Dirk Draulans
‘Het stigma dat op zelfdoding gekleefd wordt, werkt verstikkend’
‘We kunnen niet zelf beslissen of we geboren willen worden, laat staan in welke omstandigheden, dus waarom zouden we dan niet zelf mogen beslissen dat het niet langer hoeft?, vindt Dirk Draulans.
Het is een vreselijk woord: zelfmoord. Alsof je een misdaad op jezelf kunt plegen. Je kunt je wel zelf doden, van het leven benemen, en dat heeft eventueel gevolgen voor je nabestaanden. Die blijven met vragen achter, of ze het niet hadden moeten zien aankomen, of ze niets hadden kunnen doen. Ze blijven achter met een groot gemis. Ik hoop dat ik het nooit moet meemaken, een zelfdoding in mijn onmiddellijke omgeving.
‘Het stigma dat op zelfdoding gekleefd wordt, werkt verstikkend’
Maar ik hoop ook dat ik er desgevallend begrip voor zal kunnen opbrengen – anders wordt het weer iets egoïstisch, dat je vooral aan jezelf denkt, en minder aan de andere en zijn motieven. De strijd voor het behoud en rekken van zoveel mogelijk individuele levens – ik heb het nooit begrepen. De bioloog in mij zegt dan: de dood hoort bij het leven. Er is geen enkele andere diersoort die zo’n drama van de dood maakt, een nefast neveneffect van de ontwikkeling van ons bewustzijn. We kunnen niet zelf beslissen of we geboren willen worden, laat staan in welke omstandigheden, dus waarom zouden we dan niet zelf mogen beslissen dat het niet langer hoeft?
Maar nee, zelfmoord zeggen de achterblijvers dan. We kleven er een foute connotatie op, iets misdadigs, een stigma. We investeren in een zelfmoordlijn, waarnaar mensen kunnen bellen die – zoals dat heet – met vragen zitten. Allemaal goed hoor, ondanks de vreselijke naam van die organisatie, die lijnrecht ingaat tegen de schamele pogingen om de term ‘zelfmoord’ door het neutrale ‘zelfdoding’ te vervangen. Maar waarom moet er na of onder elk journalistiek verhaal waarin zelfdoding aan de orde is, naar die lijn verwezen worden? Waarom moet er zo obstinaat campagne voor gevoerd worden, alsof zelfdoding iets verwerpelijks is dat moet worden bestreden?
Zelfmoordterrorist kan wel als woord, omdat ‘moord’ kan slaan op het feit dat je niet alleen jezelf, maar ook anderen meeneemt in je einde – dikwijls om ideologische redenen die je zijn opgedrongen. Er zijn tussenvormen die moeilijk te omschrijven zijn bij gebrek aan duidelijk motief. Toen de ceo van de Duitse luchtvaartmaatschappij Lufthansa als reactie op de ramp met de airbus van zijn dochtermaatschappij Germanwings stelde dat hij dit niet kon beschouwen als een zelfdoding van de copiloot die het vliegtuig liet crashen, omdat er 149 mensen mee in de dood werden genomen, had hij uiteraard een punt.
Ik heb het zelf meegemaakt dat iemand die je in een artikel met gerechtelijke consequenties opvoerde, zichzelf doodde, maar dat was maanden na publicatie, en het was nog altijd een schok. Maar het veranderde mijn visie over het concept van zelfdoding niet.
Je betrekt geen anderen in je keuze om er een einde aan te maken, want die hebben die keuze niet kunnen maken. Wat die piloot bezielde om op zo’n dramatische wijze een einde aan zijn leven te maken zullen we nooit weten. Een biologisch belachelijke manier om indruk te maken, om propaganda te maken voor jezelf? Het is duidelijk dat het een van de absurditeiten betreft die een gevolg zijn van het volatiele van de menselijke geest. Het is ook duidelijk dat de daad een ramp zal zijn voor mensen die een depressie overwonnen hebben en opnieuw aan het werk willen.
Het einde van Steve Stevaert is wel een zelfdoding, ondanks het feit dat het ook als een wanhoopsdaad omschreven wordt, een impuls, die mogelijk vermeden had kunnen worden. In het koude water van een kanaal springen is daarbij van een andere orde dan voor een trein springen, want in het laatste geval betrek je anderen bij je einde, die daar niet om gevraagd hebben.
Stevaerts daad zal een effect hebben op zijn naasten, op de vrouw die klacht tegen hem indiende, op de persoon die het bericht liet lekken naar de media en toelichtte, misschien zelfs op journalist Lars Bové van de krant De Tijd die op donderdagochtend het verhaal op de voorpagina bracht, waarna Stevaert nog dezelfde dag een einde aan zijn leven maakte. (Ik kan het overigens niet laten om erop te wijzen dat de zielenpoten van De Standaard het niet voor elkaar kregen om in hun krant te melden dat De Tijd een absolute primeur had, zielig en pathetisch.)
Ik heb het zelf meegemaakt dat iemand die je in een artikel met gerechtelijke consequenties opvoerde, zichzelf doodde, maar dat was maanden na publicatie, en het was nog altijd een schok. Maar het veranderde mijn visie over het concept van zelfdoding niet. Waarom zou je iemand verwijten willen maken omdat hij of zij niet langer vocht voor zijn of haar leven?
Misschien zijn wij zo bang voor de dood geworden, omdat we beseffen dat er geen alternatief is.
Het debat over euthanasie kreunt onder dezelfde dubbelzinnigheid. Waarom zou iemand die lijdt, fysiek of mentaal, niet mogen beslissen om er op een aanvaardbare manier een einde aan te maken, met medische assistentie, zodat hij het niet zelf op een soort ambachtelijke wijze moet doen? Net de christelijke kant van onze maatschappij, die lange tijd het idee van een leven na de dood gepromoot heeft, verzet zich krachtig tegen het actieve levenseinde. Is haar vertrouwen in haar eigen filosofie zo getaand dat ze het zelf niet meer gelooft, zodat haar gelovigen zich beter vastklampen aan wat er op aarde is? Het geloof in de islam is veel sterker, anders zou het niet zo gemakkelijk zijn om zelfmoordterroristen en strijders voor een moordende jihad te rekruteren.
Misschien zijn wij zo bang voor de dood geworden, omdat we beseffen dat er geen alternatief is. We moeten het nu doen, en goed doen, want we krijgen geen tweede kans. Opstaan uit de doden is weinigen gegeven. Maar impliceert dit inzicht dat mensen die menen dat ze niet goed bezig zijn, niet de beslissing mogen nemen dat het niet meer hoeft? Ik denk het niet.
Dit moet niet gelezen worden als een pleidooi voor zelfdoding of euthanasie, wel voor begrip voor mensen die vinden dat het niet langer hoeft, en die daarvoor geen verwijten moeten krijgen, zelfs niet onderhuids. Onderaan dit stuk vindt u dus geen referentie naar die organisatie met de vreselijke naam waar vrijwilligers zitten te wachten om te praten met mensen die het moeilijk hebben, in de hoop zo levens te kunnen redden of rekken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier