Op de Internationale dag van de Vrede roept een groep van gewezen politieke leiders en minisers, onder wie Ban Ki-moon, Gabier Solana en Willy Claes, in een open brief op om het Nucleair Verbodsverdrag van 2017 te ondersteunen. ‘Alle verantwoordelijke leiders moeten nu actie ondernemen om ervoor te zorgen dat de horror van 1945 zich nooit meer kan herhalen.’
De coronapandemie heeft pijnlijk aangetoond dat we meer internationale samenwerking nodig hebben om de belangrijkste bedreigingen voor onze gezondheid en welvaart het hoofd te bieden. Eén van de voornaamste bedreigingen is de mogelijkheid van een nucleaire oorlog. Het risico op de ontploffing van een kernwapen – hetzij per ongeluk, door miscommunicatie of met opzet- neemt toe met de recente inzet van nieuwe soorten kernwapens, de ontbinding van reeds lang bestaande wapenbeheersingsakkoorden, en de reële dreiging van cyberaanvallen op nucleaire infrastructuur. Laat ons de waarschuwingen van wetenschappers, dokters en andere experts ernstig nemen. We lopen het gevaar een nog grotere crisis te ontketenen dan degene van het afgelopen jaar.
Het is niet moeilijk te voorspellen dat de oorlogszuchtige retoriek en het gebrekkige inzicht van leiders in de nucleair bewapende staten zal resulteren in een ramp die landen en volken wereldwijd raakt. Als voormalige leiders, ministers van buitenlandse zaken en defensie uit Albanië, België, Canada, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Italië, Japan, Kroatië, Letland, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Turkije en Zuid-Korea – allemaal landen die bescherming genieten van de kernwapens van een bondgenoot – roepen wij de huidige leiders op om naar ontwapening te streven voor het te laat is. Een goed begin zou zijn dat de leiders van onze eigen landen zonder voorbehoud verklaren dat kernwapens geen enkel legitiem militair of strategisch doel dienen wetende dat het gebruik ervan catastrofale menselijke en ecologische gevolgen heeft. Met andere woorden, onze landen moeten iedere rol voor kernwapens in ons defensiebeleid verwerpen.
Er is geen herstel mogelijk na een nucleaire oorlog. Preventie is onze enige optie.
Door bescherming van kernwapens te zoeken, promoten we het gevaarlijke en misleidende idee dat kernwapens voor veiligheid zorgen. In plaats van toe te werken naar een wereld die vrij is van kernwapens, houden we de nucleaire gevaren in stand – louter vanuit de angst om onze bondgenoten die zich blijven vastklampen aan deze massavernietigingswapens tegen de borst te stoten. Maar vrienden kunnen en moeten zich laten horen wanneer vrienden zich roekeloos gedragen en daardoor hun eigen leven en dat van ons in gevaar brengen.
Er is ongetwijfeld een nieuwe wapenwedloop begonnen en een wedloop voor ontwapening is dan ook dringend nodig. Het is hoog tijd om het nucleaire tijdperk ten einde te brengen. In 2017 namen 122 landen een eerste dappere stap in die richting door het Nucleair Verbodsverdrag te ondertekenen – een historisch internationaal akkoord dat kernwapens op hetzelfde niveau plaatst als chemische en biologische wapens, en een kader voorziet om kernwapens geverifieerd en voor goed te elimineren. Binnenkort wordt dit Verbodsverdrag bindend internationaal recht.
Vooralsnog hebben onze landen ervoor gekozen om zich niet aan te sluiten bij de internationale meerderheid die het Verbodsverdrag steunt. Maar onze leiders moeten die positie herzien. Met deze existentiële dreiging voor de mensheid kunnen we het ons niet veroorloven nog langer te treuzelen. Het is tijd om moed en lef te tonen en het Verbodsverdrag te tekenen. Als verdragspartij kunnen we nog steeds bondgenootschappen sluiten met kernwapenstaten, aangezien noch het Verbodsverdrag, noch onze respectievelijke defensiepacten dit verbieden. We zouden wel juridisch gebonden zijn om onder geen enkele omstandigheid onze bondgenoten te ondersteunen of aan te moedigen in het gebruik, het dreigen met gebruik, en het bezit van kernwapens. Gezien de brede steun van de bevolking in onze landen voor ontwapening zou dit geen controversiële, maar een veel geprezen beslissing zijn.
Het Verbodsverdrag is een belangrijke versterking van het vijftigjarige Non-Proliferatie Verdrag (NPV) dat, hoewel het uiterst succesvol was in de verdere verspreiding van kernwapens naar andere landen te voorkomen, er niet in geslaagd is een universeel taboe tegen het bezit van kernwapens in te voeren. De vijf kernwapenstaten die ten tijde van de onderhandelingen van het NPV reeds kernwapens in hun bezit hadden – de VS, Rusland, het VK, Frankrijk en China – zien dit blijkbaar als toestemming om hun kernwapens voor eeuwig te behouden. In plaats van te ontwapenen, investeren zij in de modernisering van hun arsenalen, met plannen om deze nog zeker voor de volgende decennia te behouden. Dit is simpelweg onaanvaardbaar.
Het Verbodsverdrag dat werd aangenomen in 2017 kan decennia van verlamming in ontwapening tot een einde brengen. Het is een teken van hoop in donkere tijden. Het zorgt ervoor dat landen deel kunnen uitmaken van de hoogste multilaterale norm tegen kernwapens en internationale druk kunnen opbouwen voor actie. De preambule van het Verbodsverdrag erkent immers dat de effecten van kernwapens ‘nationale grenzen overstijgt, ernstige gevolgen heeft voor het voorbestaan van de mens, het milieu, socio-economische ontwikkeling, de wereldeconomie, voedselveiligheid en de gezondheid van de huidige en toekomstige generaties, en heeft een onevenredig effect op vrouwen en meisjes, onder andere als een resultaat van ioniserende straling’.
Met bijna 14.000 kernwapens gestationeerd over tientallen militaire basissen wereldwijd en op onderzeeërs die de oceanen continu bewaken, is het potentieel tot vernieling onvoorstelbaar. Alle verantwoordelijke leiders moeten nu actie ondernemen om ervoor te zorgen dat de horror van 1945 zich nooit meer kan herhalen. Vroeg of laat komt ons geluk ten einde – tenzij we actie ondernemen. Het Nucleair Verbodsverdrag voorziet ons van een basis voor een veiligere wereld, vrij van deze fundamentele dreiging. We hebben geen andere keuze dan deze te omarmen en ervoor te zorgen dat anderen ook meedoen. Er is geen herstel mogelijk na een nucleaire oorlog. Preventie is onze enige optie.
Ondertekend door:
Lloyd Axworthy, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Canada; Ban Ki-moon, voormalig Secretaris-Generaal van de VN en Minister van Buitenlandse Zaken van Zuid-Korea; Jean-Jacques Blais, voormalig Minister van Defensie van Canada; Kjell Magne Bondevik, voormalig Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken van Noorwegen; Ylli Bufi, Voormalig Eerste Minister van Alabanië; Jean Chretien, voormalig Eerste Minister van Canada; Willy Claes, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van België en Secretaris-Generaal van de NAVO; Erik Derycke, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van België; Joschka Fischer, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Duitsland; Franco Frattini, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Italië en vice-Voorzitter van de Europese Commissie; Ingibjörg Sólrún Gisladottir, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van IJsland; Bjørn Tore Godal, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken en Minister van Defensie van Noorwegen; Bill Graham, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken en Minister van Defensie van Canada; Hatoyama Yukio, voormalig Eerste Minister van Japan; Thorbjørn Jagland, voormalig Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken van Noorwegen; Ljubica Jelusic, voormalig Minister van Defensie van Slovenië; Talavs Judnzis, Voormalig Minister van Defensie van Letland; Jan Kavan, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Tsjechië en Voorzitter van de VN Algemene Vergadering; Alojz Krapez, voormalig Minister van Defensie van Slovenië; Girts Valdis Kristovkis, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken, Minister van Defensie, Minister van Binnenlandse Zaken van Letland; Aleksander Kwasniewski, voormalig President Polen; Yves Leterme, voormalig Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken van België; Enrico Letta, voormalig Eerste Minister van Italië; Eldbjørg Lower, voormalig Minister van Defensie van Noorwegen; Mogens Lykketoft, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Denemarken; John McCallum, voormalig Minister van Defensie van Canada; John Manley, voormalig vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken van Canada; Rexhep Maidani, voormalig Eerste Minister van Albanië; Zdravko Mrsic, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Kroatië; Linda Murniece, voormalig Minister van Defensie van Letland; Fatos Nano, voormalig Eerste Minister van Albanië; Holger K. Nielsen, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Denemarken; Andrzej Olechowski, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Polen; Kjeld Olesen, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken en Minister van Defensie van Denemarken; Ana de Palacio Y del Valle-Lersundi, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Spanje; Theodoros Pangalos, voormalig vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken van Griekenland; Jan Pronk, voormalig Minister van Defensie (ad interim) en Minister van Ontwikkelingssamenwerking van Nederland; Vesna Pusic, voormalig vice-Eerste Minsiter en Minister van Buitenlandse Zaken en Europa van Kroatië; Dariusz Rosati, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Polen; Rudolf Scharping, voormalig Minister van Defensie van Duitsland; Juraj Schenk, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Slowakije; Nuno Severiano Teixeira, voormalig Minister van Defensie van Portugal; Jóhanna Sigurdardottir, voormalig Eerste Minister van IJsland; Össur Skarphedinssons, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van IJsland; Javier Solana, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Spanje en Secretaris-Generaal van de NAVO; Anne-Grete Strom-Erichsen, voormalig Minister van Defensie van Noorwegen; Hanna Suchocka,voormalig Eerste Minister van Polen; Imre Szekeres, voormalig Minister van Defensie van Hongarije; Tanaka Makiko, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Japan; Tanaka Naoki, voormalig Minister van Defensie van Japan; Danilo Türk, voormalig Eerste Minister van Slovenië; Hikmet Sami Türk, voormalig Minister van Defensie van Turkije; John N. Turner, voormalig Eerste Minister van Canada; Guy Verhofstadt, voormalig Eerste Minister van België; Knut Vollebaek, Voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Noorwegen; Carlos Westendorp Y Cabeza, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Spanje.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier