‘Door het toenemend aantal besmettingen is de groep van herstelden steeds groter en is het belang van faire, wetenschappelijk onderbouwde regels groter geworden’, schrijven juristen Paul De Hert en Kristel Wijshof. ‘Wat zijn de Europese regels rond herstelcertificaten en hoe gaan andere landen er mee om?’
In de Covid Safe App zitten drie groepen mensen die elk onder voorwaarden een certificaat of groen vinkje kunnen krijgen: gevaccineerden, getesten en herstelden. Een groep die in het brede debat weinig aandacht krijgt is deze van de herstelden: zij die met of zonder vaccinatie een infectie hebben doorgemaakt en hiervan hersteld zijn. Deze groep krijgt een certificaat en groen vinkje voor zes maanden. De herstelde niet-gevaccineerden vallen na zes maanden terug op het certificaat via testen. Herstelde gevaccineerden krijgen na zes maanden hun gevaccineerden-certificaat terug. (Maar hoelang nog?)
Door het toenemend aantal besmettingen is de groep van herstelden steeds groter en is het belang van faire, wetenschappelijk onderbouwde regels eveneens groter.
Wat zijn de Europese regels rond herstelcertificaten en hoe gaan andere landen er mee om?
De Coronapas en het verschil tussen PCR-testen en apothekerstesten
Om vrij verkeer van personen tussen de landen te kunnen garanderen introduceerde een Europese wet van 14 juni 2021 voor heel Europa drie certificaten: vaccinatiecertificaten, testcertificaten en herstelcertificaten. De eerste groep certificaten, vaccinatiecertificaten, geven een groen vinkje op de app als bewijs van vaccinatie (ongeacht het type vaccin, geldigheidsduur tot dusver onbeperkt). Testcertificaten, de tweede groep, geven na een negatieve PCR-test een groen vinkje gedurende 72 uur (deze labotesten zijn duur en vrij omslachtig) of geven het groen vinkje gedurende 24 uur na negatieve antigenentest (deze ‘apothekerstesten’ zijn iets minder duur en omslachtig). Herstelcertificaten (de derde groep) zijn er voor mensen die, al dan niet gevaccineerd, positief zijn getest. Elf dagen na een PCR-test krijgen ze een certificaat en geeft de coronapas een groen vinkje voor een kleine zes maanden (met name van dag 12 tot dag 180 na de test).
We zien dus dat de drie groepen certificaten elk een eigen test-regeling kennen met verschillen in prijs, snelheid, en juridische gevolgen.
Hoe krijg je een herstelcertificaat: alleen via PCR-test
Op de overheidswebsite luidt het: ‘Herstelcertificaten worden enkel afgeleverd op basis van een positieve PCR-test waarvan het resultaat onderzocht werd in een Belgisch labo. Er kunnen geen herstelcertificaten worden afgeleverd op basis van zelftesten, sneltesten (antigeentesten of serologische testen) of antilichaamtesten.’
De eerste beleidskeuze is dus om het certificaat alleen te verstrekken na een dure en langzame PCR-test. Waarom is niet geheel duidelijk, maar elders schrijft de overheid dat deze test ‘de meest betrouwbare test’ vormt omdat die genetisch materiaal van het virus detecteert in tegenstelling tot de antigeentesten die alleen de aanwezigheid van eiwitten detecteren. Terwijl antigeentesten ook door apothekers mogen afgenomen worden, kunnen PCR-testen enkel door strikt medisch personeel worden afgenomen.
De Belgische overheid schuift de verantwoordelijkheid voor deze stroeve regeling door naar Europa (“dit is een Europese belissing”). Inderdaad eist de Europese wet voor herstelcertificaten een PCR-test uitgevoerd door gezondheidswerkers of gekwalificeerd testpersoneel. Europa legt nergens uit waarom het een PCR-test eist voor deze certificaten. Duidelijk was er koudwatervrees over de betrouwbaarheid van alternatieve testen. Toch is de deur niet dicht en voorziet de Europese wet in de mogelijkheid om via een versnelde wetgevende wetgeving de regeling eventueel aan te passen. Uitdrukkelijk wordt daarbij gedacht aan de mogelijkheid om het herstelcertificaat te verlenen op basis van andere testen ‘zo de wetenschap aangeeft dat dit kan’. Europa denkt daarbij niet alleen aan antigeentesten, maar ook aan antilichaamtesten en serologische testen op antistoffen.
Het wordt tijd dat de lidstaten aandringen op meer Europese soepele wetgeving. De Europese wet is immers niet principieel gekant tegen meer eenvoudige, goedkope en snelle testen. Mits wetenschappelijke inzichten zou een herstelcertificaat ook zonder PCR test kunnen verstrekt worden. We komen erop terug, want er zijn nog meer stroeve zaken aan de huidige regeling.
Hoe lang krijg je een herstelcertifcaat? slechts 6 maanden
Op overheidswebsites wordt meerdere keren herhaald dat herstelcertificaten slechts een kleine 6 maanden (van de 11de tot de 180ste dag) geldt. De periode van 180 dagen is eveneens tot ons gekomen via de hoger besproken Europese wet. Deze wet legt de keuze voor 180 dagen niet uit, maar geeft wel de intentie aan om deze periode via versnelde wetgeving aan te passen na ‘grondig onderzoek naar de gegevens betreffende de duur van de verworven immuniteit na herstel’.
De ‘Europese’ periode van 180 dagen is bijgevolg niet in steen gebeiteld en de 180 dagen-periode is met andere woorden een resultaat van een bijstelbare hypothese over de duur van de verworven immuniteit. Is deze hypothese vandaag bijgesteld door de wetenschap?
Wetenschappelijke inzichten over de duur van de verworven immuniteit na infectie
Er is ondertussen behoorlijk wat literatuur verschenen over de duur van de verworven immuniteit na infectie van personen, meestal niet-gevaccineerde personen. Een belangrijke overzichtsstudie van Kojima & Klausner verscheen op 8 november in The Lancet (‘Protective immunity after recovery from SARS-CoV-2 infection’). Zij besluiten dat herstelcertificaten gerust verstrekt mogen worden voor de periode van een jaar, mogelijks meer, en dit zowel voor gevaccineerde herstelden en niet-gevaccineerde herstelden. Eenzelfde boodschap geeft een vereniging van Duitse virologen.
Zij besluiten dat de bewezen beschermingsduur na een SARS-CoV-2-infectie minimaal een jaar is. ‘Vanuit immunologisch oogpunt kan een significant langere beschermingsduur worden aangenomen, maar dit is vanwege de beperkte observatieperiode nog niet bewezen door overeenkomstige onderzoeken.’ De Duitse virologen leggen daarbij terecht de link met de in Europa gangbare herstelcertificaten. Zij pleiten voor een verlenging van het herstelcertificaat tot (voorlopig) een jaar.
Beleidsconsequenties van recente wetenschap (Zwitserland, Nederland, Europa)
Deze inzichten moeten meegenomen worden in elke discussie over de rechten van herstelden. Kojima & Klausner verwijzen naar Zwitserland (geen lid van de Europese Unie) waar burgers een herstelcertificaat van een jaar krijgen omdat “deze mensen even beschermd zijn als volldig gevaccineerden”. Een PCR test is zelf niet nodig, het bewijs kan geleverd worden door een PCR test of een andere test in de voorbije twaalf maanden. Zo gemakkelijk kan het.
Ook interessant is wat in Israël gebeurt (eveneens geen lid van de Europese Unie): daar worden herstelcertificaten met groen vinkje gegeven aan alle mensen met een positieve seriologische test (gevaccineerd of niet).
Binnen de Europese Unie moeten landen rekening houden worden met de dwingende Europese wetgeving. Die kunnen ze zelf niet veranderen. Toch is er gedeeltelijk versoepeling mogelijk. Nederland, wèl lid van de Europese Unie, erkent eveneens deze nieuwe inzichten en verlengt vanaf 30 november 2021 de duur van herstelcertificaten tot een jaar.
Vanaf eind november maakt Nederland een onderscheid tussen herstelbewijzen voor gebruik in Nederland en deze voor reizen. De laatste groep beantwoordt aan de Europese regels (die Nederland niet kan veranderen) met name een bewijs krijg je na PCR-test en dit voor 180 dagen. Een antigeen(snel)test telt niet. Binnen Nederland krijg je het certificaat ‘voor gebruik in Nederland’ na een positieve test vastgesteld door een PCR- test of antigeen(snel)test en dit voor 365 dagen.
Nederland heeft dus niet aan de Europese wetgeving geraakt, maar heeft de materie van de herstelcerticaten op binnelands vlak succesvol gemoderniseerd op het vlak van duur en testmethode (cf de antigeenentest).
Op Europees vlak beweegt er ook iets. In een recent rapport van de Europese Commissie (18 oktober 2021) wordt met wetenschappelijke onderbouwing gesteld dat de bescherming voor herstelde personen minstens 12 maanden zou moeten bedragen.
Conclusie: België moet actie nemen
België lijkt in tegenstelling tot Zwitserland, Nederland en de Europese Unie geen oog te hebben voor de recente wetenschapplijke inzichten rond de immuniteit opgebouwd na infectie en de validiteit van testen andere dan de bureacratische PCR-test. Het is tijd om de keuze voor PCR-testen te heroverwegen, en de periode van zes maanden te herzien.
Op Europees vlak moet ons land meer druk uit oefenen om de Europes regels aan te passen. Ook zonder Europees initiatief kan ons land meer doen, en naar Nederlands voorbeeld soepelere herstelcertificaten ‘voor gebruik in België maken’, en dit voor de periode van een jaar met een mogelijkheid om de infectie ook te bewijzen door de andere testen beschikbaar op de markt (antigenentesten en, waarom niet, bloedlichamentesten als hiervoor wetenschappelijke evidentie is).
Paul De Hert is privacyspecialist aan de VUB.
Kristel Wijshof is verbonden aan de ManaMa sociaal recht aan de VUB.
(Een meer uitvoerige juridische analyse verschijnt in de Juristenkrant.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier