Othman El Hammouchi

‘Be.One werd een politiek fiasco omdat slachtofferschap geen politiek project is’

Othman El Hammouchi Filosoof en opiniemaker, auteur van 'Lastige waarheden' (Polis)

Opiniemaker Othman El Hammouchi las de analyse van Dyab Abou Jahjah over de resultaten van zijn Be.One en neemt de partij kritisch onder de loep: ‘Er is gewoonweg geen appetijt bij de Vlaamse kiezer, allochtoon of niet, voor een radicaal extreemlinks programma.’

De gemeenteraadsverkiezingen zijn voor Be.One, de nieuwe partij van Dyab Abou Jahjah, uitgedraaid op het zoveelste politieke fiasco dat hij op zijn naam heeft staan.

Be.One werd een politiek fiasco omdat slachtofferschap geen politiek project is.

Zoveel geeft hij toe in een stuk op deze website, waarin hij een analyse levert van wat er is misgelopen. Daarbij heeft hij het over lokale campagnemoeilijkheden, dorpspolitiek en een gebrek aan voorbereiding. Maar hij negeert een fundamenteler probleem: er is gewoonweg geen appetijt bij de Vlaamse kiezer, allochtoon of niet, voor een radicaal extreemlinks programma.

Sociale rechtvaardigheid

Toen ik een aantal maanden geleden het programma van Be.One te lezen kreeg, ging er voortdurend één gedachte door mijn hoofd: dit is afgekeken van de Verenigde Staten (VS). Monitoring van de politie voor racisme, invoering van etnische quota, positieve discriminatie… De core business van Be.One is ontleend aan het soort radicaal cultuurmarxistisch activisme dat in de VS bekendstaat onder de noemer van social justice, sociale rechtvaardigheid.

Daarbij wordt er uitgegaan van vermeende structurele onrechtvaardigheden die in de samenleving zouden bestaan, op basis van ras, sekse, geaardheid… en wordt er gestreefd naar de ontmanteling ervan. Omdat geavanceerde liberale westerse maatschappijen dergelijke ongelijkheden, zeker in hun structurele gedaante, gelukkig vrijwel volledig uitgeroeid hebben, gaat men op zoek gaan naar steeds extravagantere en meer obscure voorbeelden van wat geldt als ‘discriminatie’. Racisme bijvoorbeeld wordt zo een soort ongrijpbare zwevende substantie die overal aanwezig is, en ingebakken zou zijn in de fundamentele structuur van de samenleving, maar ongrijpbaar blijft, en dus geen empirische onderbouwing kent.

Toch zou je dat niet merken aan de haast fanatieke en activistische vurigheid waarmee de aanhangers van deze idee haar verdedigen. Activisme is echter heel andere koek dan politiek. Dat zei ook medeoprichtster en oud-senator Meryem Kaçar, die wegens een intern conflict recentelijk de partij heeft verlaten, met zoveel woorden aan De Standaard: ‘Ik heb groot respect voor de jarenlange strijd voor gelijke rechten [van Abou Jahjah], maar met zijn vorm en stijl ben ik het niet eens. Nu zijn we een politieke partij, die mensen moet werven.’

De luidruchtige, agressieve campagnestijl die Be.One aan de dag legde – ik was geschokt te lezen dat Abou Jahjah de campagne in Antwerpen als ’te braaf’ omschrijft – werkt afschrikkend, hoewel het heel wat media-aandacht aantrekt. Er is hier gewoon geen publiek voor een project dat van slachtofferschap haar centrale bouwsteen maakt, en weinig aandacht besteedt aan de economie, huisvesting of milieu, aan de alledaagse bekommernissen van de kiezer. Zeker op lokaal niveau kan je je dat niet permitteren.

Be.One probeerde lokaal te scoren met nationale materie, een oefening die zelfs voor een gevestigde partij als de N-VA geen gemakkelijke opgave was. De allochtone kiezer geeft inderdaad om racisme, maar wil dat op een serene en verantwoordelijke manier aangepakt zien worden, niet met hysterisch geschreeuw en verheven ideologische constructies.

Concurrentie

In Antwerpen was er een alternatief op Be.One dat meer succes heeft gekend: D-SA (Democratisch-Solidair Appél, nvdr.), opgericht door Khalid Jafoufi, oud-voorzitter van de Antwerpse studentenvereniging Mahara. Waar Be.One 0,6% van de stemmen in Antwerpen kreeg, kon D-SA rekenen op 1,7%.

Afgaande op haar samenstelling betreft het hier eveneens een allochtonenpartij, maar ze zet dit feit niet bepaald fel in de verf, integendeel. En hoewel ze van de strijd tegen discriminatie een belangrijk punt in haar programma maakt, doet ze dit op dezelfde manier als de meeste partijen, en passant. Door deze minder activistische houding, en door haar bekommernis om andere thema’s (met name lokale problemen), is ze erin geslaagd een breder publiek aan te spreken dan Be.One, ondanks de meer beperkte media-aandacht die noodzakelijk gepaard gaat met een kalmere en meer gematigde positie.

Er is geen draagvlak voor de op marxisme geïnspireerde radicale gelijkheid die Be.One predikt, maar misschien wel voor een centrumpartij die de allochtone kiezer kan vertegenwoordigen.

In de Antwerpse districten Hoboken en Antwerpen wist D-SA zelfs een zetel te bemachtigen, en ze legde een eindresultaat af van meer dan 16.000 stemmen. Vergelijk dit met de magere 7000 van Be.One, en dit terwijl die partij in verschillende grote steden opkwam (Mechelen, Antwerpen, Gent). Dit betekent niet dat D-SA volledig vrij is van het linkse verleden van vele van haar leden: zo ijverde ze bijvoorbeeld voor etnische quota bij de Antwerpse politie, een positie die niet echt lijkt te rijmen met het centrumverhaal dat ze wil presenteren. Het zegt echter genoeg dat Dyab Abou Jahjah de partij wegzet als ‘centrumrechts’. Hij voegt er ook nog aan toe ‘niet in dezelfde vijver te vissen als D-SA’, wat in ideologische termen waar is. Alleen lijkt de realiteit uit te wijzen dat de gemeenschappelijke demografische bron van beide partijen een veel groter aandeel van centrumkiezers herbergt dan radicaal linkse.

Toekomst

Hoe moet het verder naar 2019 toe? Dat zou ervan afhangen of D-SA nationale ambities heeft – Be.One heeft de hare reeds aangekondigd – maar het zou mij verbazen mochten de ideologische en stilistische tegenstellingen die zich op lokaal niveau hebben gemanifesteerd zich niet in uitvergrote vorm zullen herhalen.

Er is geen draagvlak voor de op marxisme geïnspireerde radicale gelijkheid die Be.One predikt, maar misschien wel voor een centrumpartij die de allochtone kiezer kan vertegenwoordigen en hem op die manier emancipeert van de linkse vleugel waaronder hij tot dusver heeft gezeten. Zeker op vlak van religieuze vrijheid en het terugdringen van niet-liberaal extreem secularisme heeft links keer op keer teleurgesteld, en leverde onder het mom van ‘diversiteit’ een superficieel aantrekkelijke ideologische verpakking die in concreto zonder reële inhoud bleef. Wat mij betreft zou een remediëring van deze situatie meer dan welkom zijn.

Partner Content