Jurgen Slembrouck
Neutraliteit bij overheid: ‘Gaat Beke alle ambtenarenstatuten herschrijven?’
In tegenstelling tot wat Wouter Beke (CD&V) suggereert staat een neutrale overheid niet haaks op een betrokken en tolerante samenleving, schrijft Jurgen Slembrouck (UA).
De neutraliteit van de overheid ontpopt zich steeds vaker tot een belangrijk politiek thema. De commissie ter herziening van de grondwet hoort op 9 en 16 maart een aantal experten om zich daarna te buigen over de vraag of de grondwet aangevuld moet worden met een preambule waarin het neutrale karakter van de staat wordt gestipuleerd.
Vlaanderen versus Wallonië
Neutraliteit bij overheid: ‘Gaat Beke alle ambtenarenstatuten herschrijven?’
Opvallend, in Wallonië groeit er over de partijgrenzen een politieke consensus om die neutraliteit op een strikte manier in te vullen. In Vlaanderen heerst verdeeldheid. Die verdeeldheid heeft allicht te maken met de manier waarop hier het debat wordt gevoerd. Telkens weer wordt het ontsierd door dezelfde valkuilen. Neutraliteit wordt voorgesteld als een strijd tegen de islam en religie in het algemeen en de verschillende maatschappelijke sferen worden fout afgebakend. De hardnekkigheid waarmee dit gebeurt doet vermoeden dat het om een verrottingsstrategie gaat met als doel het debat onmogelijk te maken. In dat geval zijn de hoorzittingen een maat voor niets.
Die strategie is verwerpelijk. Op die manier houdt men de maatschappelijke verdeeldheid die over dit onderwerp leeft niet alleen in stand maar wakkert men die ook aan. Het is de hoogste tijd dat men gaat beseffen dat de neutraliteit van de overheid essentieel is voor het goed functioneren van een open samenleving: het laat toe dat mensen als gelijken in vrijheid kunnen samenleven. Een debat over hoe die neutraliteit moet ingevuld worden verdient dan ook beter.
Aan het loket
CD&V-voorzitter Wouter Beke beweert dat neutraliteit onwenselijk is omdat het levensbeschouwing “volledig uit de publieke sfeer bant.” Enkel “in de private sfeer en de eigen woonkamer” zou er voor zingeving en geloof nog ruimte zijn. Hoeft het werkelijk keer op keer gezegd te worden dat de neutraliteit van de overheid enkel betrekking heeft op die zaken die binnen de sfeer van de overheid liggen? Neutraliteit is van toepassing op de wetten, de dienstverlening, de gebouwen en de ambtenaren.
De publieke sfeer houdt verband met de straten en pleinen die we met elkaar delen. Daar kan iedereen zijn levensbeschouwelijke overtuiging tonen, van een verbanning naar de privésfeer is er dus helemaal geen sprake. De reden voor deze opdeling tussen de overheidssfeer en de publieke sfeer ligt voor de hand: in de publieke sfeer ontmoeten mensen elkaar als vrijen en gelijken en kunnen ze elkaar op een open manier bevragen over de inhoud en de betekenis van levensbeschouwelijke uiterlijkheden. Aan het loket daarentegen is de burger afhankelijk van de ambtenaar. Voor sommige diensten kan je immers enkel bij de overheid terecht. Van een open dialoog is hier dus geen sprake. Mede omwille van die afhankelijkheid en de ongelijkheid die ze creëert, wordt de vrijheid van de ambtenaar ingeperkt en moet die elke schijn van partijdigheid vermijden. Dat betekent onder meer dat die geen levensbeschouwelijke tekens mag dragen.
T-shirt met Mohammed-cartoon
Beke verkiest ‘onpartijdigheid’ boven ‘neutraliteit’. Wat precies het verschil tussen beide is blijft evenwel onduidelijk. In de verschillende ambtenarenstatuten en in verschillende wetteksten is er sprake van neutraliteit. Gaat Beke die allemaal herschrijven?
Wie beweert dat neutraliteit onmogelijk is omdat mensen nu eenmaal allerlei levensbeschouwelijke opinies hebben, maakt geen onderscheid tussen het interne en het externe karakter van levensbeschouwingen. Levensbeschouwelijke opvattingen (intern) kunnen nooit het voorwerp zijn van een verbod. Ambtenaren mogen dus denken en voelen wat ze willen. Maar de veruitwendiging van die opvattingen en gevoelens (extern) mogen volgens artikel 9 van het EVRM onder bepaalde voorwaarden wel verboden worden.
Concreet: een politieman mag een diepgelovige christen zijn maar mag tijdens het uitoefenen van zijn ambt niet zichtbaar een kruis dragen. We willen namelijk niet dat de man die jarenlang misbruikt werd door een priester daardoor geen aangifte doet. Een ambtenaar mag van mening zijn dat de profeet Mohammed een terrorist was, maar zijn opinie mag geen effect hebben op de dienstverlening en hij mag geen T-shirt dragen met een Mohammed-cartoon. Immers, ook de devote moslim die van de overheid afhankelijk is, verdient respect.
Overheidsneutraliteit geen middel tegen radicalisering
Om de indruk te vermijden dat de dienst levensbeschouwelijk gekleurd is, wordt bij de overheid elke verwijzing naar om het even welke levensbeschouwing vermeden. Neutraliteit is dus niet tegen de islam gericht. Of gaat men beweren dat het verwijderen van kruisbeelden uit gerechtszalen bedoeld is om moslims te jennen? Levensbeschouwelijke symbolen worden geweerd omdat ze een grensoverschrijdend effect hebben en een zo de perceptie van de dienstverlening kunnen beïnvloeden of de vrijheid van de burger kunnen schaden.
De neutraliteit van de overheid is geen doel op zich, het is een middel om een open samenleving leefbaar te houden
Beke herinnert er ons aan dat de recente aanslagen in Frankrijk plaatsvonden en besluit dat de laïcité, die in de Franse grondwet staat ingeschreven, geen adequaat middel is tegen radicalisering. Hetzelfde geldt natuurlijk voor het multiculturalisme. Het multiculturele Engeland met haar inclusief neutrale overheid, waar zelfs politieagentes een hoofddoek mogen dragen, werd tien jaar voor Parijs door bomaanslagen opgeschrikt. Overheidsneutraliteit is geen middel tegen radicalisering en is er ook niet de oorzaak van.
Tot slot, in tegenstelling tot wat Beke suggereert staat een neutrale overheid ook niet haaks op een betrokken en tolerante samenleving. Een overheid schendt haar neutraliteitsopdracht niet als ze rijkdom herverdeelt en zo meer gelijkheid creëert of als ze via het onderwijs de tolerantie aanleert om de vrijheid mogelijk te maken. Exclusieve neutraliteit in de sfeer van de overheid sluit inclusieve neutraliteit in de publieke sfeer niet uit. Zelf in Frankrijk worden levensbeschouwingen door de overheid met mate ondersteund.
Hopelijk kunnen de geplande hoorzittingen er toe leiden dat de politici met kennis van zaken het debat aangaan. De neutraliteit van de overheid is geen doel op zich, het is een middel om een open samenleving leefbaar te houden. De inzet is dus enorm en in het belang van iedereen.
Jurgen Slembrouck, Vrijzinnige dienst Universiteit Antwerpen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier