‘Campagnes tegen pesten zijn nobel én noodzakelijk. Maar ze mogen geen alibi zijn om van de strijd tegen pesten enkel een weerkerend event te maken’, schrijft Antwerps schepen van Onderwijs Jinnih Beels bij de start van de Vlaamse week tegen pesten.
Onze kinderen zijn onze grootste schatten. Alles stellen we in het werk om te zorgen dat ze veilig zijn – terecht natuurlijk. Denk maar aan het verkeer. Van fluo handschoenen tot schoolstraten, kosten noch moeite worden gespaard om ze veilig van onze voordeur tot aan de schoolpoort te brengen. Of als het over eten gaat: Glutenvrij, vegetarisch, koolhydraatarm, alles om te zorgen dat ze gezond zijn.
Maar hoe zit het met hun mentale veiligheid? Wat met de hoofden en harten van onze jeugd? Beschermen we die ook? Of is het ook daar tijd voor een fluobeleid?
Pesten voorkomen is meer dan een studiedag volgen of één week per jaar vier stippen op je hand zetten.
Pesten is niet iets dat erbij hoort in je kindertijd. Net als misbruik en mishandeling, is pesten iets dat inhakt op een mensenleven, en zijn sporen nalaat. 48 procent van de jongeren zegt al eens slachtoffer te zijn geweest van (cyber)pesten. 18 procent geeft toe zelf iemand te hebben gepest. En treffend: jongeren vragen zelf dat er meer belang wordt gehecht aan preventie en ondersteuning.
Campagnes tegen pesten zijn nobel én noodzakelijk. Maar ze mogen geen alibi zijn om van de strijd tegen pesten enkel een weerkerend event te maken.
Meer nog: pesten is geen probleem op zich, maar een onderdeel van sociale omgang, een symptoom van sociale vaardigheden die mis lopen. De ander kleineren om zelf groter te zijn. Een ander uitsluiten om er zelf bij te horen. Meer dan ooit is pesten een complex gegeven, omwille van sociale media en het continu in verbinding staan met elkaar. Een belediging is zo veel sneller ‘gepost’ dan gezegd.
De cijfers hierboven gaan enkel over pesten. Daarnaast is er een groeiende groep jongeren die aangeeft druk te ervaren, en slecht in hun vel te zitten. Een paar maand geleden was ik aanwezig bij de opening van het academiejaar in Antwerpen, waar de studenten ook het woord namen.
Een onverholen noodkreet werd het: ‘Heb oog voor de grote druk waaronder wij leven.’ Vervallen in nostalgie is daarbij ongepast: toen de boomers en jaggers van vandaag jong waren, waren er géén sociale media, geen gsm’s, geen e-mail. Jongeren vandaag leven aan een verschroeiend tempo en houden (te) veel ballen in de lucht. Ze zijn de producten van de eerste generatie tweeverdieners. De jongeren die hun ouders zien botsen op de grenzen van dat systeem, met moeders en/of vaders die geveld worden door burnouts.
Dus ja, we moeten onze jongeren klaar maken voor de toekomst en de arbeidsmarkt. Maar ook voor het leven. We moeten ze weerbaar maken, leren ontspannen, op de rem gaan staan, niét in alles de beste te willen zijn. Af en toe eens niks te doen in een tijd waarin je vervelen haast onmogelijk is.
Scholen zijn sociale arena’s, waar onze kinderen hun ervaringen opdoen als lid van een groep. Groepdynamische processen ontwikkelen zich, rollen verdelen zich: de leider, de volger, de coole, de strever, … Lees er de sociale ontwikkelingspyschologie op na, en het wordt duidelijk.
Maar welke rol hebben de scholen, de leerkrachten hier? Scholen zijn decretaal verplicht een zorgbeleid te hebben, een aanpak tegen grensoverschrijdend gedrag. Anti-pestprogramma’s zijn er in alle maten en vormen. Veel scholen zijn hier in de voorbije jaren mee aan de slag gegaan.
Maar zit het ook al in het DNA van elk school? Want laten we wel wezen, conflicten op school komen continu voor, in die arena waarin sociale vaardigheden zich ontwikkelen, de hele dag door, alle schooldagen van het jaar.
Wat kunnen scholen – en dus wij beleidsmakers – doen om succesvol werk te maken van zo’n fluobeleid?
Ik denk alvast aan deze vier uitgangspunten – 4 stippen, zeg maar – voor een succesvol antipestbeleid het hele jaar door:
- 1. Werk het hele jaar door aan sociale vaardigheden. Wat valentijn is voor de liefde, zijn 4 stippen voor pesten. Zet vanaf de lerarenopleiding in op training van leerkrachten en aanpak van pestgedrag. Niet enkel theoretisch, of op het einde van de rit tijdens de stage, maar heel praktisch gedurende de hele opleiding.
- 2. Directeurs en leerkrachten verdienen meer coaching als leidinggevende. We evolueren meer en meer naar “klasmanagement”, waar teamwork, goed feedback geven enzovoort, belangrijk zijn.
- 3. Zorg dat scholen een verankerde visie en aanpak hebben rond welbevinden van leerlingen én leerkrachten. Het uitgangspunt daarbij is niet: wat doen we als er iemand wordt gepest, maar: hoe voorkomen we dat er gepest wordt.
- 4. Zet externe partners zoals het CLB of andere organisaties in om dit mee in de praktijk te brengen. Scholen worden al zwaar bevraagd. Ze staan er gelukkig niet alleen voor.
Samengevat: Pesten voorkomen vereist meer dan een studiedag volgen, dan één week per jaar vier stippen op je hand zetten. Het moet een continu proces zijn in het dagdagelijkse schoolbeleid. Pesten voorkomen betekent niet conflicten voorkomen, maar wel leren hoe met elkaar om te gaan, hoe om te gaan met verschil, hoe conflicten op te lossen.
Zelf zal ik hier de komende jaren extra op inzetten. Ik roep de Vlaamse regering ook om dit te verankeren. Want zowel voor leerlingen als voor leerkrachten is een goed welbevinden het fundament van groei, ontwikkeling en bovendien een grondrecht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier