Kroniek van de week: oef, de formatiegesprekken voor een Vlaamse regering zijn gestart
Begin deze week presenteerde N-VA-voorzitter Bart De Wever zijn startnota voor de vorming van een Vlaamse regering met CD&V en Open VLD. De hele week regende het reacties. Knack-redacteur Ewald Pironet blikt terug in 10 punten.
1. Een nota is geen akkoord
De startnota voor de vorming van een Vlaamse regering die N-VA-voorzitter Bart De Wever begin deze week presenteerde, leidde tot heel wat licht overspannen reacties van politologen en commentatoren. Want – ga even zitten – die startnota – en houd u nu goed vast – was erg Vlaams en legde de nadruk op de Vlaamse identiteit. Wie had durven te denken dat de voorzitter van de – we schrijven het nog maar eens even voluit – Nieuw-Vlaamse Alliantie daarop de nadruk zou leggen? Aan de reacties te zien: blijkbaar weinigen.
Bovendien is de tekst een startnota. Van amper zeven bladzijden. In een nota wordt een standpunt uiteengezet en worden richtlijnen gegeven. Het is dus geen regeerakkoord, een tekst waarin de coalitiepartijen de afspraken noteren die bij het begin van een regeerperiode worden gemaakt.
De startnota werd gepresenteerd door Bart De Wever omdat zijn partij als grootste uit de Vlaamse verkiezingen is gekomen. Haar kwam het initiatief toe om een Vlaamse regering te vormen. Het is vanzelfsprekend dat de nota een samenvatting is van het programma waarmee die partij naar de verkiezingen trok. Waarom zou je verwachten dat De Wever bij het begin van de formatiegespreken ándere standpunten naar voren zou brengen?
2. De geloofwaardigheid van de N-VA
De formatiegesprekken leiden zal Bart De Wever niet. Die taak is weggelegd voor zijn partijgenoot Jan Jambon. Dat Jambon minister-president zou worden en De Wever burgemeester van Antwerpen zou blijven: Knack schreef het al op 26 juni, één maand na de verkiezingen. Maar tijdens de campagne profileerde De Wever zich nog als kandidaat-minister-president en schoof de N-VA Jambon vooruit als toekomstig federaal premier.
Dat beide politici die verkiezingsbelofte niet nakomen, doet afbreuk aan hun eigen geloofwaardigheid en, aangezien het om twee topmannen gaat, ook die van de N-VA.
3. De afgang van Crombez
Als er iets verbazingwekkend is aan de startnota, dan wel dat het meer dan tweeënhalve maand heeft geduurd eer Bart De Wever erin slaagde om het partijstandpunt van de N-VA samen te vatten. Een scholier moet dat klaren in twee dagen. Eigenlijk is het geen voorbeeld van goed bestuur, iets waar N-VA de mond van vol heeft. Want eigenlijk was al op verkiezingsavond duidelijk dat de Vlaamse regering een voortzetting van de Zweedse coalitie van N-VA, CD&V en Open VLD zou worden. Veel andere mogelijkheden waren er niet.
De Bourgondische coalitie van N-VA, SP.A en Open VLD die in Antwerpen aan de macht is, heeft op Vlaams niveau één zetel op overschot. Dat is te nipt om te kunnen regeren, besefte iedereen. Maar het was blijkbaar wachten tot Vlaams Parlementslid Bruno Tobback eind juli verklaarde: ‘Een Bourgondische coalitie komt er niet.’
Crombez moet hopen dat voor de SP.A nog wel een rol op federaal niveau is weggelegd om minister te kunnen worden.
Ondanks de inspanningen van SP.A-voorzitter John Crombez om er op Vlaams niveau bij te zijn, kwam er zo een einde aan het Bourgondisch alternatief. Om minister te kunnen worden, moet Crombez hopen dat voor de SP.A nog een rol op federaal niveau is weggelegd.
4. Het einde van het cordon
Bart De Wever sprak lange tijd met Vlaams Belang, ook al was van meet af aan duidelijk dat een Vlaamse regering met die partij niet mogelijk was — om de eenvoudige reden dat de andere partijen niet met haar willen regeren. Samen kwamen de N-VA (35 zetels) en Vlaams Belang (23 zetels) ook niet aan een meerderheid in het Vlaams Parlement (124 zetels).
Naar de letter is het cordon sanitaire niet gesneuveld, naar de geest wel.
Naar de letter is het cordon sanitaire niet gesneuveld, naar de geest wel. De Wevers lange en uitvoerige onderhandelingen met Vlaams Belang mogen als een belangrijk signaal worden gezien: als bij de volgende Vlaamse verkiezingen N-VA en Vlaams Belang samen wél meer dan 62 zetels behalen, behoort een Vlaamse coalitie tussen beide partijen tot de realistische mogelijkheden.
Vlaams Belang is, onder het voorzitterschap van de handige Tom Van Grieken, al met zijn campagne voor 2024 begonnen.
5. Verliezers en postjes
De nieuwe Vlaamse regering wordt een coalitie van verliezers: de N-VA en de CD&V verloren acht zetels, Open VLD verloor er drie. Vlaams Belang won wel (plus zeventien zetels) maar vond niet voldoende medestanders. Ook de PVDA won (vier zetels), maar wilde zelfs niet in aanmerking komen voor een regeringsdeelname. En dan was er nog Groen. Die partij won veel minder dan verwacht (plus vier zetels). Voorzitter Meyrem Almaci verklaarde bij herhaling verklaarde dat ze niet met de N-VA wilde regeren, al had Vlaams Parlementslid Björn Rzoska daar wél zin in. Het wijst erop dat ook bij de Vlaamse groenen de verdeeldheid groot is.
De startnota van de N-VA is beknopt maar daarom niet onbelangrijk, want de N-VA is veruit de grootste partij in het Vlaams Parlement, met 35 zetels. Dat is net zo veel als CD&V (19 zetels) en Open VLD (16 zetels) samen, de partijen waarmee ze nu coalitiebesprekingen voert.
Het is aan de CD&V en de Open VLD om te tonen dat ze niet alleen om de postjes aan de Vlaamse regering willen deelnemen.
Met andere woorden: het is afwachten wat CD&V en Open VLD tijdens de formatiegesprekken kunnen inbrengen. Wat kunnen ze wegvijlen uit de startnota? Welke accenten kunnen ze zelf leggen? Wat kunnen ze aanvullen? Het wordt uitkijken hoe en in welke mate het regeerakkoord van De Wevers nota zal afwijken. Het is aan de CD&V, met (voorlopig nog) Wouter Beke als voorzitter, en de Open VLD, met (even voorlopig) Gwendolyn Rutten als voorzitter, om te tonen dat ze niet alleen om de postjes aan de Vlaamse regering willen deelnemen.
6. Veel lacunes
De startnota van de N-VA staat vol clichés (‘De wereld verandert. Europa verandert. Vlaanderen verandert’) en blinkt vooral uit in vaagheden. De onderhandelende partijen kunnen er dus nog veel kanten mee uit.
Zo wordt er niets gezegd over hoe de armoede in Vlaanderen zal worden aangepakt, terwijl Liesbeth Homans, N-VA-minister van Armoedebestrijding, bij het begin van de vorige regeerperiode zich nog sterkt maakte dat ze de kinderarmoede zou halveren – waar ze niet in slaagde. In de startnota wordt een nieuwe definitie van armoede in het vooruitzicht gesteld, maar daarmee verander je de leefomstandigheden niet van de 10 procent Vlamingen – zo’n 680.000 mensen – die onder de armoededrempel leeft. Benieuwd of dat onder impuls van CD&V en/of Open VLD in het regeerakkoord wordt aangepakt.
In de startnota wordt een nieuwe definitie van armoede in het vooruitzicht gesteld, maar daarmee verander je de leefomstandigheden niet van de 10 procent Vlamingen die onder de armoededrempel leeft.
De startnota van de N-VA is ook ‘een niemendalletje’ in de strijd tegen de klimaatopwarming, zoals Knack-collega Dirk Draulans al schreef. Over het rekeningrijden, dat Ben Weyts, N-VA-minister van Mobiliteit, een jaar geleden nog wilde invoeren wordt in de startnota niet gerept.
Wat ook totaal ontbreekt is hoe de plannen van de N-VA zullen worden gefinancierd. Ook in de verkiezingscampagne was de financiering dé grote lacune, bij alle partijen. Maar het blijft opmerkelijk dat N-VA daarover zelfs in de startnota geen duidelijkheid schept, terwijl die partij blijft herhalen dat ze de overheidsfinanciën op orde wil brengen en dat ze voorzichtig met belastinggeld wil omspringen. Een concreet financieringsplan schittert door afwezigheid in de nota.
7. Onrealistische ambitie
Dat meer Vlamingen aan het werk moeten, daarover is de startnota wel concreet: ‘De Vlaamse Regering wil de volgende jaren minstens 120.000 Vlamingen extra aan een job helpen. Een werkzaamheidsgraad van 80 procent is het doel.’
‘De volgende jaren’: erg concreet is dat niet, maar we mogen er toch van uitgaan dat het gaat over de huidige regeerperiode, die duurt tot 2024.
De huidige Vlaamse regering heeft de werkzaamheidsgraad (het aantal Vlamingen tussen 20 en 64 jaar dat aan de slag is) de voorbije vijf jaar opgedreven van 71,9 procent naar 74,6 procent. De N-VA belooft dat de volgende regering het dubbele resultaat zal bereiken. Trends-collega Alain Mouton heeft al uitgelegd dat die ambitie ‘weinig realistisch’ is. In ieder geval zal de N-VA er over vijf jaar op worden afgerekend.
8. Tweederangsburgers?
Er was heel wat ophef over de wachttijden die de startnota in het vooruitzicht stelt voor nieuwkomers die een beroep willen doen op de Vlaamse sociale bescherming en de kinderbijslag. Volgens de N-VA moeten ze ‘eerst vijf jaar ononderbroken, wettig en werkelijk in het land verbleven hebben’ en ‘moet zich ten volle bekennen tot en inschakelen in onze Vlaamse gemeenschap’. En om als nieuwkomer in aanmerking te komen voor kinderbijslag geldt voortaan een wachtperiode van zes maanden. Ook de Open VLD wil trouwens voorwaarden stellen aan sociale rechten.
Volgens heel wat waarnemers worden nieuwkomers zo ’tweederangsburgers’. Daarmee is bijvoorbeeld socioloog Mark Elchardus (VUB) het niet eens, zo zei hij tegen Knack: ‘Er is immers geen sprake van dat die aparte status voor nieuwkomers zou blijven gelden. Dit is eerder een instap, een pad. De nieuwkomers hebben op termijn dus zicht op de verwerving van alle sociale rechten. Het systeem bestaat overigens in verschillende landen en het lijkt me dat dat ook leidt tot betere integratie.’
Elchardus ziet in de N-VA-voorstellen ook ‘een terugkeer naar de basisprincipes van de sociale zekerheid. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is het socialezekerheidsstelsel geen bijstandsstelsel. Het is dus een wederkerig instrument, dat steunt op dubbele solidariteit: die van de gemeenschap naar individuen en die van individuen naar de gemeenschap.’
9. Canon
Vooral academici hakten in op het voorstel in de startnota om, in navolging van Nederland, een Vlaamse canon op te stellen: ‘een lijst van ankerpunten uit onze Vlaamse cultuur en geschiedenis, die Vlaanderen als Europese natie typeren en die onze leerlingen op school en nieuwkomers in onze inburgeringscursus moeten kennen’. De N-VA wil zo ‘het identiteitsbesef van de jongere generatie bevorderen’.
Je kunt lang debatteren over de zin en onzin van zo’n canon, en zeker over welke rol die hij moet spelen. Toen Knack tien jaar geleden een ‘canon van de Vlaamse letteren’ publiceerde, vormden De Kapellekensbaan door Louis Paul Boon, Het dwaallicht van Willem Elsschot en Het verdriet van België van Hugo Claus de top drie.
Een jaar geleden ging Knack nog eens op zoek naar ‘boeken die de Vlaamse ziel vatten’. Zoals tien jaar geleden klopten we daarvoor aan bij academici, auteurs, bibliothecarissen, opiniemakers, uitgevers en lettervreters. Kwamen vorig jaar in de fictie-selectie bovendrijven:
– La légende et les avontures héroïques, joyeuses et glorieuses d’Ulenspiegel et de Lamme Goedzak au pays de Flandres et ailleurs (1867) door Charles De Coster, ‘omdat hij het verzet tegen de dwingelandij symboliseert’.
– Pallieter (1916) door Felix Timmermans, ‘omdat hij het vette en het vrome combineert’.
– Tantes (1924) door Cyriel Buysse, ‘omdat het onze hypocrisie toont als het om geld gaat’.
– In den zoeten inval (1927) door Richard Minne, ‘omdat poëzie niet veel Vlaamser kan worden’.
– Lijmen/Het been (1943) door Willem Elsschot, ‘omdat Elsschot de Vlaming door en door kent’.
– De Kapellekensbaan (1953) door Louis Paul Boon, ‘omdat het de transformatie schetst van arm naar rijk Vlaanderen’.
– De avonturen van Nero & co. (1947-2002) door Marc Sleen,’omdat er geen betere gids te vinden is voor het naoorlogse Vlaanderen’.
– Verzameld werk (1952) door Paul van Ostaijen, ‘omdat hij de grootste Vlaamse dichter is’.
– Groenten uit Balen en Brief aan Boudewijn (1972 en 1980) door Walter van den Broeck, ‘omdat hier het Vlaamse maatschappelijk bewustzijn wordt gefileerd’.
– L’oeuvre Intégrale (1982) van Jacques Brel, ‘omdat hij het rebelse, contraire Vlaanderen symboliseert’.
– Het verdriet van België (1983) door Hugo Claus, ‘omdat er zoveel aspecten van de mythe Vlaanderen aan bod komen’.
– Oorlog en terpentijn (2013) door Stefaan Hertmans, ‘omdat het beschrijft hoe oorlogen Vlaanderen hebben getekend’.
– Drarrie in de nacht (2014) door Fikry El Azzouzi, ‘omdat het gaat over het hedendaagse Vlaanderen’.
– Dertig dagen (2015) door Annelies Verbeke, ‘omdat je als vanzelf dieper graaft in de ziel van de Vlaming’.
– WIL (2016) door Jeroen Olyslaegers, ‘omdat het ons confronteert met onze eigen beperkingen en kleinheid’.
Heeft er iemand echt iets op tegen dat deze boeken zouden worden gelezen?
De 15 essentiële non-fictieboeken over Vlaanderen die een jaar geleden uit de bus kwamen waren:
– Ons kookboek (1927) door de Boerinnenbond, ‘omdat ‘je bent wat je eet’.
– The fair face of Flanders (1969) door Patricia Carson, ‘omdat het een uitstekende kennismaking met Vlaanderen is’.
– Frans van Cauwelaert: politieke biografie (2017) door Lode Wils, ‘omdat het het wezen van de Vlaamse Beweging blootlegt’.
– Het Belgisch labyrint (1989) door Geert van Istendael, ‘omdat je ook België moet snappen om Vlaanderen te begrijpen’
– Het lelijkste land ter wereld (1968) door Renaat Braem, ‘omdat het uitlegt waarom Vlaanderen eruitziet zoals het eruitziet’
– Hoe Vlaming te zijn? (2017) door August Vermeylen en Jozef Deleu, ‘omdat het de ontvoogding van Vlaanderen scherp stelt’
– Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging (1998) door Reginald De Schrijver e.a., ‘omdat 568 specialisten schrijven over twee eeuwen Vlaamse Beweging’.
– Mijn land in de kering 1830-1980 (1978-1983) door Karel Van Isacker, ‘omdat het de impact van de modernisering schetst’.
– Greep naar de markt (2008) door Olivier Boehme, ‘omdat Vlaanderen een van de rijkste regio’s ter wereld is’.
– Metropolen aan de Noordzee, 1100-1555 (2011) door Wim Blockmans, ‘omdat Vlaanderen een voortrekker in democratisering was’.
– Greep naar de macht: Vlaams-nationalisme en nieuwe orde (1994), door Bruno De Wever, ‘omdat uit de fouten van de Vlaamse Beweging nog veel te leren valt’.
– Een Hollander ontdekt Vlaanderen (1972) door Godfried Bomans, ‘omdat het ook onze kleine kantjes toont’.
– De Groote Oorlog (2013) door Sophie de Schaepdrijver, ‘omdat WO I het land heeft gevormd en getraumatiseerd’.
– Pieter Bruegel, de biografie (2016) door Leen Huet, ‘omdat het de kunstenaar in zijn milieu plaatst’.
– Flandrien (2010) door Stephan Vanfleteren, ‘omdat Vlaanderen koers is, en omgekeerd’.
Heeft er iemand echt iets op tegen dat die boeken zouden worden gelezen?
Overigens geeft ‘gepensioneerd economist’ Danny Geerts op zijn blog enkele suggesties op muzikaal vlak voor die Vlaamse canon:
– Zie de boerinnekes hun rokjes zwaaien. ‘Puur jeugdsentiment en Vlaamse kermismuziek. Wat kan er oer-Vlaamser zijn.’
– Viva bomma, patatten met saucissen. ‘Op het eerste gezicht een dronkenmanslied, maar op een officieel banket In Zaïre ter ere van een Belgische ministeriële delegatie met onder meer Leo Tindemans opgevoerd ten tijde van Président-Maréchal Mobutu.’
– Eviva España. ‘Wij houden van dansen en muziek, en dan kan dit een liedje geschreven door Leo Caerts (muziek) en Leo Rozenstraten (tekst) niet ontbreken. Deze schlager werd een wereldhit en is ondertussen het onofficiële volkslied van de Spaanse nationalisten geworden of waarin een klein land groot kan zijn.’
– Tineke van Heule. ‘Een volkslied dat de Vlaamse geest “kan werken als een paardje” op een niet stereotiepe wijze weergeeft.’
– Ene me Hesp of ene me Kees. ‘Nu Jan Jambon minister-president wordt en we ons Vlaams gevoel voor humor willen benadrukken, kan deze evergreen niet ontbreken.’
Deze lijst kan zeker aangevuld worden, bijvoorbeeld met ‘Vlaanderen mijn land’ door Will Tura en ‘Vlaanderen Boven’ door Raymond van het Groenewoud. En ongetwijfeld hebt u zelf ook suggesties.
10. Nieuwe verkiezingen.
De startnota is dus een vage tekst, met belangrijke lacunes, die wel duidelijk de richting aangeeft waar N-VA met Vlaanderen naartoe wil. Sommige concrete voornemens, zoals het verhogen van de werkzaamheidsgraad tot 80 procent, zijn vrijwel zeker niet haalbaar. Maar natuurlijk mag, nee, moet je ambitieus zijn.
Niet alles wat in de startnota wordt voorgespiegeld, is trouwens juridisch haalbaar. Onderhandelaar Hilde Crevits (CD&V) wees er al op dat ‘de Belgische en de Europese regelgeving als leidraad’ zullen dienen bij het schrijven van het regeerkoord.
Bovendien is het nog afwachten wat de inbreng van de CD&V en de Open VLD in dat akkoord zal zijn. En uiteindelijk is dan de vraag wat er van dat regeerakkoord zal worden gerealiseerd. Op basis van de prestaties van N-VA, CD&V en Open VLD in het recente verleden mogen we daar niet al te veel van verwachten, denk maar aan de gezondmaking van de overheidsfinanciën op federaal niveau waar N-VA zo op hamerde.
Wat wel duidelijk is: de vorming van een Vlaamse regering door N-VA, CD&V en Open VLD maakt de federale regeringsvorming uiterst moeilijk, omdat er maar weinig scenario’s zijn waarin de N-VA én PS meedoen. In ieder geval zal het nog veel tijd kosten. Nieuwe federale verkiezingen lijken de enige uitkomst. En u weet nu al wat dan het campagnethema zal zijn, toch?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier