‘De Britse epidemie is een verhaal van twee uitersten. Het is nog niet duidelijk welke versie op den duur zal zegevieren’, schrijft Lia Van Bekhoven vanuit Londen. ‘De hele situatie heeft het besluitvaardig vermogen van premier Boris Johnson er niet beter op gemaakt.’
In Londen hebben ze diep in de tunnel gekeken en het licht gezien. Na maandenlang van de ene misrekening naar de andere crisis gezwalkt te zijn, groeit de hoop dat het vaccin binnen afzienbare tijd de covidcrisis zal doven.
Deze week werden er op donderdag in Groot Brittannië 363.508 mensen ingeënt. Ze stroopten hun mouwen op in huisartsenpraktijken, congrescentra, kerken en kathedralen, waarbij de prik in tenminste een godshuis werd toegediend tijdens een orgeldeuntje van Bach. Geen land in Europa dat zo snel en succesvol het vaccin uitrolt als het VK. In de wedloop tegen het coronavirus behoren de Britten bij de kopgroep. Vijf miljoen burgers hebben inmiddels een eerste prik ontvangen, dat is 7% van de bevolking. Premier Johnsons enthousiaste vertrouwen om op 15 februari de kwetsbaarste 15 miljoen van tenminste een prik voorzien te hebben, leek bijgezet te kunnen worden in de lange rij overoptimistische Boris’ beloften, maar Londen ligt daadwerkelijk op schema dit plan te realiseren. Vooropgesteld dat de vaccins effectief blijven tegen nieuwe varianten, de bevoorrading op peil blijft en dat de ingeënte burgers tijdig de tweede prik krijgen. De gelukkigen rekenen niet op tegenslag. De pers publiceert verhalen van Britse bejaarden die, vers geinoculeerd, hun zomervakanties boeken.
De covid-pandemie in het Verenigd Koninkrijk is een verhaal van twee extremen.
De Britten waren er vroeg bij. In 2016 was overheidsgeld geïnvesteerd in onderzoek van de universiteit van Oxford naar een vaccin voor een ademhalingsstoornis. De technologie, ontwikkeld voor dat programma, werd later aangepast voor de bestrijding van Covid-19. Londen bestelde alvast honderden miljoenen doses, voor het geval dat. Het had weggegooid geld kunnen zijn, als de wetenschappers hun onderzoek niet in razendsnel tempo hadden uitgevoerd. De capaciteit om vaccins uit het laboratorium de lopende band op te krijgen werd met eenzelfde tempo uitgebreid. Terwijl sommige landen op een krappe markt concurreren om de aankoop van naalden, werden ze maanden geleden al in Engeland ingeslagen.
De vroege start was dus een reden voor het Britse succesverhaal. Een ander is een diepe zak. Net als overige ontwikkelingslanden was het VK evenmin beroerd handenvol geld tegen een vaccin aan te gooien. 300 miljard euro, 14% van het landelijk inkomen, was al ingezet in de strijd tegen het virus. Daar kwam nog eens 13 miljard bovenop voor de aanschaf, vervaardiging en toedienen van drie vaccins waaronder 100 miljoen dosis van de variant van Oxford/Astra Zeneca.
Tegenover het succes van de vaccinatie staat een ander record. Dinsdag stierven 1.800 Britten aan het virus. Het hoogste aantal sinds de pandemie begon. Nog voor het eind van de maand zal de teller 100.000 aangeven. Groot Brittannië heeft daarmee het vijfde hoogste dodental ter wereld.
Het is de gezondheidszorg aan te zien. Ziekenhuizen zijn overweldigd. Het tandvlees is belopen. 10% van ziekenhuizen hebben geen enkel leeg bed op intensive care. Urgente contrôles en kankeroperaties zijn uitgesteld. Ambulances met slachtoffers van een hartaanval of verkeersongeluk staan in rijen voor de ingangen, niet in staat patiënten uit te laden. Artsen roepen om richtlijnen wie prioriteit te geven bij het maken van leven of dood keuzes. De schade aan de mentale gezondheid van jonge Britten is reusachtig.
Het Britse covid-narratief is een verhaal van twee extremen.
Nog voor het VK eerder deze maand voor de derde keer op slot ging kampte het met de zwaarste sterftecijfers van Europa en de hevigste economische terugval. Boris Johnson gaf voor de nieuwe lockdown, waarvan hij eerder gezegd had dat die er nooit zou komen, de nieuwe en veel besmettelijker Engelse covidvariant de schuld. Het is maar het halve verhaal. De andere helft komt op naam van uitstel, aarzeling en vertraging. Bij iedere fase van de covidcrisis ging Londen twee tot vier weken later op de rem staan dan medische wetenschappers lief was. Had de Britse regering in maart de lockdown een week eerder afgekondigd, dan zou dat 10.000 doden hebben bespaard.
Johnson was niet de enige regeringsleider die in het duister tastte. Of die drastische maatregelen voor zich it schoof. Maar in Downing Street is het een patroon. Al in maart waarschuwden Johnsons adviseurs voor een verheviging van de uitbraak in de winter. In juli concludeerde de Britse Academy of Medical Sciences dat de dreiging van een wintercrisis groter kon zijn dan die van het voorjaar. In september en oktober noemden medische deskundigen de mogelijkheid van 200 sterfgevallen per dag voor de kerst. In november adviseerden ze Johnson kerstmis af te remmen en beperkingen te handhaven. De Britse premier besloot de teugels vijf dagen lang te laten vieren. Wie kon de Britten hun kerst afpakken? Het gevolg van die versoepeling ligt nu op intensive care naar adem te snakken.
Het ontbreekt Johnson van huis uit aan doortastendheid. De pandemie heeft zijn besluitvaardig vermogen er niet beter op gemaakt. De premier schippert tussen wetenschappelijk advies enerzijds en de druk de economie open te houden. Het verklaart waarom hij het land, tot drie keer toe, weken later op slot draaide dan geadviseerd. Waarom hij regionale beperkingen invoerde die volgens wetenschappers niet effectief waren. En waarom hij rond de kerstdagen de Britten hun sociale bewegingsvrijheid gedeeltelijk terug gaf, waardoor het virus uit de hand kon lopen.
De Britse epidemie is een verhaal van twee uitersten. Niet duidelijk nog is welke versie op den duur zal zegevieren. Het succes van de vaccinatiestrategie of de mislukking om het aantal de dodelijke slachtoffers te beperken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier