrede is besmettelijk’, schrijft godsdienstleraar en auteur Ignace Demaerel in een kerstcolumn.
Corona heeft dit jaar onze kerstbeleving ingrijpend veranderd: we vieren het allemaal ‘aan de leiband’ of ‘met de handrem op’. Wie had ooit gedacht dat zo’n klein dingetje (± 0,0001 mm) de ganse wereld zo zou terroriseren en ‘muilbanden’? Het virus heeft de vorm van een mini-onderzeemijn, maar het heeft dan ook een enorm gat geslagen in de Titanic van onze moderne, geglobaliseerde wereld!
Corona werpt ons met een smak terug op onszelf, en confronteert ons met een aantal diepere vragen: hoe bang zijn u en ik ervoor? Wat is erger: het virus of de angst? Wat richt meer schade aan: dat venijnige beestje of onze maatregelen ertegen? Waar bouwen we onze zekerheden op? Hoe belangrijk is uw en mijn fysieke gezondheid? Is dat werkelijk ‘het hoogste goed’, en staat het boven psychisch welzijn – denk bijv. aan eenzaamheid of depressie? Vanaf welk punt is fysieke gezondheid zo allesbepalend dat ze een ‘afgod’ wordt? Kunnen we de illusie loslaten dat de moderne mens alles onder controle heeft en de geneeskunde alles kan overwinnen? De mensheid heeft duizenden jaren met véél erger crisissen en epidemies geleefd: waarom zijn wij dan in paniek?
Corona verandert hoe we kerst vieren: misschien hebben we net meer tijd om over de essentie na te denken?
De link met het oude kerstverhaal is niet moeilijk te vinden. De engelen in het veld rond Bethlehem zongen de herders toe: “Vrede op aarde” (Lukas 2:14). En laten we niet vergeten dat deze hemelse woorden van hoop weerklonken in een wereld waarin méér oorlog, gevaren en epidemies bestonden dan vandaag! Vrede is een centraal woord in de kersttijd. Zelfs in de Eerste Wereldoorlog stapten Engelse en Duitse soldaten eventjes uit hun loopgraven en speelden samen een match voetbal: zongen ze in hun loopgraven immers niet (Engelse en Duitse) liederen over dezelfde baby in die stal? Maar, zullen kritische stemmen zeggen, waar is die vrede dan? Is er minder oorlog sinds de komst van Jezus? Dit kan een sarcastische vraag zijn, maar ook een eerlijke vraag, al naargelang de ondertoon. Het is onmogelijk om hier exacte statistieken van te maken, maar feit is dat in de christelijke wereldvisie oorlog als zonde gezien wordt, in tegenstelling tot de heidense religies (die elk hun eigen god van de oorlog hadden). De vredesbeweging is gegroeid op een bodem van christelijke waarden.
Die vrede waarover de engelen zongen kwam de wereld binnen in de vorm van een weerloos kind in een armoedige stal. ‘Vredevorst’ is één van de titels van de Messias van de joden, volgens de oudtestamentische profetie van Jesaja (hfst 9:5): hij zou de ultieme vrede brengen en in volmaakte vrede regeren. Er bestaat een joods-chassidisch verhaal van een student die aangehold komt bij zijn rabbijn en buiten adem roept: “Rabbi, de Messias is gekomen!” De oude leraar fronst zijn wenkbrauwen, kijkt even door het raam naar buiten, en zegt hoofdschuddend: “Nee, hij is nog niet gekomen: de wereld is nog niet veranderd.” Begrijpelijke reactie, gezien de profetieën.
De christelijke respons hierop zou zijn: de messiaanse vrede is wel degelijk de wereld binnengekomen, maar als een zaadje! Jezus heeft tijdens zijn hele leven niet één vlieg kwaad gedaan, integendeel veel agressie geïncasseerd. Hij had een onbegrijpelijke vrede in zijn hart, zelfs temidden van stormen en vijandige dreigementen. Zelfs de laatste uren vóór zijn arrestatie, geseling en kruisiging, zei hij nog tegen zijn leerlingen: “Mijn vrede geef ik u, mijn vrede laat ik u” (Joh. 14:27). In plaats van in totale paniek te zijn en bemoediging van zijn apostelen nodig te hebben, deelde hij ze aan hen uit. Waar haalde hij het vandaan?
Over die vrede gaat het hier: waar kan je die kopen en hoe kan je die binnenin bewaren, zodat niets of niemand ze kan roven? Deze vrede is onschatbaar en onbetaalbaar. Ze heeft alles te maken met een fundament van rotsvast vertrouwen. Jezus bouwde zijn zekerheid niet op fysieke gezondheid, een veilig en comfortabel leventje, machtige vrienden of een dikke bankrekening, maar op de God die de hele wereld in Zijn hand heeft en troont boven de turbulentie van wereldcrisissen. Daarom was zijn vrede niet onderhevig aan het dreigen van Herodessen en Pilatussen, aan het schudden en kraken van de wereldsystemen.
“Zalig de vredestichters”, zei Jezus ook: de wereld heeft ze zó hard nodig dat deze mensen hun gewicht in goud waard zijn. Het is aan ons, als wij die vrede gevonden hebben, om er anderen mee te besmetten. Want inderdaad, niet alleen angst, maar ook vrede is besmettelijk – een citaat van Dietrich Bonhoeffer by the way. Rust en kalmte zijn aanstekelijk! Hoe zalig is het niet zo iemand in de buurt te hebben wanneer het leven een rollercoaster lijkt? Ook goedheid en vriendelijkheid zijn trouwens besmettelijk: ze roepen ons ‘betere ik’ naar boven. Of een aanstekelijke lach, humor, een compliment, een troostend woord… Deze zijn gelukkig nog niet door de veiligheidsraad verboden, zelfs niet beperkt! Wees hier dus niet te zuinig mee in de feestdagen.
In de bijbelse taal is vrede ‘shalom‘, en daar wordt véél meer mee bedoeld dan wat wij er meestal onder verstaan. De ‘afwezigheid van oorlog’ is slechts de magerste invulling van vrede: wanneer de wapens zwijgen begint een pijnlijke periode van rouw en heropbouw, begraven van de doden, berechten van collaborateurs, genezen van het collectieve trauma… De weg naar shalom duurt vaak meerdere generaties. ‘Shalom’ betekent zoiets als: heelheid, harmonie, voldoening, diepe tevredenheid, verzoend zijn met je medemens en met jezelf. Maar de bron ervan is de verticale dimensie: verzoend zijn en vrede hebben met God. Echte, duurzame vrede komt alleen van Boven. En daarvoor kwam… die baby in die stal in dat boerendorpje.
Maar ach, ‘vrede hebben met jezelf’…, komen we daar ooit klaar mee? Hoe kunnen u en ik vredestichters zijn als van binnen voortdurend onvrede borrelt? Zelfs op het diepste zielsniveau worstelen we daar levenslang mee: we liggen overhoop met onszelf, kunnen onszelf niet vergeven enz. Hoe kunnen we echter onze medemensen aanvaarden en liefhebben, wanneer we dat niet eens met onszelf kunnen? Het moet van binnen naar buiten gaan: anders zijn we hypocriet bezig! Als wij binnenin die frustratie en bitterheid hebben, zullen wij er onze naasten mee besmetten: dan stralen wij stress, ergernis en ‘oorlog’ uit. Komen de meeste oorlogen niet voort uit het hart van een koning (president, dictator…) die de conflicten in zijn hart laat woekeren en vijandbeelden kweekt als een virus?
Het evangelie van Jezus wordt ‘de blijde boodschap’ genoemd, en dat is ze ook, voor wie ze wil en kan aanvaarden. Dit ‘goede nieuws’ was hoogst besmettelijk 2000 jaar geleden: Jezus stak zijn 12 apostelen aan met geloof, hoop en liefde van een nooit geziene intensiteit. Zelfs de heftigste bestrijdingsmaatregelen van het Romeinse imperium – de ‘lockdown-maatregelen en vaccinaties’, zijnde 250 jaar van wrede vervolgingen – kregen het Jezus-virus niet klein: uiteindelijk werd zelfs de keizer erdoor besmet (Constantinus, in 311 n. C.). Vandaar is het naar alle andere continenten gegaan, en vandaag zijn 2,5 miljard mensen (33% van de wereldbevolking) aangestoken met zijn geloof en hoop. Die baby moet toch enorm besmet geweest zijn met een hemels virus, nietwaar? Of moeten we het omdraaien en zeggen: hij heeft in de wereld de krachtigste antistoffen binnengebracht tegen de virussen van oorlog, conflict, haat en vijandschap? Ben jij al ingeënt? Ben jij al immuun voor angst en paniek? Het vaccin is nochtans al 2.000 jaar beschikbaar.
Niet dat gelovigen altijd en overal die vrede en liefde uitstralen: ze blijven o zo menselijk en vatbaar voor zovele andere virussen. Of misschien zijn ze nog niet grondig genoeg gevaccineerd? Hoelang is zulk vrede-vaccin trouwens werkzaam? Joden begroeten elkaar dagelijks vele malen met ‘shalom’: ze wensen elkaar vele dosissen per dag toe. Onze wereld heeft het méér dan nodig.
Corona verandert inderdaad diepgaand hoe we kerst vieren. Maar, omdat we geen grootse en uitgebreide feestmaaltijden kunnen houden met veel volk en familie en met – laten we eerlijk zijn – soms te véél eten en drinken, hebben we misschien meer tijd om over de essentie na te denken? Waar is die vrede die niemand ons kan ontnemen?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier