‘De relance kan niet genderblind zijn. Hij moet rekening houden met de onevenredige impact van de crisis op vrouwen’, schrijft Eva Smets van Oxfam.
We hoorden de laatste dagen wat stof waaien over het Europees herstelpakket dat op dit moment vertaald wordt in lokale relancemaatregelen. Het is belangrijk dat we hierbij rekening houden met de impact die de crisis gehad heeft op vrouwen. Net nu berekende Oxfam dat vrouwen de prijs van de pandemie betaald hebben. Door covid-19 verloren ze op één jaar tijd meer dan 800 miljard dollar aan inkomen. Dit inkomensverlies voor vrouwen in 2020 komt overeen met de totale rijkdom van 98 landen samen. Deze cijfers komen niet uit de lucht gevallen.
Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie verloren vrouwen vorig jaar meer dan 64 miljoen banen – een verlies van 5 procent, vergeleken met een verlies van 3,9 procent voor mannen. De economische gevolgen van de covid-19-pandemie zijn dus duidelijk ernstiger voor vrouwen, die onevenredig sterk vertegenwoordigd zijn in sectoren met lage lonen, weinig voordelen en de minste werkzekerheid. In plaats van dat recht te zetten, hebben regeringen de banen van vrouwen als overbodig of bijkomstig beschouwd – en dat heeft ten minste 800 miljard dollar gekost aan verloren inkomsten voor vrouwen mét een formele baan.
De relance moet rekening houden met de impact van de crisis op vrouwen.
Deze voorzichtige schatting omvat niet eens de misgelopen lonen van de miljoenen vrouwen die in de informele economie werken – huishoudelijk personeel, marktkooplui en textielarbeidsters – die zonder pardon naar huis zijn gestuurd of wier uren en lonen drastisch zijn verlaagd.
Vrouwen maken in midden- en lage-inkomenslanden het leeuwendeel uit van de informele werknemers. Bovendien verliezen ze veel sneller hun (onzekere) baan dan mannen. Alleen al in de eerste maand van de pandemie verloren de 740 miljoen vrouwen werkzaam in de informele sector in lage- en middeninkomslanden 60 procent van hun inkomen. Zij hebben daarbovenop geen toegang tot sociale bescherming zoals werkloosheidsuitkeringen.
Daarbovenop kregen vrouwen ook nog eens extra zorgtaken op hun bord. Zelfs vóór de coronacrisis namen ze al wereldwijd 3/4 van deze taken op zich, een bijdrage aan de wereldeconomie van ten minste 10,8 biljoen dollar per jaar, meer dan drie keer de omvang van de wereldwijde technologie-industrie.
De gevolgen van deze dramatische veranderingen zullen nog jarenlang in ongelijke mate voelbaar zijn. Naar verwachting zullen in 2021 wereldwijd nog eens 47 miljoen vrouwen in extreme armoede vervallen en moeten rondkomen van minder dan 1,90 dollar per dag.
Ook bij ons maakte de Brusselse raad voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen twee weken geleden verontrustende cijfers bekend. Daaruit bleek dat vrouwen door de coronacrisis benadeeld werden op het vlak van tewerkstelling, veiligheid, gezondheid, geweld of bestaansonzekerheid. Vrouwen die tijdelijk werkloos zijn, bijvoorbeeld, verdienden tot 131,10 euro per maand minder dan mannen. Ook hebben 4.100 Brusselse vrouwen de arbeidsmarkt verlaten tijdens de eerste lockdown en zijn niet teruggekeerd. (Een tendens die we ook terugzien in lage en middeninkomenslanden.)
De bedrijven in de zorgsector, waar veel vrouwen werken, lopen bovendien een hoog risico om failliet te gaan. Ze zijn goed voor één op vijf van de faillissementen in Brussel. De Brusselse raad vroeg daarom dat het economische herstel mee in het teken van gender komt te staan, een vraag die Oxfam volmondig ondersteunt.
Oxfam gaat zelfs nog verder en vraagt een erkenning van al het onzichtbare werk dat vrouwen verrichten. Van al het werk dat Belgische vrouwen leveren, is 56 procent onbetaald. Dat gaat dus over schoonmaken, koken, met de kinderen bezig zijn, afwassen, enzovoort. Bij mannen is 36 procent van de werktijd onbetaald. In totaal zijn vrouwen elke dag gemiddeld zo’n anderhalf uur meer bezig met zorgtaken dan mannen. Daar staat tegenover dat mannen ook ongeveer anderhalf uur meer betaald werk leveren dan vrouwen. Mannen en vrouwen werken dus evenveel uur per dag, maar vrouwen worden anderhalf uur minder betaald – omdat ze nu eenmaal meer zorgtaken uitvoeren.
Hoewel sommige regeringen positieve maatregelen hebben genomen om de economische en sociale zekerheid van vrouwen aan te pakken, waaronder de injectie van 39 miljard dollar door de regering-Biden in de kinderopvangsector en nieuwe wetgeving in Argentinië die flexibele werkroosters biedt aan degenen die voor kinderen of andersvaliden zorgen, blijft de respons volstrekt onvoldoende. Slechts 11 landen wereldwijd hebben kortere of flexibele werkregelingen ingevoerd voor werknemers met zorgverantwoordelijkheden, en 36 landen hebben het gezinsverlof en het betaald ziekteverlof voor ouders en verzorgers versterkt.
De pandemie en de sociaaleconomische gevolgen daarvan, hebben het vitale belang van universele sociale bescherming aangetoond. De crisis toont ook aan hoe belangrijk investeringen in gezondheidszorg zijn, investeringen die bovendien miljoenen nieuwe banen kunnen creëren. We hebben een globaal fonds voor sociale bescherming nodig om een enorme toename van de wereldwijde ongelijkheid en armoede af te wenden. Dit haalt minister van ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir trouwens ook zelf aan in haar beleidsnota. Regeringen zouden 2% extra van hun BBP moeten besteden aan sociale beschermingsprogramma’s en zorgen voor een minimuminkomen voor ouderen, moeders en mensen met een handicap.
Nu we overgaan van noodmaatregelen op langetermijnherstel, moeten regeringen over de hele wereld deze kans grijpen om meer gelijke en meer inclusieve economieën voor iedereen op te bouwen. Zij moeten investeren in een gender-, rassen- en klimaatrechtvaardig economisch herstel dat prioriteit geeft aan openbare diensten, sociale bescherming en eerlijke belastingen, en ervoor zorgen dat iedereen overal toegang heeft tot een gratis vaccin.
Er is nu een ongekende investering nodig, een die de meest kwetsbaren in staat stelt om de crisis het hoofd te bieden. Als we willen inzetten op gendergelijkheid dan moet vooral de wereldwijde ongelijkheid aangepakt worden. Het zal essentieel zijn om prioriteit te geven aan investeringen in een economie op mensenmaat die duurzame jobs garandeert.
Een eerlijk en duurzaam economisch herstel is een herstel dat de werkgelegenheid en onbetaald zorgwerk van vrouwen ondersteunt door middel van sterke sociale vangnetten en duurzame zorginfrastructuren. De relance kan niet genderblind zijn. Hij moet rekening houden met de onevenredige impact van de crisis op vrouwen.
Eva Smets is directeur van Oxfam België.
Lees ook:
– Zes miljard voor het herstel na corona: waar gaat dat geld naartoe?
– Wereldwijde minimumbelasting voor multinationals komt dichterbij: ‘Hoe kleiner de kloof, hoe beter’
– Met het Belgische relanceplan koop je niet veel (video)
– De bureaucratische molen van het Europese herstelfonds: waarom onze parlementen de klos zijn
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier