Katrien Schryvers (CD&V)
‘Kunnen we het geluk een handje helpen?’
‘Ja, vooruit willen in het leven is belangrijk. Wat daarbij te vaak vergeten wordt, is dat niet voor iedereen willen genoeg is. Je moet immers ook kunnen. En daarmee is ook de nodige dosis geluk gemoeid’, schrijft Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers (CD&V).
Vorige week hebben we onze mama herbegraven. Na 35 jaar zou haar graf worden ontruimd. 35 jaar is het al geleden dat zij uit het leven stapte. De eenzaamheid van die nieuwjaarsnacht staat in mijn geheugen gegrift. Ondanks het rauwe verdriet voelde het ook als een soort bevrijding voor haarzelf. Gekweld zijn door psychiatrische problemen, als wij als familieleden ons al zo machteloos voelden, hoe moest het dan niet voor haarzelf zijn? De ongrijpbaarheid van de problemen, het onbegrip, ik herinner het me nog goed. En al is de voorbije periode het taboe dat lang hing over de problematiek geëvolueerd, we zijn nog heel ver af van de normalisatie om te spreken over psychische moeilijkheden, over je niet goed in je vel voelen, en van evenveel inzetten hierop als op fysieke gezondheid.
Kunnen we het geluk een handje helpen?
Een dag waarop je, na zovele jaren, opnieuw aan het graf staat van je moeder, het doet je ook terugkijken. Terugkijken op wie je bent, wie je geworden bent, en hoe je dat geworden bent. Daarbij kon ik slechts één conclusie trekken vandaag: wat een geluk heb ik gehad!
Niet iedereen begint aan dit leven met gelijke kansen. Ook niet in onze welvarende regio. Wat er binnen de muren van een huisgezin gebeurt, laat zich ook vaak niet zien naar buiten. Ondanks het feit dat mijn ouders begaafd waren met tal van talenten en de wil er het beste van te maken, maakte ik als kind mee hoe fout het kan lopen. Psychiatrische problemen, rijkelijk drankgebruik, en ja, soms ook klappen, het kenmerkte mijn kindertijd. De spiraal naar beneden die hier een gevolg van is en die leidt van materiële welstand naar tekorten, dat levende bewijs heb ik helaas ook gezien. Als kind ’s nachts je handen op je oren leggen als er weer eens ruzie was, en toch maar je bed uitkomen als je dacht dat het te erg zou worden, ik ken het. En ’s morgens maar weer naar school en doen alsof er niets aan de hand was. Als enige in de klas een brief krijgen, terwijl je weet dat het een onbetaalde rekening is, ik ken het. En toen onze ouders uiteindelijk scheidden, meer omdat ons huis verkocht werd dan omdat ze echt wilden scheiden, kon onze mama niet anders dan een bestaansminimum, het huidige leefloon, aanvragen. Terwijl ze niet liever had gewild dan te werken, maar iedereen behalve zijzelf besefte dat dat omwille van haar psychische toestand niet kon. De schaamte die daar bij hoorde, ze overvalt me zelfs terug terwijl ik dit schrijf.
Mensen worden wie ze zijn door persoonlijke ervaringen. Zo ook ik. Wellicht daarom is in mijn politiek engagement de zorg voor mensen die kwetsbaar zijn één van mijn grote drijfveren. En vanuit die ervaring zou ik, net zoals ik soms anderen hoor verwijzen naar hun verleden om te bewijzen dat alles kan als je maar genoeg wil, dat ook kunnen doen. Ondanks de problemen zijn mijn broer en ikzelf er immers in gelukt om een heel normaal leven uit te bouwen. Het zou gemakkelijk zijn, maar ik kan het niet en ik wil het niet. Het zou immers niet eerlijk zijn. Omdat ik weet dat ik geluk heb gehad.
Geluk dat ik opgroeide in deze maatschappij. Waarin er een sociaal vangnet bestond en bestaat. Waarin ik kon studeren met veel en hard werken als jobstudent, maar ook de huur van mijn kot en mijn cursussen kon betalen met een studiebeurs.
Bovenal heb ik geluk gehad te kunnen terugvallen op een grote familie, op grootouders die er altijd voor ons waren. Die ons opvingen als we letterlijk of figuurlijk geen dak boven ons hoofd hadden. Die ons stimuleerden om te gaan studeren en op eigen benen te staan.
Daarom stoort het discours dat vandaag schering en inslag is me: als je maar hard genoeg je best doet, dan lukt het wel. Je moet vooral genoeg willen. Om daarmee iedereen te stigmatiseren die omwille van ziekte ook na lange tijd niet in staat is om te werken of die er niet in lukt om na een aantal jaren genoeg te verdienen en dus geen recht meer kan hebben op een sociale huurwoning.
Ja, vooruit willen in het leven is belangrijk. Wat daarbij te vaak vergeten wordt, is dat niet voor iedereen willen genoeg is. Je moet immers ook kunnen. En daarmee is ook de nodige dosis geluk gemoeid. Zoals de intrinsieke sterkte te hebben om te kunnen studeren of werken. En nog veel meer: het geluk van mensen om je heen die je steunen en die je aanmoedigen. Als we nu eens zouden proberen om voor kwetsbare mensen, in plaats van hen met de vinger te wijzen, ook dat geluk een handje te helpen?
–
–
–
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier