Lise Vandecasteele (PVDA)
‘Besparen op gezondheidspreventie is geen sociaal beleid’
‘Op Rode Neuzen Dag vond Wouter Beke “investeren in het mentaal welbevinden van onze jongeren” nog ” ontzettend belangrijk”. Vandaag bespaart hij op het Expertisecentrum Suïcidepreventie en de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg. Veel hypocrieter moet het niet worden’, zegt Vlaams parlementslid Lise Vandecasteele (PVDA). De Vlaamse regering bespaart op preventie en zorg voor kwetsbaren, met een duidelijke ideologische agenda: de vermarkting van het middenveld.
Scène één. Ella, een jonge vrouw van 17 komt bij mij op raadpleging. Het gaat niet goed met haar. Ze voelt zich alleen en neerslachtig, en bekent dat ze zichzelf soms snijdt. Ella kan thuis niet met haar gevoelens terecht. Haar ouders maken veel ruzie. Er hangt een vechtscheiding in de lucht. Ik heb er geen goed gevoel bij. Ella moet eigenlijk dringend door een psycholoog opgevolgd worden. Maar zo eenvoudig is dat niet. Bij de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg loopt de wachttijd maanden op, in een privé-praktijk betaal je minstens 50 euro per raadpleging.
Scène twee. Mentaal welzijn bij jongeren is dit jaar het thema van Rode Neuzen Dag, een populaire campagne van VTM, Qmusic en Belfius om bij de bevolking geld in te zamelen voor goede doelen. De Vlaamse regering overhandigt op een grootse slotshow een cheque van 450.000 euro. Met het geld financiert Rode Neuzen Dag vijf OverKop-huizen in Vlaanderen, plekken zonder drempel waar je als jongere gewoon binnen en buiten kan lopen, en beroep kan doen op een luisterend oor en professionele hulp.
In een knullig Facebook-filmpje pakken CD&V-ministers Hilde Crevits, Benjamin Dalle en Wouter Beke uit met hun gulle dadendrang. ‘Vandaag stonden we voor de klas ten voordele van #rodeneuzendag. Investeren in het lichamelijk en mentaal welbevinden van onze jongeren is ontzettend belangrijk!’
Besparen op zelfmoordpreventie is dodelijk
Veel hypocrieter moet het niet worden. De woorden van de CD&V-excellenties waren nog niet koud, of Wouter Beke besliste om te snoeien bij de Zelfmoordlijn en het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie. Zo ‘ontzettend belangrijk’ is het mentaal welbevinden van onze jongeren blijkbaar voor de Vlaamse regering.
Beseft de Vlaamse regering dat wij in Vlaanderen het hoogste aantal zelfdodingen hebben van heel West-Europa? Elke dag proberen 28 landgenoten uit het leven te stappen en bij 3 van hen is die poging ook succesvol. Vooral jongeren zijn een uitgesproken risico-groep. In Nederland ligt het aantal zelfdodingen bijna de helft lager, onder meer omdat de geestelijke gezondheidszorg er een pak toegankelijker is.
Voor elke euro die de Vlaamse regering bespaart op preventie zullen we de maatschappelijke kostprijs dubbel en dik betalen.
Besparen op geestelijke gezondheidszorg en gezondheidspreventie is nefast en kan levens kosten. Dit is onaanvaardbaar. Bovendien bespaart de Vlaamse regering ook nog eens bij de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) en de Jongeren Advies Centra (JAC), terwijl de sector smeekt om broodnodige investeringen. De CGG’s verliezen 1,4 miljoen euro en de Centra voor Algemeen Welzijnswerk die het JAC openhouden, moeten een besparing van maar liefst 5 miljoen euro slikken. Daar komt ook nog eens – voor de zoveelste keer op rij – een niet-indexering van de werkingsmiddelen bij, alsof koken geen geld kost.
Na een storm van protest op sociale media besliste de Vlaamse regering in allerijl om de besparing bij de Zelfmoordlijn zélf – ruim 5.000 euro – ongedaan te maken. Maar de 55.000 euro die het overkoepelende Expertisecentrum Suïcidepreventie moet besparen blijft wél overeind. Heeft Wouter Beke zijn prioriteiten nog wel op een rij?
Ook Sensoa, cruciaal in de strijd tegen oprukkende soa’s, het Tropisch Instituut, het Vlaams Expertisecentrum Alcohol en Andere Drugs moeten inleveren. In totaal bespaart minister Beke bijna een miljoen euro bij preventieve gezondheidszorg. Dit is een kortzichtige besparingsmaatregel met een groot boomerangeffect. Voor elke euro die de Vlaamse regering bespaart op preventie zullen we de maatschappelijke kostprijs dubbel en dik betalen.
