Bart Staes (Groen)
‘Klimaatbeleid: hoe dichten we de diepe kloof tussen woord en daad? Wat kan en moet Europa doen?’
‘De meerjarenbegroting van de EU moet nog meer in het teken staan van een ambitieus klimaatbeleid’, schrijft europarlementslid Bart Staes (Groen).
Wie debatteert over hoe een ambitieus én echt realistisch klimaatbeleid er moet uitzien en hoe dat te financieren, wordt door conservatief Vlaanderen neergesabeld. Aan verontruste jongeren wordt gezegd dat ze puberaal zijn en terug naar school moeten. In het licht van een aanstaande klimaatrevolutie is dit het ‘Ancien Regime’ dat spreekt. Aan alle (Europese) burgers die van de Europese Unie én hun nationale overheden wél een antwoord verwachten, zeg ik: geld is níet het probleem.
De echte schaarste zit hem in de politieke kapitaal, de politieke wil om deze klimaatcrisis om te buigen in een mogelijke én noodzakelijke triple win. Al te catastrofale klimaatverandering afwenden, op EU-niveau investeren in een boost voor een duurzame economie, daarmee het creëeren van miljoenen jobs én een verbetering van het leefmilieu, via bijvoorbeeld luchtkwaliteit (jaarlijks 400.000 voortijdige overlijdens in de EU).
Klimaatbeleid: hoe dichten we de diepe kloof tussen woord en daad? Wat kan en moet Europa doen?
Deze week keken ruim zestig jonge klimaatactivisten of ‘bosbrossers’ uit vele Europese landen, ook België, letterlijk neer op europarlementsleden en eurocommissarissen vanuit de publieke tribunes in het EP in Straatsburg. We debatteerden op 13 maart over het Europese klimaatbeleid en op 14 maart stemmen we over een standpunt over het EU-klimaatbeleid over de periode 2030-2050, wanneer de EU quasi koolstofvrij zou moeten worden. Daarmee willen we de Europese Raad van volgende week een duw in de goede richting geven over het toekomstig klimaatbeleid. Ik ben er zeker van dat de jongeren geconcentreerd luisterden en hoorden hoe sommige politici ter rechterzijde met gespleten tongen spreken: ‘We zijn wel voor klimaatbeleid, maar tussen droom en daad staan wetten, praktische bezwaren en economische realiteiten in de weg.’
Ik vrees dat de jongeren die sinds maanden op straat komen voor een strikter klimaatbeleid en een leefbare toekomst niet veel genoegen beleefden aan dit schouwspel. Politici hebben nochtans die druk van buitenaf nodig om tot een ambitieuzer klimaatbeleid te komen. Het straatprotest is een tegenlobby van burgers tegenover die van de fossiele industrie. Dat is geen anti-politiek, dat is helaas realiteit.
Voor alle conservatieve commentatoren op sociale media die de urgentie blijkbaar nog steeds niet (willen) snappen: op 31 oktober 2017 wezen de VN ons officieel op een ‘catastrofale kloof‘ tussen wat staten beloofden te doen en de noodzakelijke reductie van de uitstoot van broeikasgassen die nodig is om de klimaatverandering te beperken tot 2 graden. ‘De toezeggingen van landen zijn amper goed voor een derde van de reducties die nodig zijn,’ zei het Milieuprogramma van de VN toen.
Drie jaar na het Akkoord van Parijs staan we nog altijd ver van we zouden moeten doen volgens de gemaakte afspraken.
Drie jaar na het Akkoord van Parijs staan we nog altijd ver van we zouden moeten doen volgens de gemaakte afspraken. In oktober 2018 wees het internationaal klimaatpanel IPCC ons er op dat we slechts 12 jaar hebben om de CO2-uitstoot met zeker de helft terug te brengen. De realiteit is dat we nu op koers liggen voor 3.2 graden opwarming tegen eind deze eeuw. Zonder extra actie is de de 1.5-graden doelstelling van Parijs illusoir.
Dus, hoe dichten we de diepe kloof tussen woord en daad? Wat kan en moet Europa doen?
Het akkoord van Parijs wil dat we een Europese langetermijnstrategie voor een Europese CO2-neutrale economie uitwerken voor 2020. Ook hier is er weer sprake van schizofrenie: de bestaande plannen voor de periode 2030- 2050 zijn prachtig. Maar het voorstel van de Europese Commissie houdt alles bij het oude voor de komende tien jaar, terwijl zoals gezegd net bijkomende actie op korte termijn cruciaal is om die lange termijn op het juiste spoor te zetten. De Europese groene fractie wil daarom dat het voltallig parlement gaat voor wat eerder de milieucommissie eiste: de Europese 2030-doelstelling voor het terugdringen van de CO2-uitstoot verhogen van -40% naar -55% t.o.v. 1990.
Als deze week het hele Europees Parlement deze eis volgt, dan is dat een sterk signaal naar de Europese regeringsleiders, die op hun beurt weldra de langetermijnstrategie en de Europese 2030-doelstelling bespreken tijdens een speciale EU-top. En dat is weer doorslaggevend voor de Europese positie op de speciaal ingelaste VN-top in september, waar wereldleiders hun nationale klimaatplannen aan moeten scherpen.
Ik hoor Johan van Overtveldt al oreren dat ‘op een economisch kerkhof er niets groeit’. Nochtans laat de Europese Commissie in haar voorstel voor een langetermijnstrategie zien dat een harde doelstelling voor een CO2-neutrale economie in 2050 enorme voordelen kent. Niet alleen voor het klimaat, maar bijvoorbeeld ook voor het creëren van extra jobs. De economische prognoses spreken over miljoenen extra jobs in de EU niet ondanks, maar dankzij een sterk klimaatbeleid.
Zimbabwaanse financiering?
Maar hoe betaalt u dat dan allemaal, vraagt men ons. Ten eerste zou iedereen collectief en creatief bezig moeten zijn met het vinden van antwoorden op die vraag, in plaats van voorstellen direct af te schieten. Ten tweede, even een ‘rewind’ naar oktober 2008: toen legden we in de EU snel en zonder veel discussie zo’n 5000 miljard euro neer voor het overeind houden van ’too big to fail’-banken en de financiële sector, zonder daar veel hervormingen voor terug te vragen. Dat ‘speculatieve beleid’ zorgt nog steeds voor financieel-economische instabiliteit.
Het EU Joint Research Center berekende de kosten van niets doen voor de EU op zeker 190 miljard euro per jaar. De internationale herverzekeraar Swissre stelde dat in 2017 de economische schade van natuurlijke rampen, waarvan een groot deel klimaatgerelateerd, wereldwijd 330 miljard dollar bedroeg. De verzekeringswereld dekte maar 192 miljard dollar van die kosten. In de VS lijden mensen en bedrijven collectief – nu al – jaarlijks voor 15 miljard dollar schade door overstromingen. Slechts een derde is verzekerd. Met een dweil van de Aldi kom je er in dat soort gevallen niet.
Besparen op jaarlijkse uitgaven aan import van fossiele brandstoffen
Het goede nieuws: er is wél geld voor concrete klimaatactie en die zal geld kosten, heel veel geld. Daarover moeten we ons geen illusies maken. Volgens de Europese Commissie zijn er voor de strijd tegen klimaatverandering jaarlijkse investeringen nodig ten belope van 175 tot 290 miljard euro. Dat loopt tegen 2030 op tot ruim 3000 miljard. Tiens, dat is alvast minder dan wat we voor de banken moesten neertellen.
Deze ruim 3000 miljard is geen verloren geld. Het verdient zich ook met economische returns terug. Als je bovenop het vervangen van fossiele jobs, in de EU miljoenen nieuwe en technologisch hooggeschoolde jobs kunt creëeren -Duitsland evolueerde van 25.000 duurzame jobs op een paar jaar tijd naar 400.000 – dan creëert dat belastingkomsten. Beeldt u in wat dat kan betekenen voor het toekomstperspectief voor jongeren in landen als Griekenland , Portugal of Spanje waar de jeugdwerkloosheid torenhoog is.
Met investeringen in het opwekken van duurzame energie in de EU, bespaar je op de naar schatting 400 miljard euro die we in de EU jaarlijks uitgeven aan de import van fossiele brandstoffen uit dictaturen.
We moeten de meerjarenbegroting van de EU (MFF 2021-2027) nog straffer in het teken zetten van een klimaatbeleid. Groenen stellen voor om zeker 50% van de uitgaven klimaatgerelateerd te maken, goed voor 90 miljard euro per jaar en 630 miljard euro 2027.
En dan zijn er de ‘grote ingrepen om financiële armslag te creëeren’, zoals het creëeren van een heuse klimaatafdeling binnen de Europese Investeringsbank. De economen en vele anderen achter het Franse initiatief ‘Pacte Finance Climat‘ pleiten voor het ‘creëeren van nieuw geld’ om klimaatbeleid te financieren. ‘Inflatie en Zimbabwaanse toestanden’, riepen sommigen.
Als de ECB dan toch doorgaat met zijn beleid van ‘Quantitative Easing’, gebruik dit dan voor de groene transitie.
Sinds april 2015 heeft de ECB al zo’n 2.600 miljard euro ‘bijgedrukt’ en verdeeld via de financiële sector in de hoop dat dat via leningen naar investeringen richting de reëele economie zou vloeien (helaas gold dat slechts voor amper 300 miljard euro). De rest werd gebruikt voor speculatieve activiteiten, in casu nieuwe financiële instabiliteit. Als de ECB dan toch doorgaat met zijn beleid van ‘Quantitative Easing’, gebruik dit dan voor de groene transitie.
Bovendien stelt het ‘Pact Finance Climat’ dat de hernieuwde Europese Investeringsbank als een soort Klimaatpact aan elke Europese lidstaat renteloze leningen tot maximaal 2% van zijn BNP verstrekt, maar dan wel louter voor de financiering van een duurzame economie. Det levert elk land ettelijke miljarden op om de transitie ruim voor 2030 in te zetten. Klinkt dat gek? Voor de hereniging van Duitsland 30 jaar geleden werd de speciale investeringsbank BERD gebruikt om die klus te helpen klaren.
We kunnen ook een deel van de jaarlijks 1000 miljard euro die de EU misloopt als gevolg van BTW-fraude en andere vormen van belastingsfraude en -ontwijking terugvorderen. De digitale multinationals nu eindelijk eens op een faire manier belasting laten betalen. De MNO’s evenveel belastingen laten betalen als onze KMO’s en zo de globale belastingdruk zelf verlagen.En als we nu eens de fiscale competitie tussen EU-lidstaten stopzetten door een EU-geharmoniseerde belastingvoet in te voeren en een deel (5%) van dat geld (100 miljard euro) te gebruiken voor onderzoek naar onderzoek&ontwikkeling, energie-efficiëntie, en duurzame investeringen in de EU-buurlanden en in Afrika. Of zien sommige conservatieven liever tienduizenden klimaatvluchtelingen komen? Of zeggen zij in feite: ‘Sorry, de mensheid redden, dat is gewoon te duur.’
Stoppen met vervuiling te subsidiëren
Tot slot spreekt het natuurlijk voor zich dat we stoppen met de vervuiling te subsidiëren, toch zeker goed voor vele tientallen miljarden euro per jaar.
Comedian Bert Gabriels klopt aan bij FairFin en klaagt terecht aan dat hij als zelfstandige via zijn pensioenkas, gedwongen wordt te investeren in olie en gas. Dat dachten wij als groenen ook al een tijdje: waarom blijven investeren via pensioen en spaargeld in fossiele industrieën? Het akkoord van Parijs ambieert de financiële stromen in lijn te brengen met het wereldwijde klimaatdoel. Daarvoor moet duurzaam investeren van uitzondering de nieuwe norm worden. De investeringen van nu bepalen onze economie over twintig jaar.
Mede op aandringen van de groene fractie kwam de Europese Commissie vorig jaar met een actieplan voor verduurzaming van de financiële sector. Het wetsvoorstel voor een raamwerk van duurzame investeringen was té bescheiden. De focus lag niet op de hele financiële sector, maar slechts op specifieke groene financiële producten. Greenwashing dus.
Na een maandenlange politieke strijd en intensieve lobby vanuit het bedrijfsleven stemden de gezamenlijke commissies Economische zaken en Milieu maandagavond in Straatsburg over het voorstel van de Europese Commissie voor een duurzaamheidsclassificatie van investeringen, maar dan aangevuld met voorstellen om dat ambitieniveau fors op te schroeven. De groene fractie wil in essentie dat alleen beleggingsproducten die aan wettelijke duurzaamheidsstandaarden voldoen als ‘duurzaam’ mogen worden verkocht.
Het voorstel haalde het nét wel, maar in een afgezwakte versie. Helaas verzwakte bijvoorbeeld een krappe rechtse meerderheid de voorstellen om ook vervuilende investeringen te ontmoedigen. Die rechtse meerderheid schoot ook enkele gaten in de wet waardoor onder andere voorstellen om duurzame investeringen te toetsen op respect voor mensenrechten werd verworpen. Er komt in april een nieuwe kans voor het hele parlement om de wet verder aan te scherpen. Wij gaan onze amendementen opnieuw indienen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier