Bert Bultinck
‘De oorlogsmetafoor heeft zich in de Vlaamse geesten genesteld’
‘Ook de doordeweekse linkiewinkie vindt niet dat we ons zonder fysiek verzet moeten laten kapotmaken door de IS of zijn volgelingen’, zegt Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.
‘De nazi’s zijn niet geëlimineerd door praatgroepen, welzijnswerkers en gesubsidieerde deradicaliseringstrajecten, maar door keiharde repressie en geweld.’ Het is een van de vriendelijkere reacties die MO*-journalist Pieter Stockmans kreeg toen hij zijn bedenkingen formuleerde bij wat hij de ‘weerzinwekkende politieke recuperatie’ van de mislukte aanslag in Brussel-Centraal noemde. Hij deed dat onder meer op Knack.be, vanwege deze tweet van de N-VA, onmiddellijk na de gebeurtenissen: “‘Bedankt voor de waakzaamheid!” Militairen op straat. Dankzij de N-VA, ondanks “links”.’ Ook minister van Werk Kris Peeters (CD&V) liet zondag weten dat hij die reactie niet gepast vond.
Sinds vorige week dinsdag woedt het debat over de inzet van militairen in het straatbeeld weer heftig, overal tussen Poperinge en Kinrooi. Het citaat over de nazi’s hierboven bewijst niet alleen dat de reductio ad Hitlerum aan alle kanten van het politieke spectrum voorkomt. Het geeft ook aan hoezeer de oorlogsmetafoor zich in de Vlaamse geesten heeft genesteld. Het militaire offensief van de geallieerden tegen de Duitse bezetter kan in geen geval ‘repressie’ genoemd worden. In correct Nederlands heet dat ‘oorlog’.
De oorlogsmetafoor heeft zich in de Vlaamse geesten genesteld
Drie weken geleden zei ook opiniemaker Luckas Vander Taelen in Knack dat we ons in een oorlogssituatie bevinden: ‘Ik wil ook geen paniek zaaien, maar dat moeten we wel onder ogen zien.’ En dat de Amerikanen destijds ook niet voorbereid waren op de guerrillaoorlog in Vietnam. Vietnam, echt waar? Die oorlog die een slordige twintig jaar op vreemd grondgebied werd gevoerd, met een kleine 60.000 Amerikaanse slachtoffers? Als er hier al een oorlog wordt gevoerd, dan vooral een symbolische: die om de framing van het terroristische geweld. Die symboliek heeft wel concrete gevolgen. Het is de framing – gaande van ‘aanslagen in Zaventem en Brussel’ tot ‘derde wereldoorlog’ – die bepaalt welke oplossingen worden aangereikt en waarvoor ons belastinggeld wordt ingezet.
Wie de discussie met enige aandacht volgt, zal weinig Vlamingen vinden die tégen een ‘keihard’ optreden pleiten. Ook de doordeweekse linkiewinkie vindt niet dat we ons zonder fysiek verzet moeten laten kapotmaken door de IS of zijn volgelingen. Maar dat wil niet zeggen dat militair of politiegeweld zal volstaan om de terreur tegen te houden. Het is tekenend voor de droevige toestand van onze omgangsvormen dat zelfs die simpele gedachte met een spervuur van verwensingen beantwoord wordt. Bij de minder vriendelijke reacties op het stuk van Stockmans vielen onder meer de woorden ‘apologeet van de jihad’ en ‘illustratie van de volstrekte verdwazing en de immoraliteit van een deel van de linkerzijde’. CD&V-jongerenvoorzitter Sammy Mahdi, die zich al geruime tijd tegen militairen (en voor politie) in het straatbeeld uitspreekt, werd een ‘zwarte aap’ genoemd – ‘ik zal je slachten zoals jullie de schapen willen slachten zonder verdoving’.
Opvallend was dat zelfs N-VA-minister Jan Jambon de grenzen van de militaire aanpak zag: ‘Gaan we echt altijd en overal controles invoeren? Is dat het soort politiestaat waarin we willen terechtkomen? Dan vervullen we de agenda van de terroristen.’ Afgelopen weekend verschenen in verschillende kranten voorstellen van de militairen zelf, anoniem en met naam en toenaam, om de patrouilles dynamischer, zinvoller en vooral ook iets beperkter te maken. Gezien de recente commotie bij de militaire inlichtingendiensten kan het bovendien geen kwaad om die nog eens door te lichten. Na preventie en het herstellen van ‘het kostbare weefsel’ van de samenleving, vertrekt elk doordacht antiterreurbeleid bij performante inlichtingendiensten. Een en ander bewees vooral dat het debat ook zonder schreeuwen kan worden gevoerd.
Politici die het slechte voorbeeld geven, verdienen daarop aangesproken te worden
Het is mogelijk en wenselijk om actiever op te treden tegen de vervuiling van onze maatschappelijke discussies. Om aan framing te doen – en er is niets dat niet altijd al geframed is, noch ter linker-, noch ter rechterzijde – hoeft niemand zich buiten de grenzen van het zindelijke taalgebruik te begeven. Ook Stockmans zelf had bijvoorbeeld het woord ‘weerzinwekkend’ kunnen weglaten in zijn kritiek op de N-VA-tweet, net zoals N-VA-critici doeltreffender zullen zijn als ze niet meteen naar woorden als ‘fascisme’ of ‘collaboratie’ grijpen. Politici die het slechte voorbeeld geven, verdienen daarop aangesproken te worden.
Woorden wegen door. Vanzelfsprekend hebben ‘praatgroepen’ de nazi’s niet geëlimineerd. Maar onder meer het werk van de Duits-Joodse filoloog Victor Klemperer bewijst wel hoe structureel haatdragend taalgebruik de geesten verleidt, masseert en finaal brainwasht tot onmenselijke ‘oplossingen’ plots onvermijdelijk lijken. Verzet tegen schofterigheid begint met een pleidooi voor hoffelijk taalgebruik. Decency is the new punk – ook in ons Nederlands.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier