‘Wie probleem van racisme aankaart, wijst vooral op de verantwoordelijkheid die we allemaal dragen’
Amber De Kock staat stil bij de term ‘onbewust racisme’, en heeft het over een ‘schijnbare paradox’. ‘Racistische discriminatie komt onbewust tot stand, en toch moeten we er iets aan doen.’
De protesten tegen racisme en discriminatie doen ons terecht nadenken over de huidige situatie in België. Verschillende stellingen lijken te conflicteren met elkaar en kunnen verwarrend zijn. Er wordt bijvoorbeeld gesteld dat racisme iets is dat individuen veroorzaken, maar ook dat racisme structureel en systematisch is. Ook wordt racisme gekarakteriseerd als impliciet of onbewust (waarbij wordt aangenomen dat niemand verantwoordelijk is), maar ook als iets wat in iedereen zit (dus iedereen is verantwoordelijk). Kunnen deze stellingen allemaal tegelijk waar zijn?
Psychologisch onderzoek toont dat de meeste mensen, ook zij die consistent tegen racisme, seksisme, homofobie, en discriminatie tout court zijn, beïnvloed worden door zogenaamde impliciete biases in hun oordelen en handelen. Deze experimenten tonen aan dat we bijvoorbeeld sneller associaties vormen tussen vrouwen en de familiale sfeer of mensen met een donkere huidskleur en negatieve kenmerken, maar ook bepaalde microgedragingen stellen zoals verder weg gaan zitten van iemand met een donkere huidskleur op een bankje of iemand met een donkere huidskleur langer laten wachten op een bestelde koffie. Bij studies naar sollicitaties worden ook vaker mannen en witte mensen fictief aangenomen, ook wanneer de inhoud van de CV’s omgewisseld wordt en de namen blijven staan. Wat vooral bizar is bij dit laatste type experiment is dat wanneer de deelnemers achteraf worden bevraagd over hun keuze, zij redenen kunnen opgeven die rationeel lijken te zijn (‘sollicitant X had meer ervaring’ of ‘sollicitant Y had een significante theoretische opleiding’), maar in feite confabulaties zijn, d.i. drogredenen die achteraf gegeven worden maar die vanuit wetenschappelijk standpunt niet valabel zijn (maar wel oprecht).
Het probleem situeert zich dus vaak in het gebrek aan volwaardige introspectie, maar dat maakt de effecten natuurlijk niet minder erg. We kunnen hier absoluut defaitistisch van worden, want hoe kan je nu iets doen aan iets waar je niet eens van wist dat je het deed? Hoe kunnen mensen verantwoordelijk zijn voor hun gedrag, als ze weinig besef hebben van de manieren waarop deze impliciete biases hun handelen beïnvloeden?
Ten eerste is de aanname dat we enkel verantwoordelijk kunnen zijn voor gedrag dat we niet intentioneel stellen door filosofen al meermaals onderuit gehaald: we houden mensen soms toch ook verantwoordelijk voor het feit dat ze iets vergeten zijn, ook al doen ze dat per definitie niet intentioneel. Bovendien is maar de vraag hoe men die conceptuele discussies afweegt tegenover het gerapporteerde lijden. We kunnen nog moeilijk naast de talrijke schrijnende getuigenissen in de media, het scala aan experimenten over implicit bias sinds de jaren ’90 en de steeds wederkerende onderzoeken naar discriminatie en racisme op de huurmarkt, de arbeidsmarkt, in het onderwijs en bij de politie kijken. Het Vlaams Parlement heeft beslist dat er meer wetenschappelijk onderzoek nodig is vooraleer praktijktesten overwogen kunnen worden. Maar op dit moment kunnen we ons afvragen of onwetendheid nog wel als geldig excuus kan worden ingeroepen.
We kunnen het bestaande wetenschappelijk en ervaringsdeskundig bewijs beter accepteren en er vanuit gaan dat ook wij, mensen met goede bedoelingen, beïnvloed zijn door stereotypen en vooroordelen, en dat dit zich uit in ons gedrag en onze oordelen zonder dat we ons er altijd bewust van zijn. Dus de paradox is slechts schijnbaar: racistische discriminatie komt onbewust tot stand, en toch moeten we er iets aan doen. Wie keer op keer onbewust de verjaardag van zijn of haar kinderen vergeet, kan zich ook niet blijven verstoppen achter: ‘ik deed het niet expres’.
Ten tweede gaat het idee dat iedereen verantwoordelijk is en daardoor eigenlijk niemand verantwoordelijk is, voorbij aan het onderscheid tussen individuele en collectieve verantwoordelijkheid. We delen bijvoorbeeld ook collectieve verantwoordelijkheid voor klimaatopwarming; ook al kan één individu dit probleem niet afzonderlijk oplossen en is het niet de ‘schuld’ van één persoon, kunnen we daaruit niet besluiten dat niemand verantwoordelijk is. Of denk ook aan hoe mondmaskers werken: ik bescherm mezelf niet door een mondmasker te dragen, maar de groep beschermt zichzelf als iedereen een mondmasker draagt, waardoor ook ik beschermd word. Dus ook deze paradox is slechts schijnbaar: niemand kan het probleem alleen oplossen en toch is iedereen verantwoordelijk.
Als de BLM beweging, en vele anderen met hen, het probleem van racisme en discriminatie in België aankaarten, wijzen ze op de gedeelde verantwoordelijkheid die we allemaal dragen om ervoor te zorgen dat ieder persoon werkelijk gelijk behandeld wordt en gelijke kansen krijgt. Het is belangrijk dat we erkennen dat zelfs mensen met goede bedoelingen bijdragen aan het probleem, en dat we daar verantwoordelijk voor gehouden mogen worden. En tot slot nog een filosofisch onderscheid dat huidige discussies zou kunnen helpen: verantwoordelijkheid nemen betekent niet hetzelfde als persoonlijk beschuldigd worden of straf verdienen. Dat onze psyche op een bepaalde manier werkt, is niet onze fout. Maar op den duur wordt het blijven weigeren om verantwoordelijkheid op te nemen wel een fout die de geschiedenis ons zwaar zal aanrekenen.
Amber De Kock is doctoraatsonderzoeker bij het FWO en werkt aan het departement Wijsbegeerte van de Universiteit Antwerpen bij het Centrum voor Ethiek aan een proefschrift over ‘implicit bias en morele verantwoordelijkheid’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier