Burgemeester van het getroffen Aywaille: ‘Wij hebben de Waalse overstromingskaart altijd al bekritiseerd’
De overstromingsrisico’s in Wallonië moeten beter in kaart worden gebracht, vindt Thierry Carpentier, burgemeester van Aywaille.
Zo’n 200 keer per dag rinkelt de telefoon van Thierry Carpentier (Ensemble MR). De burgemeester van Aywaille heeft niet stilgezeten sinds de overstromingen van vorige maand, waarbij één inwoner om het leven kwam en zo’n tweeduizend huizen beschadigd raakten. Net als vele andere Waalse dorpen werd de Luikse gemeente van 12.000 inwoners compleet verrast door het water, in dit geval van de rivier de Amblève.
‘In de nacht van 14 juli heb ik niet geslapen’, zegt Carpentier. ‘Tussen 2 en 3 uur ’s nachts zag ik het water plots één meter stijgen. Ik heb daar geen verklaring voor. Toen de mensen ontwaakten, stond het water al te hoog.’ Die forse stijging zou niets te maken hebben met het – al dan niet te laat – laten leeglopen van het stuwmeer in Eupen, want dat beïnvloedt de Amblève niet. Gelukkig hadden de uitbaters van een lokale camping de mensen preventief geëvacueerd, zegt Carpentier. Was dat niet gebeurd, dat had de tol nog zwaarder kunnen zijn. Hij wil ook uitdrukkelijk de Antwerpse brandweerlui bedanken die hielpen bij de reddingswerken.
Hoe hebt u de de voorbije twee weken beleefd?
Thierry Carpentier: Ik krijg nog steeds onophoudelijk vragen om hulp en informatie. Na de ramp volgt de grote schoonmaak. We hebben al meerdere tonnen puin kunnen ruimen, maar er is nog veel werk. Ook moesten we de wegen zo snel mogelijk vrijmaken en beveiligen. We zoeken nog naar oplossingen om mensen op te vangen. Heel wat inwoners die bij familie of elders konden verblijven, beseffen nu dat ze niet naar huis kunnen terugkeren. We hebben een lokale crisiscel die noodopvang zoekt, maar veel plek is er niet.
Aywaille is in trek bij toeristen, ook bij Vlamingen. Hoelang denkt u nodig te hebben om er weer bovenop te raken?
Carpentier: We hopen dat 2022 een normaal jaar wordt, maar dat zal nog heel wat inspanningen vergen. Bijna alle campings zijn nu gesloten en de natuurlijke toeristische attracties, zoals de grotten, zijn beschadigd. Zondag hebben we de toeristische wandelwegen nog geïnspecteerd: ook daar is er aanzienlijke schade door bomen en stenen. We proberen zo veel mogelijk puin te ruimen, maar de hulpdiensten zijn overstelpt. Daarom roepen we de hulp in van privébedrijven.
Voelt u zich gesteund door de Waalse overheid?
Carpentier: We hebben al eerste hulp gehad, maar we zullen nog miljoenen euro’s nodig hebben. Ons budget bedraagt ongeveer 15 miljoen euro: we kunnen onmogelijk alle schade herstellen zonder bijkomende financiële hulp. Trouwens, ik vind het ongehoord dat wij als gemeenten de dossiers voor het Waalse rampenfonds moeten behandelen. Terwijl wij de handen meer dan vol hebben, vragen ze ons dat administratieve werk te doen. Dat zou een ander niveau toch kunnen regelen, zoals de provincie of de regionale overheid? Ik denk ook dat het waarschuwingssysteem beter moet. Als we mensen eerder hadden kunnen waarschuwen, zouden er minder slachtoffers zijn gevallen.
U hebt eerder al toegegeven dat u weleens bouwvergunningen goedkeurt in de zogenaamde rode zones van de Waalse overstromingskaart.
Carpentier: (fijntjes) Wanneer we een vergunning geven, hebben we groen licht van de regionale overheid nodig. Het is dus niet de gemeente die op eigen houtje beslist. In elk geval hebben wij in Aywaille de huidige kaart altijd al bekritiseerd. En wat blijkt? In sommige rode zones was er geen sprake van overstromingen, terwijl sommige zones die níét op de radar stonden volledig zijn ondergelopen. De kaart moet dus beter overeenstemmen met de realiteit.
Moet er geen totaalverbod komen om te bouwen in rood gebied?
Carpentier: Als de kaart goed opgemaakt is: waarom niet? Maar we moeten redelijk blijven. Het zou een catastrofe zijn als zwaargetroffen gemeenten als Pepinster of Trooz hun afgebroken huizen niet meer zouden mogen heropbouwen. Er is toch ook geen verbod om te bouwen op de dijk van Oostende of Blankenberge? We moeten eerder denken aan voorzorgsmaatregelen. In onze streek zijn alle dorpen historisch ontwikkeld in de valleien. We kunnen de vallei niet van de ene op de andere dag inruilen voor de heuvels.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier