‘Heel wat kinderen en volwassenen met een beperking verblijven ook nu, tijdens de coronacrisis, in een opvoedingsvoorziening of ‘leefgroep’. Met vaak meervoudige handicaps zijn zij een grote risicogroep voor het coronavirus’, schrijven Mario Verhaeren en Bieke Verlinden. ‘Maar hun opvoedingsvoorzieningen hebben, in volle coronacrisis, vaak geen enkele medische ondersteuning. De opvoeders worden vergeten in de maatregelen.’
Vandaag heeft het Covid-19-spook de zorgvoorziening Oostrem overgenomen. In de verschillende nursing homes worden nog steeds 55 van de 56 bewoners opgevangen, stuk voor stuk mensen met meerdere handicaps. Dat is niet zo vreemd als je weet dat 35 van hen geen ouders meer hebben. De meesten hebben immers al een gezegende leeftijd – anders raak je sowieso niet van de wachtlijst. In ijltempo evolueerde de pedagogische setting van Oostrem dus naar een medische entiteit. Begeleiders, meestal opvoeders, kregen plots het label verpleegkundige of verzorgende opgeplakt. Iedereen, ongeacht diploma, werd ingeschakeld in de basiszorg. En elke dag is een zoektocht naar mondmaskers, spatbrillen, wegwerpschorten, zuurstof, ontsmettingsproducten. En dan heeft Oostrem nog geluk. Gezien de extreem zware doelgroep zijn er enkele verpleegkundigen in dienst, en twee huisartsen die 7 dagen op 7 beschikbaar zijn op afroep. Heel wat andere voorzieningen, met een ogenschijnlijk ‘lichtere’ doelgroep, missen in deze crisis elke medische omkadering.
Corona in de leefgroep: opvoeders zijn geen verpleegkundigen.
De woonhuizen, waar de mensen met een beperking verblijven, veranderden in kleine gesloten leefgemeenschappen met vaste begeleiders. Contaminatie wordt zo veel mogelijk uitgesloten, ieder in de eigen bubbel. Bezoek, vrijwilligers, stagiairs die nog moesten starten: ze worden allemaal geweerd. Menselijk contact wordt Facetime-contact. Het bange afwachten begint: op een allereerste besmetting, op het einde van de tunnel, op een normaler leven.
Oostrem probeert heel deze crisissituatie in goede banen te leiden. Richtlijnen worden gedistilleerd uit de vele omzendbrieven en in mensentaal omgezet. Filmpjes worden gemaakt om de begeleiders te leren hoe zij met een mondmasker moeten omgaan (dankzij de vele vrijwilligers die volleerde naai(st)ers blijken te zijn). Bevriende organisaties staan elkaar met raad en daad bij en wisselen tips uit. Personeel wordt over de voorzieningen heen ingezet. Directieoverleg is crisisoverleg geworden.
Drie verschillende vragenlijsten van drie verschillende overheidsinstanties vulde Oostrem al in om zijn nood aan materiaal kenbaar te maken. Eén levering van 900 mondmaskers arriveerde, sindsdien is het stil. De voorraad slinkt en er komen geen nieuwe leveringen meer. De begeleiders zijn terecht bang dat zij zelf drager zijn en op hun beurt bewoners kunnen besmetten. We moeten de bevoegde overheden bijna stalken met onze éne vraag: vergeet alsjeblief de opvoedingssector niet? Offer onze bewoners niet op?
Helden van de zorg?
De opvoedingssector trok al meermaals aan de alarmbel – zonder resultaat. Na heel wat onbeantwoorde mails, kreeg minister Wouter Beke de vraag in het Vlaams parlement voorgeschoteld door Ann De Martelaer (Groen). Het voorstel van de minister om voor personen die medische verzorging nodig hebben, contact te zoeken met een dienst voor thuisverpleging en aan hen en de behandelende arts instructies te vragen, helpt ons echter weinig verder.
Bescherm de opvoeders, zodat zij op hun beurt de kinderen, jongeren en volwassenen met een beperking waar zij iedere dag voor zorgen, kunnen beschermen.
Alle gezondheidsmedewerkers, van zorgkundige tot arts, zijn immers al overbelast. Het is echt geen optie om het personeel van deze leefgroepen te vervangen door of aan te vullen met medische profielen. Die staan immers al broodnodig aan het bed van patiënten die momenteel voor hun leven vechten, bieden zorg aan huis bij zware hulpbehoevenden of staan met hun afdeling in quarantaine.
De opvoedingsvoorzieningen zijn dus niets met het antwoord van de minister. Ondertussen moeten ze dag in dag uit zorgen voor kinderen, jongeren en volwassenen met vaak zware beperkingen. Zij zijn extra kwetsbaar voor het coronavirus. En de opvoeders kunnen hen niet beschermen zoals zou moeten.
Wij vragen dan ook duidelijke richtlijnen voor personeel zonder medische scholing dat nu werkt met risicogroepen. Momenteel wordt er heel erg geïmproviseerd maar dit kan niet blijven duren. Er is klaarheid nodig. Daarom een warme oproep aan de overheid: neem personen met een beperking mee in rekening, en offer hun begeleiders niet op. Test, net zoals voor het personeel van woonzorgcentra, systematisch ook de opvoeders wanneer zij symptomen vertonen. Bescherm de opvoeders, zodat zij op hun beurt de kinderen, jongeren en volwassenen met een beperking waar zij iedere dag voor zorgen, kunnen beschermen.
‘We will be heroes, just for one day’, zong David Bowie ooit. Begeleiders en bewoners tonen zich van hun best kant. Iedereen springt voor elkaar in de bres. Zorgverleners worden uitgeroepen tot helden – maar voor hoe lang?
Mario Vanhaeren (algemeen directeur Oostrem vzw) en Bieke Verlinden (schepen van zorg en welzijn in Leuven)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier