‘Het zwembeleid in ons land loopt grondig fout’, vindt Sigrid Spruyt. ‘Er zijn rellen en repressie, en het te schaarse toegelaten water gaat dan ook nog op slot. Typische angstreacties van ‘Eigen water eerst’. Vooral stedelingen betalen het gelag. Ook in het belang van het veiligheidsbeleid moet het anders, want in tijden van (toenemende) hitte zal zwemwaterschaarste steeds meer problemen geven.’ Een noodkreet uit Antwerpen.
Door de aanhoudende hittegolf (her)ontdekken we het tekort aan open zwemwater. Niets nieuws onder de zon: het was al zo in 1968. Toen kon je in de krant lezen dat ‘herhaaldelijk geklaagd wordt over het gebrek aan zwemgelegenheid in het Antwerpse’. ’t Was de tijd dat de openluchtbaden Wezenberg, Zuiderzwembad en Noordkasteel verdwenen en er weinig voor in de plaats kwam. Door de aankoop van het Beerschotstadion stelde het stadsbestuur in ’68 het Beerschotbuitenbad open voor het publiek, waar de volkswijk Kiel dankbaar gebruik van maakte. Ook van het binnenbad van de stadsschool in dezelfde straat trouwens. Beide baden zijn al lang verdwenen. Er kwam een stedelijk binnenbad bij en één nieuw heerlijk openluchtbad, bij het Galgenweel, intussen ook weer weg. En het geweldige openluchtcomplex in Brasschaat: het bestaat niet meer. De halve stad ging daar zwemmen, neem nu in die legendarische zomer van ’76.
Maar de hittegolf die we nu beleven is ongezien en verbijstert zelfs klimatologen. Gletsjers breken af, in de steden is het tien graden warmer dan daarbuiten en in woontorens opeengepakte mensen koken als kreeften in een ketel. Zonder water dan. Binnen is het bijna even warm als buiten: 35 graden celsius en meer. Kinderen en gezinnen troepen samen bij stoepfonteinen en waterspuiters, die er godzijdank zijn, al is het dan nog te weinig. Drijfnat vinden ze daar een beetje verkoeling én het onbetaalbare plezier dat water aan jong en oud sinds mensenheugenis biedt. Nu we kreunen onder de hitte blijkt zonneklaar hoe er te weinig water is, ook zwemwater. En het ergste moet nog komen: meer en meer van deze ondraaglijke hittegolven. Laat ons zwemmen! Niet iedereen heeft airco, een eigen zwembad of een tweede verblijf aan zee. En schaarste, zeker in combinatie met oververhitting, leidt tot agressie. Alleen repressie, straks nog de hele kust afsluiten behalve voor wie er (soms) woont, is niet de oplossing. Zorgen dat er meer water komt wél, meer gelegenheid tot zwemmen in openlucht.
Laat ons zwemmen, in openlucht. Maak er nu werk van, voor de hitte die komt.
In Brussel is er al veertig jaar niéts meer. De vzw Pool Is Cool probeert daar dapper iets aan te doen. Antwerpen heeft momenteel welgeteld twee openluchtbaden: een aloud op linkeroever, gepland om te verdwijnen, en de ecologische zwemvijver in Deurne. Zondag stonden daar nog voor de opening om 11u al meer dan tweehonderd mensen aan te schuiven. Wie niet meer met dat eerste blok meekon, moest minstens een half uur wachten om op het terrein te geraken, daar nog eens een half uur gemaskerd in de rij staan, om dan een kwartier te zwemmen. De hele tijd werden regels en richtlijnen over de dorstige lijven uitgestrooid, zwemmers opgejaagd en bijeengedreven. Het ware zwemplezier is zo wel bedorven. Let wel: alle lof en respect voor de redders en het stadspersoneel! Zij doen hun uiterste best om alles in goede banen te leiden en dankzij hen kunnen we nog heel even het water in.
Iets is beter dan niets, maar eerlijk: dit is niet te doen, het is te weinig en voor echte zwemmers stilaan een nachtmerrie. Binnenbaden blijven er in Antwerpen nog zes, want enkele zijn tijdelijk dicht wegens werken, onderhoud of technische problemen. Reservatie is verplicht, dagen op voorhand, om bij de dagelijks vijftienhonderd gelukkigen te zijn in de hele stad die dan een uurtje baantjes kunnen trekken. In tropisch water, niet bepaald verfrissend: 31 graden maandag in het Arenabad, verder een prima zwembad. Toch óók gedoemd om te verdwijnen. De stad privatiseert. Besparen is troef. Afbreken dus. Twintig jaar geleden haalden mijn zonen er hun brevet en deden er aan kleuterzwemmen. Er drijft een stukje van mijn hart. En verder moet ik nu negen hoog in mijn eigen bad drijven om het uit te houden, al komt er bijna warm water uit de koudwaterkraan. Fietsen dan maar, in de welkome gietende regen.
En nochtans: er is water genoeg, open water, maar daar geldt het absurde Belgische verbodsbeleid. Verboden te zwemmen. We zijn er geredelijk uniek mee in Europa en da’s een droeve zaak. Boetes van honderden euro’s bedreigen wie het water in wil. Het voelt als de schending van een mensenrecht. Gelukkig zijn er sympathieke gemeenten die een gedoogbeleid voeren. Of politiemensen die willen ijveren voor een andere aanpak, in het belang van de volksgezondheid én de veiligheid, beide gebaat bij meer zwemmen. Wie dat niét kan wordt nu als norm genomen om alles overal te verbieden. Neem de onfortuinlijke jongeman die laatst in het Netekanaal viel. Hij kon niet zwemmen. Toch was het weer aanleiding om angst te zaaien. Of het jammerlijk verdronken jongetje in De Nekker. Verschrikkelijk, maar zolang er mensen zijn, zullen er ongelukken gebeuren, in water maar vooral op het land. Daar aanvaarden we. Stel je voor: alle wegen afsluiten en autorijden of fietsen schrappen omdat wie het niet kan misschien verongelukt. We hebben betere en doordachte regelingen nodig. En meer open water.
Veel zwemmers en ijsberen dromen van meer openwaterzwemmen, zoals dat elders wel kan.
Laat ons zwemmen! Herstel onze noodzakelijke band met water, stop de vervreemding van de natuur, van de essentie. Stop de betutteling en de lijn van angst en dwang waarop we volgens psychologen gaan vastlopen. En stikken op het droge. Zonder water gaan we kapot. Zwemmers zonder water krijgen het gevoel dat ze gek worden. Ons land heeft dringend nood aan meer openluchtzwemplekken, zegt ook directeur An Rydant van de Vlaamse Zwemfederatie. Wij willen water! Veel zwemmers en ijsberen dromen van meer openwaterzwemmen, zoals dat elders wel kan. In realiteit wordt het voorlopig alleen nog erger. Het openluchtbad van de ijsberen in Theux moet weg. Bij Cool Huy in Hoei is zwemmen in de Maas bedreigd, een probleemloze traditie van bijna honderd jaar.
In Vlaanderen is het sowieso treurnis troef, wat buitenzwemmen betreft. In vijfentwintig jaar is meer dan de helft van de publieke openluchtbaden verdwenen. En al die heerlijke plaatsen waar vroeger iederéén buiten zwom: mag niet. Betuttelen en beboeten. Doen betalen, in geld of door inlevering van welzijn en gezondheid. Hoog tijd om het over een andere boeg te gooien en het beleid aan te passen. Zwemmers van dit land, verenigt U! Puffende plonzers: steun ons. De tijd dringt. Corona, wie weet here to stay, houdt de klimaatopwarming buiten beeld, maar we voelen haar aan den lijve en dit is zo goed als zeker nog maar een begin: we ain’t seen nothin’ yet.
Méér zwemgelegenheid dus graag, buiten, in het groen, en in zuivere lucht en water. Anders zullen meer en meer mensen het gewoon innemen.
In Antwerpen mogen we niet klagen, met onze grootste ecologische zwemvijver van Europa. Een klein paradijs, maar het is te weinig, dramatisch te weinig voor een stad in opwarmtijd. Hij wordt overspoeld.
‘Zin in sport deze zomer?’ vragen affiches op straat. Het doet bijna pijn. Ja, verdomme, JAAA! In de gezondste van allemaal. Laat ons zwemmen. In openlucht. Maak er nu werk van, voor de hitte die komt.
Sigrid Spruyt, zwemmer die water zoekt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier