Dirk Draulans
‘Het dunne laagje beschaving dat over het brute in ons binnenste gelegd is, gaat er zó vanaf’
‘Zelfs een crisis zonder onmiddellijk risico brengt het slechtste in mensen naar boven.’ Bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans voelt zich gesterkt in zijn visie dat de mens niet inherent goed is. ‘Hij is alleen goed als het goed met hem gaat.’
‘Het Beste is het Raadsel te Vergroten’. Zo staat het op het graf van wijlen Frans ‘Sus’ Verleyen, de memorabele man die Knack groot maakte en mijn leven in een beslissende plooi legde. Ik denk nog regelmatig aan hem. En soms aan zijn grafschrift. Het gebeurde deze week, toen ik via vlinderexpert Wim Veraghtert van Natuurpunt vernam dat er in ons land een coronamot leeft. Je zou voor minder in paniek slaan.
De coronamot is een algemeen beestje van een tweetal centimeter groot dat in de zomer te zien is, en vooral voorkomt op vlier, liguster en sering. Ze overwintert als rups: een rozig mormel dat spaarzaam behaard is met dikke witte draadjes. Ik dacht: ik maak er een item van voor mijn rubriek Beestenboel in Knack, om in deze coronatijden het raadsel te vergroten. Met een beetje stilistische handigheid zou ik een geforceerde link naar het virus kunnen suggereren. Maar het lukte niet: er is te weinig over de coronamot bekend om er zelfs maar een bescheiden verhaaltje van te maken.
Het dunne laagje beschaving dat over het brute in ons binnenste gelegd is, gaat er zó vanaf.
Mensen zijn voor het minste bang. Wat je allemaal leest of hoort over het coronavirus – het is te zot voor woorden. Zelfs zogenaamde Grote Lichten gaan uit. Ik heb nooit een hoge pet op gehad van economen, zeker niet als ze het verleden gebruiken om met groot aplomb de toekomst te voorspellen, maar het is een raadsel wat media-econoom Geert Noels bezielde om te insinueren dat onze overheden van alles zouden verzwijgen over het coronavirus. Hij legde zelfs de link naar de ramp met de kerncentrale van Tsjernobyl.
Hoe ernstig kun je iemand nog nemen die zo’n onzin uitkraamt? Tenzij ook hij fan is van het grafschrift van Sus. Het is duidelijk dat de overheden niet alles weten over het virus, maar dat is iets anders dan van alles verzwijgen. De wetenschap heeft bepaalde belangrijke parameters over het virus en zijn verspreiding nog altijd niet doorgrond. Er zijn dus grote onzekerheden.
Dat mensen onredelijk zijn in het inschatten van risico’s is geen nieuws. Op het ogenblik dat ik dit schrijf, is er in België nog niemand gestorven aan een besmetting met het virus. Ons verkeer is dodelijker dan het coronavirus. Vervuiling als gevolg van ons verkeer is dodelijker dan het coronavirus. De griep is dodelijker dan het coronavirus. Te veel frieten eten, te weinig bewegen, roken: allemaal dodelijker dan het coronavirus. Zelfs een tijdje als niet-roker naast een niet-rokende roker zitten kan je longen belasten. Er sterven in Europa meer mensen aan de gevolgen van passief roken dan door het coronavirus. Maar roken wordt niet verboden.
De klimaatopwarming zal eindeloos veel meer doden veroorzaken dan het coronavirus, ook bij ons. Mensen sterven van de hitte, en de frequentie van hittegolven zal toenemen. Mensen sterven door omgewaaide bomen, en de frequentie van hevige stormen zal toenemen. Mensen zullen sterven door overstromingen en tropische ziekten overgedragen door invasieve tijger- en andere muggen. Nopen deze onzalige gedachten tot een kordater optreden van onze overheden? Nee hoor, het blijft business as usual. Een virusje daarentegen…? Ineens worden reizen geannuleerd en blijven vliegtuigen aan de grond. Het virus vergroot het raadsel!
Het raadsel schuilt vandaag ook in de verhalen die ik te horen of te lezen krijg over hamsteraars. Het meest pakkende was dat van een jonge vrouw met een baby, die vochtige doekjes nodig had om het ontstoken naveltje van haar kind te verzorgen. Net voor ze een pak uit een rek in een supermarkt wilde nemen, werd ze voorbijgesneld door een vrouw die de laatste pakken op het rek in één beweging in haar winkelkar veegde. Toen de moeder vriendelijk vroeg of ze één pak kon krijgen voor haar baby, werd ze afgesnauwd met de vreselijke zinsnede: ‘Het is nu ieder voor zich.’
Ik kan me het type zo voorstellen. Ik moet maar denken aan de tronie van het mens dat op de Amerikaanse televisie haar beklag deed over het feit dat ze gestemd had voor de democratische presidentskandidaat Pete Buttigieg zonder dat ze wist dat hij homo was. Toen ze dat te weten was gekomen, wilde ze haar stem terugtrekken. Dat soort volk levert geen enkele bijdrage aan de maatschappij, laat staan aan de menselijkheid. Het enige wat het doet is de mensheid confronteren met haar lelijkheid.
Ik kan me belabberd voelen van plaatsvervangende schaamte als ik de beelden zie van hoe Syrische en andere vluchtelingen behandeld worden aan de Griekse grens. Als beesten op weg naar het slachthuis! Terwijl dat mensen zijn die meestal een conflict ontvluchtten waarin eindeloos veel meer doden vallen dan er in Europa zullen vallen als gevolg van de invasie van het coronavirus. Idlib in Syrië versus Wuhan in China? Ik zou het wel weten als ik verplicht zou worden te kiezen.
En dan hoor je een in principe hooggeleerd iemand als de immer gestrikte professor Marc De Vos poneren dat deze vluchtelingen het coronavirus naar Europa kunnen brengen. Daarmee diskwalificeert hij zich als gezaghebbende stem, want het is glashelder dat het virus Europa is binnengekomen via toeristen en zakenlui: mensen die zich een vliegtuigticket konden permitteren. Of wou ook hij het raadsel vergroten? Ik hoop van niet. Sus zou zich omdraaien in zijn graf als hij zo’n onzin te horen zou krijgen.
Veel van wat de jongste dagen tot me doordringt, sterkt me in mijn overtuiging dat de mens niet inherent goed is. De mens is alleen goed als het over het algemeen goed met hem gaat. Bij het minste crisisje duikt het spook van ‘ieder voor zich’ op – ook nu weer, hoe bescheiden het risico voor onze persoonlijke overleving in de coronacrisis ook is. Als het slechtste in de mens naar boven kan worden gehaald bij berichtgeving over een relatief onschadelijk virus, wat zal het dan worden als het eens helemaal tegensteekt? Die voorbeelden zijn er, helaas, maar we hebben de neiging ze te vergeten.
Er zijn ook altijd voorbeelden van het tegendeel, van mensen die in moeilijke omstandigheden het beste in zichzelf naar boven laten komen om anderen te helpen. Mensen die illustreren dat het mogelijk is in alle omstandigheden mens te blijven. Helaas zijn ze in de minderheid. En die minderheid lijkt de jongste tijd kleiner te worden. Het is een verontrustende vaststelling.
Het dunne laagje beschaving dat over het brute in ons binnenste gelegd is, gaat er zó vanaf. De idee-fixe dat wij beter zijn dan de andere dieren gaat weer onderuit. Mensen gedragen zich te gemakkelijk als varkens, met mijn excuses naar de varkens toe, want die weten niet beter. In feite zijn het soort venten dat vluchtelingen wegzet als ziekteverspreiders en het soort wijven dat de laatste pakken vochtige doekjes in hun winkelkar veegt nog erger dan varkens. Want wij hebben de optie van na te denken of een vriendelijk gebaar te maken. Die mogelijkheden hebben de meeste andere dieren niet.
In feite zijn wij niks om trots op te zijn. Tenzij het allemaal goed gaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier