‘We missen een goede omkadering van deze teruggekregen vrijheid om te vermijden dat de bevolking haar eigen “goesting” gaat doen’, schrijven Maarten Vansteenkiste en Omer Van den Bergh van de Werkgroep Psychologie en Corona over de recente versoepeling van de coronamaatregelen
Gedurende vele weken werd onze vrijheid beknot. We voelden ons gekooid in ons eigen kot. Gisteren bracht de Nationale Veiligheidsraad hier verandering in. Veeleer dan alles op slot te houden was de boodschap dat we onze vrijheid terugkrijgen, op voorwaarde dat we een aantal gouden regels blijven volgen. Hoewel deze evolutie toe te juichen is, missen we een goede omkadering van deze vrijheid om te vermijden dat de bevolking haar eigen “goesting” gaat doen. Een expertengroep van psychologen pleit voor het invoeren van knipperlichten, een verbindende motivatiecampagne, en een betere koppeling met contactopsporing zodat de bevolking vrijwillig verantwoordelijkheid opneemt voor het eigen gedrag.
Psychologische basisbehoeftes
Voldoende eten en drinken, het zijn fysieke basisbehoeftes die essentieel zijn voor ons fysieke overleven en groei. Daarnaast hebben we psychologische basisbehoeftes die belangrijk zijn voor onze psychologische gezondheid. Eén fundamentele behoefte is autonomie: we willen ons vrij voelen om onze mening te uiten en de dingen te doen die er voor ons echt toe doen. Onze autonomie werden in de afgelopen weken gekortwiekt, zoals blijkt uit de resultaten van de motivatiebarometer. Ook al was er begrip voor de maatregelen, toch kalfde de vrijwillige motivatie om deze na te leven in de afgelopen weken af. Terwijl in het begin van de lockdown 8 op 10 personen de maatregelen uit volle overtuiging volgde daalde dit tot slechts 1 op 2 personen op het einde van de lockdown. Het volgen van de maatregelen viel ons in toenemende mate zwaar. Ze werden een obstakel in ons doen en laten.
De aangekondigde versoepelingen zullen onze autonomie ongetwijfeld ten goede komen, en tegelijk ook onze verbondenheid met familie en vrienden. Ook deze basisbehoefte stond op een lager pitje. Dat de versoepelingen nieuwe kansen tot autonomie en verbondenheid bieden is een uitstekende zaak. Veel onderzoek toont immers aan dat ons welbevinden toeneemt en probleemgedrag minder waarschijnlijk wordt als aan deze behoeftes voldaan wordt.
Knipperlichten
Toch zijn we bezorgd. Het risico bestaat dat burgers deze versoepelingen opvatten als een vrijgeleide om ongeremd hun eigen ding te doen. Ook de ‘regel van 4’ werd bij gebrek aan duidelijkheid creatief ingevuld. Vrijheid vertaalt zich enkel in duurzame verantwoordelijkheid indien deze voldoende omkaderd is. De zes gouden regels hebben nood aan inbedding in een groter plaatje zodat de bevolking meer inzicht krijgt in de situatie en het eigen handelen.
We pleiten ervoor om een systeem van knipperlichten te installeren. Dit zijn duidelijk herkenbare symbolen of kleurencodes die de bevolking toelaten om haar gemeenschappelijk engagement op te volgen. Cruciaal hierbij is transparantie over de criteria voor meer versoepeling dan wel verstrenging van de regels. Gaat het om het aantal nieuwe ziekenhuisopnames, het aantal besmettingen of spelen andere indicatoren een rol om te schakelen naar andere fases? Vandaag zitten we bijvoorbeeld in een oranje zone, en de gunstige evolutie van de cijfers laat ons toe om te evolueren naar geel. Groen, de fase waar het virus geheel onder controle is, ligt nog in het vooruitzicht, maar rood lieten we ook achter ons. Een kleurencode laat toe om terug- en vooruit te blikken, om geleverde inspanningen te waarderen en perspectief en hoop te bieden. Dankzij een coronavoetafdruk, analoog aan een ecologische voetafdruk, kunnen mensen hun eigen risico op het instand houden en verspreiden van het virus berekenen en zelf verantwoorde keuzes maken.
Uit ons kot, maar niet te zot
Een andere belangrijke pijler in de omkadering is de noodzaak om de lopende overheidscampagne grondig op te frissen. Kennis over het virus en het gewenste gedrag is een basisvoorwaarde tot gedragsverandering, maar er is meer nodig om te zorgen dat afstand houden en handhygiëne gewoontgedrag zal worden. Het motiveren van de bevolking mag zich dan ook niet beperken tot het verstrekken van relevante kennis, maar vergt het mobilseren van media en de bevolking. Door burgers te betrekken in het zoeken van een nieuwe slogan creeër je draagvlak. Een luisteraar op Radio 2 gaf alvast een mooie aanzet: ‘Uit ons kot, niet te zot!’. Tijdens ludieke televisieprogramma’s kunnen organisaties en bedrijven mooie voorbeelden delen over hoe zij mensen stimuleren tot het volgen van de maatregelen. Dit werkt inspirerend en verbindend.
‘Social influencers’ kunnen getuigen over hoe zij de coronacrisis ervaren, hoe zij zichzelf motiveren om de maatregelen te volgen en hoe zij met verleidingen om de maatregelen te verbreken omgaan. Als burgers zich kunnen spiegelen aan deze voorbeelden van volharding en veerkracht, dan kan dit hun motivatie een boost geven. Vooral jongeren en jongvolwassen blijken vandaag kwestbaar om hun motivatie te verliezen. Extra aandacht voor deze doelgroepen is dus gewenst.
Motiverende contactopspoorders
Ten slotte valt het slagen of falen van deze toegenomen vrijheid met de bereidheid van de bevolking om ‘gevoelige’ informatie met contactopspoorders te delen. Versoepelingen en contactopsoring zijn met elkaar verweven. Sommige burgers vinden vandaag ongetwijfeld dat contactopspoorders bemoeizuchtig zijn. Het voorbeeld bij uitstek van een paternalistische overheid, die hun vrije levensstijl aan banden legt. Daarom bijten burgers tweemaal op hun tong. Ze onthullen niet alle informatie omdat ze zich bedreigd voelen in hun autonomie.
Om vrijwillige onthulling van persoonlijke informatie te stimuleren zijn verschillende zaken essentieel. Ten eerste dient de essentiële rol van contactopsporing verder benadrukt te worden. Door concrete, herkenbare en grafisch geïllustreerde praktijkvoorbeelden kan dit voor de bevolking begrijpelijker gemaakt worden. Ten tweede kunnen obstakels voor vrijwillige zelfonthulling worden weggenomen. Gecontacteerde personen kunnen bijvoorbeeld getuigen over hun ervaringen. Wel vaker overschatten we het vervelend karakter van dergelijke zaken en zo’n getuigenissen brengen de zaken terug tot hun ware proportie. De openhartigheid van burgers is ten slotte afhankelijk van de vraag of contactopspoorders op een motiverende wijze praten met mensen dan wel als een detective proberen om de pieren uit de neus van burgers te halen. Het is dan ook goed om te weten dat medewerkers in call centers vandaag hiervoor psychologisch worden opgeleid. Hun motiverende aanpak kan burgers stimuleren tot duurzaam engagement, iets wat cruciaal is om deze ongeziene crisis te bezweren.
Maarten Vansteenkiste en Omer Van den Bergh scrhijven dit opiniestuk in naam van de werkgroep ‘Psychologie en Corona’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier