Vlinks

‘Wanneer vinden de Vlaamse partijen moed om een correcte zetelverdeling af te dwingen?’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

‘België zal democratisch zijn, of zal niet zijn’, schrijft Jan Wostyn, gastauteur voor Vlinks. Hij analyseert de stemuitslag op basis van het aantal uitgebrachte stemmen, en niet aan de hand van de huidige provinciale zetelverdeling op basis van het aantal inwoners.

In onze vorige column “Ceci n’est pas une démocratie” argumenteerden we dat het Belgische kiesstelsel lijdt onder een aantal zware onvolkomenheden. Ten eerste zet de huidige provinciale zetelverdeling op basis van het aantal inwoners in plaats van het aantal stemmen de Vlaamse kiezer danig in zijn hemd. Ten tweede zijn 3 van de 5 Waalse kieskringen te klein om democratisch representatief te zijn waardoor kleine partijen daar geen kans maken. Ten derde veroordelen Vlaamse partijen in Brussel zichzelf tot irrelevantie wanneer ze geen akkoord maken om samen op te komen.

Tussen twee episodes van het federale formatiefeuilleton door, namen we even de tijd om zelf na te rekenen hoe de federale zetelverdeling eruit zou zien indien deze scheeftrekkingen werden weggewerkt. Van “Ceci n’est pas une démocratie” naar “Si la Belgique était une démocratie“…

Zetelverdeling op basis van het aantal stemmen ipv aantal inwoners

De huidige zetelverdeling gebeurt op basis van het aantal inwoners per provinciale kieskring, waarbij Brussel-Hoofdstad sinds de splitsing van BHV een aparte, tweetalige kieskring is. Dat lijkt op het eerste zicht redelijk maar betekent in de praktijk dat Vlaamse zetels veel “duurder” zijn dan Brusselse of Waalse zetels. De reden hiervoor ligt in het verschil qua aantal niet-Belgische inwoners, aantal inwoners op kiesleeftijd alsook het aantal blanco/ongeldig stemmers.

Wanneer vinden de Vlaamse partijen moed om een correcte zetelverdeling af te dwingen?

Hoe groot die scheeftrekking in de praktijk eigenlijk is, kan vrij eenvoudig worden nagegaan wanneer we het aantal zetels tussen de kieskringen herverdelen op basis van het aantal geldig uitgebrachte stemmen bij de laatste federale verkiezingen, in plaats van op basis van het bevolkingsaantal. Hiervoor gebruiken we dezelfde methode die gebruikt wordt om zetels te verdelen tussen partijen binnen een bepaalde kieskring, de zogenaamde methode D’Hondt. Het resultaat kan U lezen in onderstaande tabel.

Kieskring Zetels op basis van inwonertal Zetels op basis van geldige stemmen Verschil
West-Vlaanderen 16 19 3
Oost-Vlaanderen 20 23 3
Antwerpen 24 26 2
Limburg 12 13 1
Waals-Brabant 5 5 0
Vlaams-Brabant 15 15 0
Namen 6 6 0
Luxemburg 4 3 -1
Luik 15 13 -2
Henegouwen 18 16 -2
Brussel-Hoofdstad 15 11 -4

De implicatie per gewest is vrij indrukwekkend: +9 zetels voor Vlaanderen, -4 zetels voor Brussel en -5 zetels voor Wallonië. Vooral het resultaat van de kieskring Brussel-Hoofdstad is opvallend. Het huidige zetelaantal voor Brussel wordt duidelijk kunstmatig opgeklopt door het groot aantal niet-Belgen dat in Brussel woont. Omdat volledig Vlaamse lijsten in Brussel geen zetels halen, komt het volle gewicht van de niet-Belgische inwoners dus volledig in de Franstalige schaal te liggen, met PS en Ecolo als grootste begunstigden.

Wanneer we deze nieuwe zetelverdeling per provincie, gebaseerd op het aantal geldige stemmen, en niet op het aantal inwoners, toepassen op de resultaten van de laatste federale verkiezingen, krijgen we de volgende zetelverdeling tussen de partijen in het federale parlement.

Partij Zetels op basis van aantal inwoners Zetels op basis van aantal kiezers Verschil
CD&V 12 15 3
N-VA 25 27 2
VB 18 19 1
Open Vld 12 13 1
sp.a 9 10 1
Groen 9 10 1
PTB/PVDA 12 12 0
MR 14 13 -1
cdH 5 4 -1
DéFI 2 1 -1
PS 20 18 -2
Ecolo 12 8 -4

De conclusies hieruit zijn helder. Ten eerste boksen momenteel alle Franstalige partijen boven hun feitelijk gewicht. Vooral Ecolo en PS krijgen teveel zetels op basis van hun feitelijk aantal kiezers.

Ten tweede zien we dat de fameuze paarsgroene ‘optie’ eigenlijk helemaal geen meerderheid haalt en op 72 zetels strandt. Ook een recente toverformule, de zogenaamde “coalition 77” van François De Smet van Défi zou dan als “coalition 73” geen zoden aan de dijk meer brengen. Zelfs paarsgroen met cdH komt in de nieuwe verdeling niet meer aan een meerderheid, nadat Emir Kir uit de PS werd gezet. Die coalitie komt dan niet verder meer dan 75 zetels.

Ten derde zien we dat ook het evenwicht binnen bepaalde politieke families terug normale proporties aanneemt. Groen en Ecolo haalden ongeveer even veel stemmen, maar Ecolo kreeg daarvoor 3 zetels extra. In de nieuwe verdeling zijn Groen en Ecolo nu netjes in balans, indien we er rekening mee houden dat de Groen-zetel in Brussel eigenlijk gewoon een cadeau is van Ecolo. Hetzelfde geldt voor de blauwe familie.

Tot slot is het best frappant dat de grootste winnaar van een hervorming van het kiesstelsel CD&V zou zijn. Anders gezegd: het grootste slachtoffer van het huidige systeem is CD&V, die “staatsdragende” partij waarvan de Franstaligen het een evidentie vinden dat ze nu even de Vivaldi-coalitie op de been gaat brengen met Vlaamse minderheid. O ironie.

Bovenstaande zetelverdeling sluit duidelijk veel beter aan bij de feitelijke krachtverhoudingen in dit land en zorgt ervoor dat de stem van elke Vlaming, Brusselaar of Waal zo goed als gelijk wordt gewogen, in tegenstelling tot de huidige situatie. Voor alle voorstanders van een federale kieskring zou dit als muziek in de oren moeten klinken.

Grotere kieskringen in Wallonië

Een tweede punt van verbetering is dat 3 van de 5 Waalse kieskringen te klein zijn om representatief te zijn waardoor kleine partijen de kans ontzegd wordt om zetels te halen. Indien de kieskringen Waals-Brabant en Namen enerzijds, en Luik en Luxemburg anderzijds zouden fuseren, zou dit twee gevolgen hebben.

Ten eerste zou Wallonië haar zetelaantal met 2 zetels kunnen opkrikken ten koste van een zetel in respectievelijk West-Vlaanderen en Limburg. Ten tweede zou de effectieve kiesdrempel gevoelig verlaagd worden van gemiddeld 13,3% in de 3 kleinste kieskringen naar slechts 5,8% in de 2 nieuwe fusiekieskringen. Dat lijkt misschien een detail, maar bijvoorbeeld PTB haalde in de 3 kleinste kieskringen moeiteloos de kiesdrempel, maar haalde er geen zetels net omdat de effectieve kiesdrempel veel te hoog lag. Ook voor kleinere partijen als Défi en cdH zou dit goed nieuws zijn. Wij wensen onze Waalse broeders alvast van harte dit démocratisch réveil toe. Het kan de pluraliteit in Wallonië alleen maar ten goede komen en onze Waalse vrienden behoeden voor een pensée unique waar niemand mee gediend is.

Een Vlaamse zetel in Brussel

Momenteel zijn er twee Nederlandstalige federale verkozenen in Brussel, respectievelijk van de kartellijsten PVDA/PTB en Ecolo/Groen. Het zou echter ook perfect mogelijk zijn één of meerdere échte Vlaamse verkozenen in Brussel te hebben. Zo zouden bijvoorbeeld de Vlaamse partijen uit de Zweedse coalitie, die opnieuw samen de Vlaamse regering vormen, gewoon met 1 lijst naar de Brusselse kiezer kunnen stappen. Samen zouden ze namelijk 6,8% van de stemmen halen en zo moeiteloos over de kiesdrempel springen én een zetel binnenhalen. Evenzeer zouden de linkse partijen Groen en SPa. hetzelfde kunnen overwegen. Het zou toch moeten mogelijk zijn om hierover een akkoord te maken tussen ideologisch verwante partijen, door bijvoorbeeld beurtelings de lijsttrekker te leveren?

Tot slot: kan deze kieshervorming worden afgedwongen?

Zoals gebruikelijk in dit land, zit zo’n hervorming stevig achter slot en grendel. Het wijzigen van het criterium “bevolking” naar criterium “geldige stemmen” vraagt namelijk een wijziging van artikel 63 van de Grondwet. Zoals gebruikelijk zitten we dus vast aan een twee derde meerderheid én een meerderheid in elke taalgroep.

Bij de Vlaamse partijen zou eigenlijk iedereen vóór moeten zijn, aangezien elke Vlaamse partij minstens een zetel zou winnen. Niettemin kan vermoed worden dat de linkse Vlaamse partijen Groen, SP.A en PVDA hier moeilijk toe verleid kunnen worden. Nochtans zijn ze allemaal voorstander van een federale kieskring waarin alle stemmen gelijk zouden gewogen worden. Deze linkse partijen prediken steevast meer samenwerking en het feit dat alle Belgen gelijk zijn. Waarom zouden ze dan tegen een kieshervorming stemmen die er net voor zorgt dat elke Belgische stem gelijk gewogen wordt?

Bij de Franstalige partijen zou vooral PTB hier voordeel kunnen uit halen. Enerzijds omdat haar relatieve positie in de Franse taalgroep gevoelig zou versterkt worden. Anderzijds zou ze ook de eerste begunstigde zijn van de lagere effectieve kiesdrempel in de 2 nieuwe fusiekieskringen. Maar ook kleinere partijen als Défi en CDh zouden gediend zijn met een lagere effectieve kiesdrempel, ook al verliezen ze in eerste instantie elk 1 zetel.

Echter, PS en Ecolo, de grootste verliezers van de voorgestelde democratische hervorming, hebben samen in het huidige systeem nog steeds een blokkeringsminderheid in de Franse taalgroep (33 zetels op 61). Inderdaad, met amper 33 zetels (22%) kan je in dit “democratische” land elke democratische hervorming blokkeren.

Het is intussen meer dan 420 dagen geleden dat we in dit land een normale federale regering met volheid van bevoegdheid hadden. De huidige restregering bestuurt intussen reeds 8 maand het land met de ruggensteun van 48 zetels (32%) in het parlement. De federale formatie sloopt eindeloos aan, mede omdat de verschillende partijen niet het gewicht krijgen dat ze verdienen op basis van de verkiezingsuitslag. Nieuwe verkiezingen dringen zich dan ook op, net als het voor wijziging openstellen van de volledige grondwet.

Wanneer vinden de Vlaamse partijen samen de fameuze ‘5 minuten politieke moed’ die nodig is om een correcte zetelverdeling in het federale parlement af te dwingen? Het is toch geen schande gewoon het aantal zetels te vragen waar je als partij recht op hebt? De Franstaligen partijen zullen dit misschien niet leuk vinden, maar het is toch geen onrecht indien zij voortaan het aantal zetels krijgen dat hen eigenlijk toekomt? Indien sommige Franstalige partijen een waarlijk democratisch België niet wensen, welke morele autoriteit hebben zij dan nog om zich te verzetten tegen een grotere autonomie voor Vlaanderen? Wat niet buigt, barst.

Iets meer dan 100 jaar geleden schreef de wallingant Raymond Colleye de woorden ‘La Belgique sera latine ou ne sera pas“. Wanneer vinden Vlamingen het zelfvertrouwen om gewoon te zeggen “België zal democratisch zijn, of zal niet zijn’?

Jan Wostyn is gastschrijver voor Vlinks.

Partner Content