Efficiëntie onder (werk)druk
‘De minister van Welzijn zal altijd de minister van ‘nooit genoeg’ zijn, omdat de zorg en de noden altijd groter zijn als datgene wat kan’, argumenteerde minister Beke bij zijn aantreden. Mag het misschien een Beke meer zijn? Toen ik in het Vlaams parlement protesteerde tegen de besparingen bij de CAW’s antwoordde Wouter Beke dat de Vlaamse regering niet bespaarde, maar investeerde. Bovendien wilde hij alleen de ‘overhead’ bij het sociale middenveld wegsnoeien, maar aan de hulp voor kwetsbare mensen zou hij niet raken.
In werkelijkheid dwingt de besparingsdwangbuis van Beke sociale organisaties wel degelijk tot snoeien in de hulpverlening. In Gent gaat het Inloopcentrum voor daklozen in de Oude Houtlei, een initiatief van het CAW, noodgedwongen dicht. Bijna tien voltijdse jobs moeten verdwijnen. ‘De minister treft de meest kwetsbare mensen van de maatschappij’, klinkt het verontwaardigd bij de betrokken hulpverleners.
Nul komma nul nul nul drie
Zorgnet-Icuro maakte een overzicht van de begroting van zorg en welzijn voor 2020. Tegenover de 112 miljoen euro nieuwe beleidsimpulsen – schaamteloos weinig in verhouding met de torenhoge noden – wordt maar liefst 104 miljoen bespaard. Netto komt er dus welgeteld 8 miljoen euro bij. Dat is 0,0003 procent van de totale Vlaamse begroting.
De regering weigert te luisteren naar de alarmsignalen van hulpverleners. ‘Ik werk nu 8 jaar in de sociale sector en het is genoeg geweest, gedaan, de stekker eruit, ik vertrek. Want ik ben moe, doodmoe van al dat wakker liggen ’s nachts van problemen waar ik geen vat op heb. … Hoewel ik geweldige collega’s heb, voel ik me alleen, want we zijn sterk onderbemand. Er is geen tijd om écht naar onze mensen te luisteren’, schrijft een sociaal werkster in een open brief. Ze is niet alleen. De uitval door burn-out ligt hoog in de sociale sector. Recent kwam het nieuwe verslag over werkbaar werk in Vlaanderen uit van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Globaal hebben meer dan één op drie werknemers psychische vermoeidheidsproblemen, maar ‘de sectoren waar werknemers het zwaarst kreunen onder hun job zijn het onderwijs en de zorgsector’.
Niet iederéén bespaart
‘Iedereen moet besparen’, zegt de Vlaamse regering. Is dat zo? De subsidies voor bedrijven zijn de voorbije legislatuur verdubbeld tot 400 miljoen euro, terwijl de sociale sector al tien jaar in een besparingsdwangbuis zit. En waarom wordt er niet bespaard op de politieke vetpotten? De overbestafte kabinetten, de ministeriële toplonen, het royale pensioenstelsel, de onverdedigbare afscheidsvergoedingen tot 230.000 euro? Als ‘iedereen moet besparen’, waarom bespaart Jan Jambon dan niet op zijn eigen exuberante wedde?
Geen wonder dat het sociale middenveld op 19 december opnieuw manifesteert. Samen met de cultuursector en verschillende vakbondsorganisaties trekken sociaal werkers de straat op in een brede ‘Mars voor een warme samenleving’. Omdat de regering weigert te luisteren naar het signaal van de samenleving: investeer in zorg en welzijn, in plaats van alles wat van waarde is weg te besparen.
Dit is geen besparing, dit is censuur
Dat de Vlaamse regering blind bespaart in de sociale sector is niet alleen een financiële kwestie. Jan Jambon en co hebben het gehad met een kritisch middenveld dat opkomt voor een sociale, rechtvaardige samenleving en pijnpunten uitdrukkelijk benoemt. Hulpverleners mogen kwetsbare mensen nog wel uit de miserie redden, maar opkomen voor grondrechten of kritisch weerwerk bieden hoort niet meer bij het takenpakket.
Dat het CAW het moet ontgelden, doet denken aan de situatie in Antwerpen. Het lijkt erop dat de lijnen die schepen Fons Duchateau daar uitzette, ook doorlopen in het luik welzijn van het Vlaams regeerakkoord. Duchateau voert in Antwerpen al jaren een kruistocht tegen het middenveld. In 2016 experimenteerde hij als OCMW-voorzitter als eerste met een systeem van ‘open oproepen’ en vermarkting van sociaal beleid. ‘Het sociale middenveld is vastgeroest. Door de markt open te breken, creëren we concurrentie en scherpte bij de organisaties’, stelde hij in Gazet van Antwerpen.
Afrekening van Duchateau?
Het financieel beknotten van het middenveld en het verder inzetten op vermarkting dient een ideologisch doel. Duchateau wilde in Antwerpen kansen geven aan ‘organisaties die meer inzetten op zelfredzaamheid of de eigen verantwoordelijkheid anders benaderen’. Het daklozencentrum ‘De Vaart’ dat al 18 jaar succesvol opengehouden werd door het CAW, werd daarom in de markt gezet. Niet het CAW haalt de verdere uitbating binnen, wel multinational G4S. Na maanden van protest haalde Duchauteau alsnog bakzeil, maar de rekening met het CAW is duidelijk blijven openstaan.
In een rijk land als België mogen we niet aanvaarden dat ‘wachtlijsten voor mensen die hulp nodig hebben’ altijd zullen blijven bestaan. p>
De woorden van Duchateau echoën ondertussen overduidelijk in het Vlaamse regeerakkoord. ‘We bekijken of dit budget (de subsidies voor het middenveld) via de lokale besturen of via open oproepen waar mogelijk efficiënter kan besteed worden. Dit laat nog meer werken op maat toe. Zo kunnen we concrete acties ondersteunen die mensen versterken en aanspreken op hun verantwoordelijkheid.’
Anders dan private spelers stelt het middenveld zich tot doel mensen te versterken en emanciperen. Inzicht te geven in de structurele uitsluiting, inzicht in de manier waarop zij mee hun rechten kunnen afdwingen. Sociaal werk heeft ook als taak om de stem van mensen zonder stem, onderbeschermd en in een kwetsbare maatschappelijke positie, opnieuw hoorbaar te maken. Het sociaal werk is de kanarie in de steenkoolmijn, die maatschappelijke problemen detecteert, problematiseert en op de politieke agenda zet. Maar kritisch sociaal werk, dat behoort duidelijk niet tot de Vlaamse Canon van Jan Jambon.
Voor een integrale welzijnsbegroting
Net zoals met cultuur en integratie heeft de regering Jambon I een duidelijke agenda voor welzijn. In plaats van het middenveld structureel te subsidiëren moet hulpverlening het liefst gebeuren door private winstbedrijven die telkens voor de duur van de legislatuur aangeduid worden door een lokaal bestuur. De ‘efficiëntie’ op korte termijn wordt belangrijker dan continuïteit en de opgebouwde vertrouwensband met de doelgroep. Alsof sociaal werk wiskunde is. Ook liefdadigheid wordt steeds belangrijker: kijk naar de OverKop-huizen, waarvan de financiering staat of valt met Rode Neuzen Dag, terwijl op het reguliere preventie-aanbod wordt bespaard. Voor hulpverlening wordt steeds meer gerekend op vrijwilligers, zie het mooie initiatief TEJO die gratis psychologische hulp biedt aan jongeren. En vooral: mensen met problemen moeten vooral gewezen worden op de eigen verantwoordelijkheid. N-VA wil geen kritisch middenveld dat tegen zere schenen durft schoppen.
Terecht vraagt vrouwenorganisatie Furia een integrale welzijnsbegroting naar het voorbeeld van Nieuw-Zeeland. Dat is veel meer dan gewoonweg meer middelen voor de portefeuille welzijn. Het is een begroting die welzijn als uitgangspunt neemt voor alle beleidsdomeinen. Met een overheid die haar verantwoordelijkheid neemt en voldoende, toegankelijke en kwalitatieve publieke diensten aanbiedt. Directeur Tino Ruyters van FreeClinic draait de gang van zaken om. Waarom moeten wij beroep doen op liefdadigheid voor welzijn en zorg? Laten we bij het brede publiek azalea’s verkopen voor de aankoop van gevechtsvliegtuigen, in plaats van er ons sociaal beleid mee te financieren. In een rijk land als België mogen we niet aanvaarden dat ‘wachtlijsten voor mensen die hulp nodig hebben’ altijd zullen blijven bestaan. Net zomin als we mogen aanvaarden dat mensen vooral zelf hun problemen moeten oplossen. Dat de Vlaamse regering eindelijk haar verantwoordelijkheid eens neemt.
Lise Vandecasteele is huisarts, Vlaams parlementslid voor de PVDA en lid van de commissie Welzijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier