Waar blijft de politieke moed voor een eerlijker en transparanter belastingsysteem?
Onze belastingen moeten eerlijker en eenvoudiger. Aan plannen is er geen gebrek, wel aan moedige ministers.
Het was Knack-lezer Jan-Willem Van Hoof uit Neerpelt die anderhalf jaar geleden de minister van Financiën de vraag stelde die élke Belg op de lippen brandt: ‘Waarom is de Belgische belastingbrief zo ingewikkeld? Waarom kan er niet een nieuw belastingstelsel ingevoerd worden zonder uitzonderingen en met heldere regels?’ Toenmalig minister Johan Van Overtveldt (N-VA) antwoordde in dit blad: ‘Ik ben de eerste om toe te geven dat de Belgische belastingbrief te ingewikkeld is. Maar op korte termijn kunnen we daar niets aan veranderen.’
Alle plannen om de belastingen te hervormen botsen op onze staatsstructuur en op lobbygroepen.
Van Overtveldt zei er ook bij waarom dat niet kon. ‘Vooral omdat we zo’n ongelooflijk ingewikkeld land zijn. Als de deelstaten meer homogene bevoegdheidspakketten zouden hebben en als de financieringspakketten daar dan beter op zouden aansluiten, zou de fiscaliteit al een stuk eenvoudiger kunnen. Daarnaast worden veel aftrekposten op de belastingbrief beschouwd als “verworven rechten”. Raak je daaraan, dan krijg je gegarandeerd een titanengevecht met de betrokken lobbygroep.’ En dus kregen we ook onder de regering-Michel geen belastingstelsel met heldere regels en zonder uitzonderingen.
Niet dat er daarvoor de afgelopen jaren geen plannen zijn gemaakt. Groen, SP.A en PVDA/PTB pleiten bijvoorbeeld voor een vermogensbelasting. Die moet zo’n 8 miljard euro opbrengen en zo niet alles, dan toch veel oplossen. Een ander plan is een dual income tax-systeem, zoals dat in Scandinavische landen bestaat. Daarvan is de CD&V voorstander. De inkomsten op arbeid worden progressief belast: hoe meer je verdient, hoe meer je betaalt. En alle vermogenswinsten (dividenden, intresten, meerwaarden en huurgelden) worden samengeteld en tegen hetzelfde tarief belast. Sommigen vinden dat nog te ingewikkeld. De Open VLD wil een vlaktaks invoeren, waarbij zowel de inkomsten uit arbeid als uit vermogen tegen één tarief van 30 procent worden belast. Om dat systeem wat socialer te maken, wil de partij de belastingvrije som optrekken tot de armoedegrens van 13.380 euro per jaar, het dubbele van vandaag.
Er zijn er die vinden dat het nóg eenvoudiger kan en moet. Econoom en Open VLD-senator Lode Vereeck gaat in zijn uitdagende en vlot leesbare nieuwe boek Taksjager op zoek naar ‘de fiscale graal: één enkele belasting die alle andere belastingen vervangt’. Hij denkt die gevonden te hebben met de unieke transactietaks: alle belastingen en verplichte sociale bijdragen van alle overheden in dit land worden afgeschaft en vervangen door één heffing van 1,216 procent per geldtransactie. In de wereld van Vereeck betaalt u dus 1,216 procent belasting op uw loon (en niet langer 50 procent personenbelasting), uw pintje (en niet 21 procent btw), de aankoop van uw huis (en niet 7 procent registratierechten), uw winst (en niet 20 of 25 procent vennootschapsbelasting en 30 procent roerende voorheffing) enzovoort. Volgens Vereeck is dat voor de overheid budgetneutraal.
Aan plannen dus geen gebrek, maar wie de personenbelasting grondig wil hervormen, botst op de twee typisch Belgische fenomenen waarnaar Van Overtveldt al verwees. Enerzijds onze ingewikkelde staatsstructuur, met een financieringswet die niemand begrijpt. Anderzijds lobbygroepen die alles in het werk stellen opdat de huidige fiscale faveurtjes voor hun achterban bewaard blijven. Beide fenomenen moeten worden aangepakt als we een eerlijker en transparanter belastingsysteem willen. Daar zal moed voor nodig zijn. Hebben onze politici die?
Loononderhandelingen
Tot slot nog iets helemaal anders: vorige week stond op deze plek een analyse over de loononderhandelingen. Die eindigde met een gokje: ‘Op suggestie van minister van Werk Kris Peeters (CD&V) rekent de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) alles nog eens door, en dan zal blijken dat de lonen niet met 0,8 maar met 1,1 procent kunnen stijgen.’ En wat is er gebeurd? Twee dagen later werd bekend dat na nieuw cijferwerk van de CRB de lonen … met 1,1 procent kunnen stijgen. Dat illustreert hoe het er bij ons vaak aan toegaat: cijfers worden aangepast aan de behoeften van het moment. Zonder dat er in essentie iets is veranderd, kunnen de lonen in dit geval plots meer dan 30 procent extra stijgen. Dat schaadt de geloofwaardigheid van alle betrokkenen, vooral die van minister Peeters en de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, die met het nieuwe cijfer aan de slag gaan om een loonakkoord af te sluiten. Het ergst van al: het cijfergesjoemel brengt ons geroemde sociaal overlegmodel zélf in gevaar, want op basis van gemanipuleerde cijfers kun je geen ernstig beleid voeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier