Dirk Draulans
‘Boeren betogen tegen iets waar ze zelf verantwoordelijk voor zijn’
Bioloog en Knack-redacteur Dirk Draulans duidt waarom de boeren de volgende weken op straat komen. ‘De volksverlakkerij van de Boerenbond draait weer op volle toeren.’
De boeren kruipen de volgende weken twee keer op hun tractoren om het grote publiek duidelijk te maken dat het welletjes is geweest. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) zal geviseerd worden. Demir is de eerste Vlaamse minister in twintig jaar die een ernstige poging onderneemt om de nefaste gevolgen van grootschalige landbouwpraktijken op onze leefomgeving in te dijken. De vorige minister die het probeerde, Vera Dua van Groen tussen 1999 en 2003, kreeg ook een hoop boerenellende over zich heen, inbegrepen het boertige label ‘groene hoer’.
Veel boeren maken zich zorgen om het uitblijven van een juridisch kader rond stikstofuitstoot. Stikstofvervuiling is een lang verwaarloosd probleem, waarvan de gevolgen pas sinds kort ernstig worden genomen. Met de huidige stikstofbelasting van ons leefmilieu kunnen we evengoed stoppen met pogingen om natuurwaarden te redden. Meer dan 80 procent van onze natuur kreunt onder de nefaste effecten van te veel stikstof. Die zorgt onder meer voor een opstoot van banale grassen en kruiden, waardoor beheerswerken om zeldzame dieren en planten te redden steeds minder zin hebben. Stikstofvervuiling draagt bij tot een verdere banalisering van ons landschap dat zo al weinig echte natuur kent.
Boeren betogen tegen iets waar ze zelf verantwoordelijk voor zijn.
Maar het gaat véél verder. Het vakblad New Scientist omschreef stikstofvervuiling als de ‘peetvader van alle vervuiling’, omwille van haar wereldomspannende effect op alle biotopen én de menselijke gezondheid. Het is één van de acuutste problemen voor de door het topvakblad Nature bekendgemaakte negen grenzen aan de planeet die we door onze activiteiten fataal dreigen te overschrijden. Vlaanderen en Nederland spannen trouwens wereldwijd de kroon inzake stikstofvervuiling.
Maar dat wil de Boerenbond niet geweten hebben. Die blijft creatief goochelen met cijfers om zijn handen in grote onschuld te wassen. De feiten zijn nochtans duidelijk: landbouw is verantwoordelijk voor meer dan driekwart van de stikstofvervuiling van onze natuur – andere bronnen zijn verkeer en industrie. Volgens milieurapporten neemt de stikstofbelasting in Vlaanderen sinds 2000 wel geleidelijk af, maar niet alle sectoren leveren even grote inspanningen. In feite is de enige sector waarvoor sinds 2010 geen beduidende afname meer is opgetekend, die van de landbouw. Veeteelt en gebruik van kunst- en gewone mest leveren de belangrijkste bijdragen aan de stikstofvervuiling van de landbouw.
De Boerenbond wijst graag en veelvuldig op een duidelijke afname van de stikstofvervuiling uit zijn sector sinds 2000, maar heeft merkwaardig genoeg nog nooit gehoord van het concept ‘laaghangend fruit’. Stikstofemissies zijn zo lang niet gecontroleerd geweest dat er amper maatregelen waren om ze terug te dringen, waardoor de eerste mestactie- en andere plannen een relatief gemakkelijke afname gaven. Na het plukken van het laaghangend fruit blijft de oogst echter mager. Een flatline op een grafiek sinds 2010 is geen teken van levendige activiteit.
De Boerenbond verspreidde ook een grafiek, waaruit moet blijken dat de stikstofbelasting van onze natuur slechts voor een derde aan landbouw te wijten is. Of tenminste aan Vlaamse landbouw – de enige die hij relevant lijkt te vinden. Want meer dan de helft van de vervuiling komt volgens die grafiek uit het buitenland. Daarbij negeert de Boerenbond wat graag het feit dat de buitenlandse stikstofbelasting ook voor een groot deel van landbouwers komt (net als het feit dat een deel van de Vlaamse stikstofuitstoot naar het buitenland verdwijnt). Zo is het natuurlijk gemakkelijk. Over het feit dat er onder het bewind van minister Demir voor het eerst kordaat wordt opgetreden tegen manifeste gevallen van mestfraude in de boerensector, horen we de Boerenbond minder.
In een van haar laatste editorialen had boerenbondvoorzitster Sonja De Becker het erover dat Vlaanderen meer moet inzetten op het promoten van lokaal vlees als element in de strijd tegen de klimaatopwarming, hoewel het afbouwen van de veestapel pas echt een verschil zou maken. Er is iets voor te zeggen, maar helaas is liefst 70 procent van de Vlaamse landbouwproductie bestemd voor export naar het buitenland. Het voorspelbare geroep tijdens de betogingen over het verschaffen van voedselzekerheid moet in deze context met een grove korrel zout genomen worden – zie ook de overgesubsidieerde Europese boterbergen, melkplassen en varkensmassa’s. Onze natuur wordt dus zwaar belast voor de productie van goederen die niet voor de lokale markt bedoeld zijn. Een beetje consequentie zou de buldog van de Vlaamse boerensector sieren.
Het stond trouwens al jaren in de juridische en andere sterren geschreven dat we in de problemen zouden komen met de stikstofproblematiek. Eminente wetenschappers en juristen waarschuwen er al lang voor. Maar het grootste deel van de jongste twintig jaar gebeurde er niets substantieels, omdat de bevoegde ministers het niet nodig vonden om er iets ernstigs aan te doen. De bevoegde ministers kwamen allemaal uit de CD&V, met als orgelpunt de grote Joke Schauvliege die het evenmin nodig vond om de mensen te waarschuwen voor de mogelijk schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid van PFOS-vervuiling. Zo is er ook zelden gewezen op het feit dat de piekuitstoot van stikstof in de seizoenen dat er massaal mest wordt uitgereden, samenvalt met een piek in het fijnstof dat zo schadelijk is voor de volksgezondheid.
Maar nu Zuhal Demir eindelijk de koe bij de horens vat in deze al lang aanmodderende saga, is het kot te klein. De Boerenbond zou echter beter de CD&V-voorgangers van Demir met de vinger wijzen, want zij zijn door hun inactiviteit rechtstreeks verantwoordelijk voor de impasse die er vandaag is. Maar nee hoor, die lamentabele natuurliefhebbers zitten nog altijd braaf op de eerste rij van conferenties van de Boerenbond. Die lamentabele landschapsbeheerders fulmineren tegen de komst van de wolf en nemen zo voor de zoveelste keer een beroepsgroep in bescherming, die zelden een significant initiatief neemt om de o zo noodzakelijke verweving van natuur en landbouw te promoten.
De Boerenbond weigert zelfs het publiek debat. Hij weigerde deel te nemen aan een debat over ‘rewilding’ aan de Universiteit Gent – rewilding is het promoten van robuuste natuur in onze contreien. Hij weigerde deel te nemen aan een debat rond de wenselijkheid van de terugkeer van de wolf in Vlaanderen, hoewel hij de grootste tegenstander van de wolf is – het debat moest plaatsvinden op het Festival van de Gelijkheid in Gent, maar dat werd helaas geannuleerd onder druk van de vierde coronagolf. Zo is het natuurlijk gemakkelijk. Je cultiveert je eigen gelijk in de eigen kringen, je doet wat aan greenwashing in de media en vervolgens ga je wat roepen op straat.
In natuurbehoudskringen circuleert de vrees dat N-VA en CD&V zouden overwegen om bij de volgende verkiezingen weer samen te gaan om een eventueel groot succes van het Vlaams Belang op te vangen. Onder druk van de CD&V zouden Demirs pogingen voor een efficiënt natuurbeleid dan opnieuw op de helling komen te staan. Maar zowel N-VA als CD&V ontkennen dat zo’n coalitie een realistisch scenario is, hoewel her en der wordt toegegeven dat er over gepraat is. Laten we maar hopen dat het efficiënte natuurbeleid van de jongste jaren nog een tijd kan worden volgehouden.
Dus, dames en heren lezers, als u de volgende weken geconfronteerd wordt met boze boeren in het verkeer, weet dan dat de problemen waarvoor ze op straat komen grotendeels een gevolg zijn van de bewuste inactiviteit van hun eigen sector en zijn belangrijkste vertegenwoordigers. Het is te gemakkelijk en véél te doorzichtig om dat nu te willen afwentelen op de eerste minister in tientallen jaren die doet waarvoor ze bevoegd is: inspanningen leveren om onze leefomgeving zo leefbaar mogelijk te maken voor zoveel mogelijk mensen.
Bedenk ook dat goed beheerde Vlaamse natuur cruciaal is om de gevolgen van de klimaatopwarming op te kunnen vangen. Het wordt overigens steeds duidelijker dat onbevlekte natuur een efficiënte behandeling kan bieden voor mentale druk op mensen. Die factor wordt zelden verrekend in de balans ten voordele van natuur, maar hij weegt steeds zwaarder door. Denk daar maar aan als u geconfronteerd wordt met landbouwgeweld.
En vooral, hoop erop dat minister Demir en bij uitbreiding de ganse Vlaamse regering het been stijfhouden en niet ingaan op de eis van de boeren om snel snel een halfslachtige regeling met wat maatregelen rond aanpassing van veevoeder en afzuiginstallaties voor stallen uit te werken. Daarmee zouden veel boeren weer voor lange tijd een vrijkaart krijgen om zo weinig mogelijk rekening te houden met de gezondheid van onze leefomgeving (mensen inbegrepen). We moeten naar een make-over: een transitie van de landbouwwereld naar een op echte duurzaamheid geënte aanpak. Misschien moet de Boerenbond daar eens werk van maken in plaats van bij voorbaat verloren achterhoedegevechten te leveren die veel energie kosten.
De kans is trouwens groot dat zo’n halfslachtige regeling – opnieuw – door gerechtelijke instanties zou worden vernietigd. Het zou – opnieuw – terecht zijn.
PS: Als u wil weten hoe de landbouwproductie anders en toch rendabel kan, lees het boek ‘We Eten Ons Dood’ van Louis De Jaeger (Uitgeverij Houtekiet).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier