‘Crisissen hebben de eigenschap dat ze bestaande scheeftrekkingen uitvergroten en dat was ook het afgelopen jaar niet anders’, schrijft Ann Demeulemeester van Familiehulp.
De meer dan 10.000 zorg- en ondersteuningsmedewerkers die Familiehulp telt ervaren dagelijks wat het betekent een verschil te maken voor de 90.000 mensen die op ons een beroep doen, niet in het minst tijdens het jaar dat achter ons ligt. Zorg en ondersteuning bieden behoort sowieso al tot de allermooiste verbindingsvormen tussen mensen omdat het naar de kern gaat van ons ‘mens-zijn’: geborgenheid bieden. Erkenning geven en geaccepteerd worden. Veiligheid en geruststelling ervaren. Aanmoediging, begrip, respect en alles daartussen. Op die manier zijn zorg- en ondersteuningsmedewerkers vaak vanop de eerste rij getuige van al het moois waartoe mensen samen in staat zijn. Ik koester dan ook het voorrecht om aan het hoofd te staan van de grootste thuiszorgorganisatie in Vlaanderen en Brussel, elke dag opnieuw.
Corona dwingt politiek om na te denken over herverdelingsvraagstuk.
Zorg- en ondersteuningsmedewerkers zijn het voorbije jaar blijven doorwerken. Daardoor waren ze het voorbije jaar ook kroongetuigen van de Corona-pandemie, niet in het minst de mensen actief in de gezinszorg. Mentale klachten, intra-familiaal geweld en eenzaamheid kregen (terecht) aandacht, maar als zorgorganisatie willen we vandaag toch eens de aandacht vestigen op een ander aspect: gezondheidsongelijkheid.
Corona: arm maakt ziek en ziek maakt arm in het kwadraat
Ons land heeft een kwalitatieve en breed toegankelijke gezondheidszorg waar veel middelen naar toe gaan: naar de sociale zekerheid alleen al gaat zo’n 30 miljard euro op jaarbasis. Toch is de feitelijke realiteit hard: ook ten aanzien van ziekte en dood is niet iedereen gelijk. Hoe lager iemand op de sociale ladder staat, hoe slechter alle gezondheidsindicatoren er uitzien. De klassiek opgesomde elementen zijn gekend: mensen in een kwetsbare socio-economische positie zijn slechter gehuisvest (vocht, schimmels), hebben meer kans op onderliggende aandoeningen, zijn vaak in kwetsbare (en slecht betaalde) sectoren tewerkgesteld, staan al vaak op of over de rand van armoede en stellen vaker noodzakelijke medische zorgen uit omwille van financiële redenen. Lager opgeleiden kampen dubbel zo vaak met obesitas en ook hun risico op een depressie of psychische problemen ligt drie keer hoger. De mond- en tandhygiëne van kwetsbare groepen werd door de CM in 2019 ‘echt onrustwekkend’ genoemd.
De gevolgen van deze ‘kwetsbaarheidslasagna’ zijn confronterend en rauw: een verslechtering van de gezondheidstoestand van minder gegoede bevolkingsgroepen doet hun risico op arbeidsongeschiktheid en op chronische/invaliderende ziekten toenemen. Qua mentale en geestelijke gezondheid vertaalt dit zich dit in een hoger gebruik van antidepressiva en antipsychotica. Preventie is een sleutelfactor om deze tendensen te keren maar vandaag niet doeltreffend genoeg om dat ook daadwerkelijk te doen: wie dagelijks vecht om te overleven heeft preventie niet altijd bovenaan de agenda staan.
Crisissen hebben de eigenschap dat ze bestaande scheeftrekkingen uitvergroten en dat was ook het afgelopen jaar niet anders. Covid-19 heeft zich afgelopen jaar allerminst gemanifesteerd als een ‘socio-economisch neutraal’ virus. De hierboven vernoemde groep had weinig of geen kansen om te telewerken, waardoor ze de facto een hoger risico op besmetting hadden. In combinatie met het hoger risico op onderliggende aandoeningen kwamen zowel een Nederlands als Belgisch onderzoek (COVITAT, UAntwerpen & KUL) tot een gelijkaardige conclusie: wie arm is heeft dubbel zoveel kans te overlijden aan Corona. Een aantal andere zaken (stijging voedingsprijzen en het ingrijpen op de publieke ruimte) bleven nog onder de radar maar de conclusie is redelijk helder: tijdens Corona werden de zwaarste gezondheidsklappen uitgedeeld aan de mensen met de breekbaarste gezondheid. De terechte (bijkomende) bedenkingen van UNIA over de zware impact van de Corona-maatregelen op (de mensenrechten van) kwetsbare groepen laat ik dan nog buiten beschouwing.
Corona katapulteert het herverdelingsvraagstuk naar het centrum van het politieke debat
Wie de recente wereldgeschiedenis overschouwt zou kunnen stellen dat we gemiddeld om de tien jaar geconfronteerd worden met gebeurtenissen die – achteraf bekeken – van het lokale tot mondiale niveau voor een stroomstoot zorgen. De val van de Berlijnse Muur (1989), 9/11 (2001 die tot de inval in Irak leidde), de financieel-economische crisis (2007-2011) en nu dus de Coronacrisis. Met deze Coronacrisis krijgen overheden wereldwijd de kans noodzakelijke hervormingen door te voeren die beter en doordachter zijn dan het antwoord van ‘besparingen’ en ‘austerity’ dat na de financieel-economische crisis tien jaar geleden de centrale gedachte was.
De nationale en internationale context is vandaag ook anders. De zware besparingen na 2010 in combinatie met de grote vluchtelingencrisis die Europa er in 2015 nog bovenop kreeg heeft een grote groep mensen bevangen met het gevoel dat een kleinere koek met meer mensen op een steeds minder eerlijke manier verdeeld moet worden. De politieke vertaling daarvan manifesteert zich sindsdien in een totale versplintering van het politieke landschap, politieke instabiliteit en regeringen die overal in Europa vallen of nog amper gevormd geraken. De winnaars zijn vaak radicale partijen die perfect inspelen op het gevoel dat bij een groeiende groep van de bevolking leeft: een gevoel de controle over hun leven kwijt te zijn, financieel erop achteruit te gaan en (te) zelfs in hun eigen buurt geconfronteerd te worden met vervreemding.
Corona heeft het Belgisch begrotingstekort opgetild van 12 naar meer dan 50 miljard euro. Daarnaast komt er nog een pensioneringsgolf op ons af (17 miljard tegen 2040), een noodzakelijke klimaattransitie en een digitaliseringsgolf die tegen 2030 bij ongewijzigd beleid voor zo’n 584 000 niet-ingevulde vacatures zal zorgen.
Deze feitelijke realiteit katapulteert één vraag naar het centrum van het politieke debat voor de volgende jaren, namelijk de vraag over (her)verdeling van lasten en lusten. De vertaling van die vraag klinkt als volgt: wie doet wat en aan welke prijs? De gezondheid van heel wat mensen verdient een eerlijk en rechtvaardig antwoord op die vraag.
Ann Demeulemeester is algemeen directeur van Familiehulp, een van de stichtende leden van beweging.net.
Lees ook:
– We moeten de roeptoeterpolitici op hun verantwoordelijkheid blijven wijzen.
– De economische opleving na corona: ‘De roaring twenties beginnen in 2024’
– Wereldwijde minimumbelasting voor multinationals komt dichterbij: ‘Hoe kleiner de kloof, hoe beter’
– ‘De mensen die al in de armoede zaten, kregen het nóg moeilijker’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier