Willem-Frederik Schiltz (Open VLD)
‘Burgerparticipatie: Ofwel doe je het goed, ofwel beter niet’
Willem-Frederik Schiltz (Open VLD) over het belang van burgerparticipatie en lokale democratie.
Vandaag stemt het Vlaams parlement twee resoluties rond burgerparticipatie en lokale democratie, deze kwamen tot stand na het horen van academici en praktijkexperts. Uit hun adviezen blijkt duidelijk dat burgerparticipatie de politieke besluitvorming kan versterken. Ook het onderzoek van Thibaut Renson (Universiteit Gent) naar de Antwerpse burgerbegroting, waarover De Standaard gisteren berichtte, bevestigt dit grote potentieel.
Zowel op het Vlaamse als op het lokale niveau lopen tal van experimenten met nieuwe participatievormen, maar er is nood aan een betere onderbouw en ondersteuning. Daarom stemt het parlement vandaag over de oprichting van een Kennisplatform voor Burgerparticipatie en Lokale Democratie, naar Nederlands voorbeeld. Het wordt dé plek om ervaring en expertise over burgerparticipatie te bundelen en uit te wisselen. Zo’n platform als aanspreek- en knooppunt is belangrijk om lokale besturen, organisaties en burgers verder te adviseren en aan te moedigen en een cultuur van burgerparticipatie te stimuleren.
Burgerparticipatie: Ofwel doe je het goed, ofwel beter niet
Een dergelijke cultuur krijg je niet zomaar. Zoals alle vernieuwingen gaat het met vallen en opstaan en dat is prima. Die cultuuromslag vergt immers een belangrijke groei- en leercurve. Daarom moeten we dringend aan de slag. Durven experimenteren, en hieruit lessen trekken, daar gaat het voor mij om. De omslag naar meer burgerparticipatie is momenteel al volop aan de gang in onze steden en gemeenten en we moeten vooral niet proberen om burgerparticipatie te veel ’top-down’ te regelen maar maximaal ruimte te geven aan spontane ‘bottom-up’ initiatieven. Om uit dat vallen en opstaan snel te leren lopen is het nodig om de kwaliteit van die participatie-experimenten zo hoog mogelijk te krijgen.
In het district Antwerpen zijn we sinds 2012 net dat gaan doen: zo efficiënt mogelijk experimenteren. Met een burgerbegroting willen we besluitvorming verbeteren met meer draagvlak en mede-eigenaarschap en tegelijk het sociaal kapitaal doen toenemen. Het proces brengt verschillende groepen in de samenleving met elkaar in contact en vormt zo de kiem voor een soepeler samenleven. Het district Antwerpen telt 190.000 inwoners, 22 wijken en bijzonder veel gemeenschappen. De opzet was om 10 procent van de jaarlijkse districtsbegroting via een deliberatief traject door burgers te laten toewijzen aan thema’s (en vervolgens aan projecten).
Ook andere Vlaamse steden doen volop mee. In Gent met het ‘burgerbudget’ en in Mechelen en Kortrijk met de ‘budget games’. Hoewel het doel steeds gelijkaardig is, valt de diversiteit in methode en aanpak op. Soms een intensief traject van deliberatie, soms een eenvoudige selectie en stemming van projecten. Dit is een troef, want noden en wensen kunnen verschillen. Maatwerk is dus nodig.
Lange tijd dacht men dat burgerparticipatie een sympathieke oefening in de marge was. Twee buitenlandse experimenten illustreren het tegendeel. Zowel het budget als de schaal kunnen hoger. In Parijs is de grootste burgerbegroting wat betreft budget gelanceerd, 100 miljoen euro. De Portugese regering is vorig jaar gestart met een échte nationale burgerbegroting. Ook in Vlaanderen wordt de haalbaarheid van zo’n Vlaamse burgerbegroting onderzocht op vraag van het parlement.
Nieuwe participatievormen die burgers nauwer betrekken bij de besluitvorming steken de kop op en lijken enkel te groeien.
Kortom, nieuwe participatievormen die burgers nauwer betrekken bij de besluitvorming steken de kop op en lijken enkel te groeien. Vanuit Vlaanderen moeten we de experimenten goed ondersteunen en bestuderen. Want meer burgerparticipatie stelt tal van uitdagingen, zoals Thibaut Renson (Universiteit Gent) terecht opmerkt. Hoe garandeer je een voldoende inclusief proces, waarbij alle stemmen ongeacht de sociale achtergrond op een gelijkwaardige manier gehoord worden? Hoe zorg je ervoor dat het deliberatief traject niet gekaapt wordt door bepaalde belangengroepen?
Op basis van mijn ervaring in het district Antwerpen zie ik alvast vier cruciale randvoorwaarden. Ten eerste, de stem van burgers moet impact hebben. Je kan geen advies vragen om het vervolgens naast je neer te leggen. Met de burgerbegroting is daarom resoluut gekozen voor een bindende uitkomst. Real money, real power. Ten tweede, een sterke kwaliteitsbewaking vergt voldoende tijd en middelen. Professionele begeleiding is een noodzaak.
Ten derde, het is belangrijk om een dwarsdoorsnede van de bevolking te hebben. Representativiteit is moeilijk, want zwakkere groepen zijn ondervertegenwoordigd of worden opzijgeschoven door mondige en sterke burgers. Ook hier speelt professionele omkadering een rol om het juiste evenwicht te vinden. In Antwerpen hebben we toegankelijkheid verkozen boven statistische representativiteit. Iedereen moet een gelijke deelnamekans hebben, en de drempels moeten voldoende laag zijn. We hebben hier extra op ingezet. Tot slot zijn duidelijke afspraken nodig. Als je burgers betrekt bij het beleid, dan nemen hun verwachtingen toe. Als je dan geen resultaten boekt met hen, dan heb je net hun wantrouwen vergroot.
Ofwel doe je het goed, ofwel beter niet. Daarom zijn de twee resoluties in het parlement vandaag zo belangrijk. Zij maken het mogelijk dat we op een professionele manier aan de slag gaan met burgerparticipatie, en voortdurend kunnen bijleren en desnoods bijsturen. Alleen zo kunnen we onze democratie verdiepen en wapenen voor de toekomst.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier