‘We hebben niet meer particratie nodig, maar minder’, schrijft Lander Meeusen van de Piratenpartij in een pleidooi voor gelote burgerassemblees.
De federale regering wil de burgers nauwer betrekken bij de politiek door te experimenteren met nieuwe vormen van participatie zoals ‘burgerkabinetten of gemengde panels in de schoot van de Kamer waar zowel parlementsleden als door loting geselecteerde burgers deel van uitmaken’. Dat lezen we in het nieuwe regeerakkoord. Er gaan bovendien stemmen op om een gelote burgerassemblee te laten nadenken over een hervorming van onze staatsstructuur. Een goed idee?
Het burgerpanel als tovermiddel
Het idee van een gelote burgerassemblee is niet nieuw, maar voor veel mensen onbekend. In Duitstalig België heeft men sinds 2019 een permanente Bürgerrat. In Brussel begint de burgerbeweging Agora binnenkort aan een tweede cyclus. Het idee van een gelote burgerassemblee is eenvoudig: de burger aan het woord laten. Vermits we niet met zijn allen in één kamer kunnen gaan zitten, loot men uit de bevolking een representatieve groep burgers.
De deelnemers kiezen een thema dat zij belangrijk vinden en gaan aan de slag. In Brussel koos men voor huisvesting, in de Oostkantons voor zorg. Men informeert zich en luistert naar experts en belangenorganisaties. En het belangrijkste: de deelnemers gaan met elkaar in dialoog. Gewone burgers die praten en luisteren, weg van de conflicten en oneliners uit het parlement.
Twee belangrijke punten: er is geen sprake van gemengde panels (burgers en politici) en burgers kiezen zelf hun thema. Beroepspolitici zijn getrainde retorici die veel mondiger zijn dan de doorsnee burger. Dat is nefast voor de kwaliteit van het proces. Tegelijk is het belangrijk om burgers aan het woord te laten over de thema’s die zij zelf het belangrijkst vinden.
Is het een goed idee om naar burgers te luisteren?
Hoewel, … Burgers kunnen keuzes maken die voor politici onmogelijk zijn omwille van electorale motieven. Dat kan een oplossing zijn voor de communautaire knopen – één van de meest polariserende thema’s in onze samenleving. Een ander voorbeeld, waar de huidige regering ook zijn voordeel mee kan doen, was de burgerassemblee over abortus in Ierland. 100 deelnemers stelden wijzigingen aan de grondwet voor om abortus niet langer strafbaar te maken. Een besluit waar de politieke partijen nooit de moed voor hadden gehad. Gelote burgerassemblees zijn efficiënter en kwalitatiever dan een parlement omdat ze geen rekening moeten houden met de volgende verkiezingen.
Democratie tegenover particratie
Dat is tegelijk echter een argument tegen gelote burgerraden: ze zijn niet legitiem, omdat ze niet verkozen zijn. Vooral in conservatieve middens vreest men dat de regering-De Croo een uitgeloot burgerpanel wil gebruiken in de hoop dat zij voorstellen zullen formuleren die ’toevallig’ aansluiten bij de eigen opvattingen. Over de oprechte motieven van de regeringspartijen kan je twijfelen, maar gooi het kind niet met het badwater weg. Gelote burgerassemblees hebben absoluut een democratische meerwaarde. Ook op lokaal en Vlaams niveau!
We horen wel eens dat gelote burgerpanels de parlementaire democratie zullen uithollen. Een nieuw instituut naast de reeds bestaande parlementen? Dat maakt het allemaal nog wat complexer… Maar laat ons eerlijk zijn. Er bestaat reeds een instelling naast het parlement die de beslissingen maakt: de partijbureaus. Onze parlementaire democratie is reeds uitgehold door de particratie. Regeerakkoorden worden in achterkamers door de partijvoorzitters onderhandeld. Burgers hebben geen zeggenschap over de kieslijsten en bovendien geraken sommige opvolgers stiekem in het parlement met een score waarmee ze nooit op eigen kracht verkozen zouden geraken. De regeringen vertegenwoordigen ook amper nog de bevolking. Slechts 50,17% van de (stemgerechtigde) Belgen heeft op één van de huidige meerderheidspartijen gestemd. De Vlaamse regering doet het niet beter met 46,74% van de stemgerechtigden.
Een burgerassemblee is log en traag en dus niet efficiënt, zo horen we ook. Niet vergeten: partijen geraken al jaren niet meer tot brede, gedragen akkoorden. Voor een vaag regeerakkoord heeft men meer dan een jaar nodig gehad. Partijen zitten tegenwoordig in een permanente verkiezingsmodus. Burgers zijn vrij van deze zorg om aan het belang van de samenleving te denken.
Maar kunnen we het huidige systeem niet oplappen met eenvoudigere ingrepen? Is een referendum niet veel gemakkelijker? En nog democratischer? Of wat als we de particratie nu eens efficiënter maken met wat electorale hervormingen? Kiesdistricten aanpassen, een federale kieskring, een meerderheidskiesstelsel, … Als een politieke partij democratische hervormingen voorstelt, is het enkel omdat ze denkt dat het in haar voordeel is. Met een meerderheidskiesstelsel (een electoraal systeem waarbij de partij met de meeste stemmen meteen alle zetels van een kiesdistrict krijgt), krijgt één partij gemakkelijker een meerderheid en kan ze regeren zonder tegenspraak. Efficiënt, ok. Maar democratisch? Een meerderheidskiesstelsel betonneert de macht van de partijvoorzitters. In Vlaanderen betekent het een hellend vlak naar een éénpartijstaat. We hebben niet meer particratie nodig, maar minder.
Een ander veelgehoord argument is dat burgers niet geschikt zijn om technische en complexe materie te begrijpen. Maar met hetzelfde argument kan je het referendum (en eigenlijk verkiezingen tout court) van tafel vegen: als politieke materie te complex is voor een gelote burgerassemblee, waarom zouden alle burgers samen dan wel beter geschikt zijn? Een referendum zonder meer werkt bovendien bijzonder polariserend en maakt ons kwetsbaar voor desinformatie.
Iedereen content
Een gelote burgerassemblee is niet verkozen en dus niet legitiem, dat klopt. Daarom een suggestie die efficiëntie en democratie verzoent: leg de voorstellen van een burgerassemblee voor aan de bevolking via … een referendum. In Ierland heeft men ongeveer een jaar de tijd genomen tussen het rapport van de burgerassemblee en het referendum. In Zwitserland werken referenda bovendien al sinds de 19de eeuw goed.
Ondertussen heeft de politieke wetenschap ook al veel kinderziektes van gelote burgerassemblees in kaart gebracht. Zo is het bijvoorbeeld cruciaal om een goede representatie van de samenleving te hebben qua geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en socio-economische achtergrond. Op die manier is een burgerpanel representatiever dan een parlement vol hoger opgeleide middenklassers. Mogelijke obstakels om deel te nemen moeten zo veel mogelijk worden weggenomen: kinderopvang, verlof, een degelijke vergoeding (waarom geen parlementaire wedde?). En essentieel: het proces moet transparant gebeuren. Toon de bevolking wat er in de burgerassemblee gebeurt. Haal de besluitvorming weg uit de achterkamers en laat de mensen met elkaar in dialoog gaan.
Lander Meeusen is leerkracht en lid van de Piratenpartij Antwerpen.
Lees ook:
– De achilleshiel van burgerparticipatie: ‘Nog altijd vooral hoogopgeleide witte mannen’
– ‘Burgerparticipatie: Ofwel doe je het goed, ofwel beter niet’
– ‘Participatieve democratie is een gevaarlijke illusie’
– ‘Wat kan België leren van experiment rond burgerdialoog in Duitstalige gemeenschap?’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier