‘Zolang de islamitische leer haaks staat op vrijheid, verdient de islam geen vrijheid’, vindt Vlaams parlementslid Sam Van Rooy. Hij reageert op het edito van deze week.
In zijn opiniestuk getiteld ‘Voor Vlaams Belang zijn grondrechten er om opgeschort te worden, zoals in een dictatuur’, citeert hoofdredacteur Bert Bultinck mij uitermate selectief om vervolgens een compleet verkeerde conclusie te trekken, die ik ten stelligste verwerp. Bultinck schrijft:
‘Het was Sam van Rooy, Vlaams Parlementslid van Vlaams Belang, die in ’t Pallieterke van twee maanden geleden nog het eerlijkst was: ‘Ik denk helaas ook niet dat er binnen de democratische rechtsstaat maatregelen zijn’, zo zei hij, ‘die het probleem van de islamisering volledig kunnen oplossen’. ‘Volledig oplossen’: het zijn woorden die weinig aan de verbeelding overlaten en Van Rooy bedoelt het net zo. ‘Dat betekent’, vulde hij voor de zekerheid aan, ‘dat de islam vandaag geen aanspraak kan maken op onze vrijheden’. Grondrechten zijn er voor Vlaams Belang om opgeschort te worden. Alweer: zoals in een dictatuur. Wie wordt de volgende groep die geen aanspraak kan maken op onze vrijheden?’
In het bewuste interview breng ik een lang, complex en genuanceerd verhaal. Vooreerst is het van fundamenteel belang te weten wat ik met de term ‘islamisering’ bedoel. Dat heb ik uitgebreid uitgelegd en met voorbeelden toegelicht in mijn recente boek Voor vrijheid dus tegen islamisering: ‘Islamisering betekent dat steeds meer facetten van een samenleving, cultuur of beschaving worden beïnvloed en beheerst door islamitische tradities, gebruiken, principes, regels en wetten, om finaal te worden gedomineerd door de sharia – alles en iedereen is dan aan de islam onderworpen.’
Concreet: ‘Er zijn in West-Europa wijken met een moslimmeerderheid waar op straat nauwelijks meisjes of vrouwen te zien zijn, laat staan ongesluierd. Het is ook in dat soort wijken waar herkenbare homoseksuelen, Joden of niet-islamitisch geklede meisjes en vrouwen een groot risico lopen om te worden lastiggevallen, uitgescholden of aangevallen. VRT-journalist Riadh Bari tweette onlangs nog dat hij in Molenbeek alweer belaagd is omdat hij homoseksueel is. Ex-moslims of moslims die openlijk de islam willen verlaten, zijn niet zeker van hun leven. Dat verwacht je in landen als Pakistan, Iran, Qatar en Egypte, maar ook hier, bij ons, is dat nu het geval. (…) Uiteindelijk lijdt iedereen onder islamisering: moslimvrouwen, vrijdenkers, schrijvers, journalisten, andersgeaarden, wij als niet-moslims, alsook mensen die zichzelf moslim noemen maar toch een gematigd, vrijwel niet-islamitisch leven leiden.’ Wat ik bedoel met het ‘volledig oplossen’ van het probleem van de islamisering, is dus evident: het weer veilig en vrij maken van dit soort wijken en ervoor zorgen dat afvalligen uit de kast durven te komen en dus niet worden geïntimideerd of bedreigd. Ook islamcritici, mensen die de islam bespotten en cartoonisten zouden weer vrij en veilig moeten zijn, denk aan wat de 16-jarige lesbische Française Mila recent overkwam.
Voorts verklaar ik in het bewuste interview dat ik vind dat elke moslim die de typisch islamitische opvattingen heeft over de man-vrouwverhouding, homoseksualiteit, joden, niet-moslims, de verhouding tussen kerk en staat of de vrijheid van meningsuiting, hier niet thuishoort. ‘En dat zijn er in België alleen al minstens vele tienduizenden, volgens bepaald onderzoek zelfs honderdduizenden.’ In dat verband zeg ik ook dat het heel belangrijk is om een onderscheid te maken: ‘Er zijn heel wat mensen die zichzelf moslim noemen, maar toch een gematigd of geen islamitisch leven leiden. Zij laten de essentie van de islam links liggen, maar dat maakt de islamitische leer nog niet gematigd. De heilige islamitische bronnen, de Koran en de Hadith, zijn immers tot op vandaag onveranderd. De sharia of islamitische wet is wat hij is: totalitair en inhumaan.’
Ik verwijs daarom ook naar de Somalisch-Nederlands-Amerikaanse onderzoekster en schrijfster Ayaan Hirsi Ali, die ‘al vaker voorstellen heeft gedaan om de islamitische leer te ontdoen van zijn politieke, totalitaire en vrouwonderdrukkende natuur’. Zo’n zogenaamde Europese islam zou, zo betoog ik, ‘in woord, geschrift én daad, de democratie, scheiding tussen kerk en staat, gelijkwaardigheid van man en vrouw en vrijheid van religie en afvalligheid expliciet moeten uitdragen’. Er moeten ‘drastische hervormingsmaatregelen worden genomen, zoals het expliciet verwerpen en ook de facto uit de Koran verwijderen van de tot intolerantie, haat en geweld oproepende Koranverzen’. Maar: ‘Hét grote probleem is dat wie dat serieus probeert in de islam in principe zijn of haar doodvonnis tekent.’
Daarom concludeer ik dus dat ‘ik helaas niet denk dat er binnen de democratische rechtsstaat maatregelen zijn die het probleem van de islamisering volledig kunnen oplossen’. Ook omdat ‘al die vrijheden die hier bestaan door moslimfundamentalisten worden misbruikt om diezelfde vrijheden te bestrijden’. Ik parafraseer Karl Popper wanneer ik zeg: ‘geen tolerantie voor de islamitische intolerantie’ en stel hardop de vraag: ‘Maar hoe doe je dat in de praktijk?’
Immers: ‘Kan de overheid bijvoorbeeld moskeeën en Koranscholen 24/24 en 7/7 monitoren zonder privacywetten te overtreden? Ik denk het niet. Daar is blijkbaar een undercoveronderzoek voor nodig, zoals in Denemarken enkele jaren geleden, om vast te stellen dat in 7 van de 8 gecontroleerde moskeeën intolerantie, haat en apartheid wordt gepredikt. Daarom moet de islam, zolang hij niet expliciet en fundamenteel is hervormd tot een tolerante religie, worden beschouwd en behandeld als een totalitaire, ongewenste ideologie die hier niet thuishoort. Dat betekent dat de islam voor mij vandaag geen aanspraak kan maken op onze vrijheden, zeker niet die van religie. Mogelijk brengt dat moslims dan eindelijk tot het fundamenteel hervormen van de islam.’
‘Maar wat dan met onze democratische rechtsstaat?’, vraagt de interviewer. Mijn antwoord: ‘Voor welk verschrikkelijk dilemma de islamisering ons stelt, laat Denemarken zien: na decennialange massa-immigratie van moslims en facilitering van de islam, komt dat land nu met een zogenaamd ‘getto-plan’ om te proberen geïslamiseerde wijken weer veilig, vrij en welvarend te maken. Heel wat van die getto-maatregelen druisen in tegen mensenrechten en basisprincipes van de democratische rechtsstaat. Zoals het binnen die gettowijken verdubbelen van de strafmaat voor eenzelfde overtreding. En zoals het minstens 25 uur per week afzonderen van piepjonge ‘getto-kinderen’ van hun ouders om hen de taal en Deense waarden en tradities bij te brengen. Ouders die niet meewerken, riskeren een deel van hun uitkeringen te verliezen.’
Ik vervolg: ‘Dat klinkt misschien wel goed, maar is dat echt de samenleving die we willen? Principieel vind ik dat soort dwangmatige, bijna tirannieke maatregelen onwenselijk in een vrije samenleving. (…) het is toch evident dat een democratische rechtsstaat, tot nader order het minst slechte systeem op aarde, alleen valt te handhaven in een soort natuurlijke, fysieke gemeenschap die coherent is omdat ze grond, geschiedenis, taal en cultuur deelt? Wanneer je steeds meer per wet moet gaan afdwingen omdat steeds minder van nature gebeurt, is het voorbij: dan liggen tirannie en (burger)oorlog op de loer. In bepaalde geïslamiseerde wijken zitten we al in die fase, denk maar aan de recente ‘corona-rellen’ in het Brusselse Anderlecht.’
‘Is er dan geen echte oplossing?’, luidt de slotvraag, waarop ik antwoord ‘dat een samenleving waar de islam wortel kan schieten en moslims demografisch blijven groeien, uiteindelijk nog slechts de keuze zal hebben tussen de pest en de cholera. Namelijk: ofwel wordt de islam totale vrijheid gegund, waardoor de samenleving islamiseert tot een sharia-model, een kalifaat, ofwel wordt de islam met harde hand onderdrukt om een min of meer seculier, ‘vrij’ samenlevingsmodel te behouden. Heel de islamitische wereld wordt gekarakteriseerd door deze tweestrijd. Er bestaan daar slechts islamitische theocratieën en min of meer seculiere dictaturen en tirannieën, en uiteraard vooral mengvormen van beide.’
‘Voor alle duidelijkheid’, voeg ik daar concluderend aan toe: ‘ik vind geen van beide scenario’s [pest en cholera] wenselijk, maar bij gelijkblijvend beleid zijn ze helaas onvermijdelijk. Dat is dus de tragedie: de islam en de dynamiek van de islamisering zullen ons als vrije, vooralsnog niet-islamitische samenleving straks dwingen om maatregelen te nemen die we terecht niet zouden willen nemen.’
De enige langetermijnoplossing die ik zie, naast die broodnodige maar aartsmoeilijke en wellicht onmogelijke fundamentele hervorming van de islam, is het stoppen van de massale, ongecontroleerde instroom. Daardoor komen immers ook steeds meer moslimfundamentalisten onze samenleving binnen. Immigratie moet in plaats van de regel de hoge uitzondering worden, louter op basis van onze wil en onze noden en strikt gecontroleerd op basis van strenge sociaaleconomische én cultureel-religieuze voorwaarden.
Dit zijn geen praatjes van iemand die een dictatuur wil, integendeel: dit is de uitgesproken vrees van iemand die koste wat het kost de (sharia)dictatuur wil vermijden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier