‘Om de een of andere reden hoort wie structureel onrecht wil aankaarten dat altijd op een zachte, rationele, vredelievende wijze te doen’, schrijft Tom Hannes. ‘Hoe groter de wantoestand die je wil bespreken, des te zuiverder op de graat je lijkt te moeten zijn.’
Structureel onrecht en protest ertegen. Het blijft een moeilijke combinatie. Helaas is het elke keer op dezelfde manier moeilijk. Ook deze keer, in de huidige protestacties tegen racisme in het hele Westen, wordt het voorspelbare spel gespeeld. Voor elke ingeslagen winkelruit worden miljoenen schouders synchroon opgetrokken en meteen wordt alles van tafel geveegd als banale relschopperij.
Ik zie het ook liever niet. Ik heb een viscerale en filosofische afkeer voor agressiviteit. Maar ongetwijfeld is het voor mij, een blanke hoogopgeleide heteroseksuele en gezonde man, gemakkelijk om dat standpunt in te nemen. Want het komt de hoofden die bij al die opgetrokken schouders horen wel heel erg goed uit: veel zin hadden ze toch al niet om zich bezig te houden met leed waar zij niet direct mee te maken lijken te hebben. Ziedaar het conservatisme dat in zijn meest gemene vorm vandaag overal terrein wint: ‘Ik en mijn familie hebben het goed, dus iedereen ophouden met zeuren aub.’ Een week geleden werd nog opstandig moord en brand geroepen over de ‘betutteling’ van Van Ranst en zijn mondmaskers. Vandaag, als anderen een echt groot onrecht op tafel leggen, wordt in dezelfde kringen paniekerig om Law and Order geschreeuwd.
Wie onderdrukt wordt, moet braaf zijn. Anders gaat de morele vinger omhoog.
Een andere alomtegenwoordige reactie klinkt op het eerste gezicht vriendelijker: ‘Dat ze een voorbeeld nemen aan Martin Luther King, die kon tenminste fatsoenlijke demonstraties organiseren.’ Maar daarbij wordt aan twee punten voorbijgegaan. Ten eerste verlopen ontzettend veel protestacties wel degelijk fatsoenlijk en krijgen de geweldlozen net daarom geen aandacht. De aandacht gaat naar de gewelddadigen. Beter voor de kijkcijfers en beter voor het optrekken der schouders. Ten tweede is de geweldloze Martin Luther King helaas één van de allerbekendste vermoorde kleurlingen.
Om de een of andere reden hoort wie structureel onrecht wil aankaarten dat altijd op een zachte, rationele, vredelievende wijze te doen. Ook als het geweld tegen jou – gaande van naroepen en een occasionele slag in je gezicht, om onnodige redenen en met onnodig geweld gearresteerd worden, je kansen op de huur- of arbeidsmarkt geplafonneerd zien door je etnische afkomst, zelfs vermoord worden – dagelijks doorgaat: je mag erover praten, maar netjes. Want wie onderdrukt wordt moet braaf zijn. Anders gaat de morele vinger omhoog en weet de hele wereld dat jij stout bent geweest en naar stoute kinderen wordt niet geluisterd.
Hoe groter de wantoestand die je wil bespreken, des te zuiverder op de graat je lijkt te moeten zijn. Zo verging het ook de generatie jongeren die vorig jaar zo stout waren om op donderdagen te demonstreren voor een hoogdringend en doortastend ecologisch beleid. Op De Afspraak ging het toen ook niet over de vraag waarom dat beleid uitbleef. Wel werd wekelijks geneuzeld over hoe die jonge gasten beter op school zouden zitten, dat de jongeren ook uit plastic flesjes drinken en dat ze door hun eigen stoutigheid de groene zaak onpopulair gemaakt hebben. Maar waarom waren de kindertjes zo stout? Omdat toen ze buiten de schooluren massaal opkwamen voor het klimaat, er geen haan naar kraaide.
Met acties die het racisme in onze maatschappij aanklagen geldt vandaag hetzelfde. Voor wie structurele wantoestanden aanklaagt zijn er dus twee wegen. Braaf protesteren en genegeerd worden. Of stout protesteren en te horen krijgen dat je op deze manier geen gehoor zult krijgen.
Voor wie structurele wantoestanden aanklaagt zijn er dus twee wegen. Braaf protesteren en genegeerd worden. Of stout protesteren en te horen krijgen dat je op deze manier geen gehoor zult krijgen.
Of het met het bekladden of verbranden van de standbeelden van onze genocidevorst Leopold II ook zo zal vergaan, is nog niet duidelijk. Dat heeft mogelijk te maken met het feit dat de meest dominante conservatieven in ons land België-intolerant en republikein zijn. Standbeelden van dode koningen aanvallen kan dus misschien wel. Veel liever dat nog dan dat er geprotesteerd wordt tegen bedrijven die op dit moment de Congolezen van hun rijkdommen beroven. Want laten we daar alsjeblief toch niet over zeuren in prime time. En niet weer komen aanzetten met dat onsympathieke gedoe over hoe rijke bedrijven steeds meer macht in handen hebben en de ongelijkheid steeds meer doen groeien. Boring. Extremistisch. Ondankbaar. Een linkse leugen. Laat het sportnieuws maar beginnen.
Structureel onrecht en geweld hebben de vreemde eigenschap volslagen onzichtbaar te zijn voor wie er zelf geen slachtoffer van is. Een slachtoffer dat erop reageert wordt op die manier meteen zelf de agressor die de goede orde in het bedrang brengt. Jaren geleden had ik een lief van Koreaanse afkomst. Voor ik haar kende was ik me van racisme totaal niet bewust. Ik meende dat dat bij ons iets van het verleden was. Tot ik met haar over straat begon te lopen en aan haar zijde proefde van de frustrerende machteloosheid die met haar positie gepaard ging. Want weer zijn er maar twee mogelijkheden. Als je je beleefd uitdrukt over hoe vervelend dat racisme is ben je een zeurkous – want als het echt zo erg was, zou je je vast niet zo beleefd uitdrukken. Als je je krachtiger uitdrukt ben je een heethoofd met een issue – en met zo’n houding overtuig je niemand, hoor!
Structureel onrecht en geweld hebben de vreemde eigenschap volslagen onzichtbaar te zijn voor wie er zelf geen slachtoffer van is.
Wat doe je dan wel? Die chronische vraag doet elk slachtoffer van structureel geweld en onrecht belanden in een continue pendelbeweging tussen grijze berusting en roodheet verzet. Niemand, niemand die dit niet zelf aan de lijve ondervindt kan zich inbeelden wat dit met een mensenleven doet. Tot het jou ook overkomt en je meteen merkt dat deze keer niemand geïnteresseerd is in jouw gezeur.
In een billijke maatschappij zijn het niet de slachtoffers en de machtelozen, maar de machtigen en de geprivilegieerden die in zulke zaken de knieval horen te maken. Het is een basiskenmerk van beschaving. In plaats van tijd te verliezen met morele vingertjes of loze raadgevingen over ongepast geuite ongenoegens, moet er geluisterd worden. Om te onderzoeken hoe onze zo gefêteerde law and order – de rechtsstaat en de goede maatschappelijke orde – iedereen kunnen dienen, niet alleen de happy few die nu toevallig de top vormen. Opiniepeilingen onderzoeken ondertussen volop hoe de basis op de demonstraties reageert. Maar dit zou geen zaak van opiniepeilingen mogen zijn. Schrijf anders maar meteen een opiniepeiling uit over wie belastingen wenst te betalen.
Wie macht wil, moet ze dragen in plaats van er zich achter te verschuilen in naam van de goede orde. Racisme is geen links dingetje. Het is een kanker die de hele order opeet en de law corrupt maakt. Hiermee aan de slag gaan, in naam van de goede orde, zou een zoveel waardiger en moedig conservatisme kunnen opleveren dan het je m’en foutisme dat er vandaag voor moet doorgaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier