1885: ‘Overal openbaar vervoer, overal ruimtelijke verrommeling’
De tram was een zegen voor de economie: haast de klok rond werden steden en fabrieken bereikbaar vanuit iedere wijk en uithoek. Maar de invoering ervan draaide uit op een ramp voor onze ruimtelijke ordening.
De alternatieve canon: terwijl de regering-Jambon een Vlaamse canon voorbereidt, kijkt Knack weg van de alom bekende ankerpunten. Welke feiten en gebeurtenissen zijn onbekend maar onontbeerlijk voor wie de geschiedenis van Vlaanderen écht wil kennen?
Voorgesteld door: Tobit Vandamme
Waarom? Doordat de Vlaming overal tram of bus kan nemen, hoeft hij niet te verhuizen om naar zijn werk te gaan. Hij blijft wonen in zijn dorp, zijn uithoek.
In 1884-’85 richtte de Belgische staat de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (NMVB) op. De NMVB moest tramlijnen aanleggen in streken die niet door de klassieke spoorlijnen werden ontsloten. Later werd veel trams vervangen door bussen. Zo is de NMVB de rechtstreekse voorloper van de huidige regionale vervoersmaatschappijen De Lijn, de MIVB en de TEC. Tobit Vandamme: ‘Het grote belang van de stichting van de NMVB ligt niet alleen in het openbaar vervoer. De beslissing bevat ook de kiem van onze huidige ruimtelijke ordening. Historici zoals Greet De Block hebben aangetoond dat de geschiedenis van de Vlaamse ruimtelijke (wan)ordening niet met de komst van de auto begint, na de Tweede Wereldoorlog, zoals vaak wordt beweerd. De verstedelijking van het platteland heeft haar wortels in de negentiende eeuw. Het mobiliteits- en huisvestingsbeleid van zowel liberale als katholieke regeringen werkte de vandaag fel bekritiseerde verspreide bebouwing bewust in de hand.’
De verstedelijking van het platteland heeft haar wortels in de negentiende eeuw.
Via de NMVB bouwde de Belgische overheid een fijnmazig netwerk van kleine buurtspoorlijnen uit. Ze wilde het platteland ontwikkelen en in de nationale economie integreren. Die gesubsidieerde vorm van mobiliteit paste ook in de bredere politiek om de plattelandsvlucht in te perken. Goedkope abonnementen moedigden arbeiders die in de fabrieken wilden gaan werken aan om de boerentram te nemen in plaats van naar de stad te verhuizen. Vandamme: ‘Zo zouden ze niet ten prooi vallen aan stedelijke kwalen, zoals slechte huisvesting en hygiëne, zedelijk verval en verwerpelijk socialistisch gedachtegoed. Op het platteland vertoefden ze tenminste nog onder het toeziende oog van “meneer pastoor”. De werkgevers waren ook tevreden. Door de extra arbeidskrachten uit het hinterland konden ze uit een groter reservoir rekruteren en zo de lonen laag houden.’
Het gevolg was dat België tegen de Eerste Wereldoorlog een van de dichtste spoorwegnetwerken ter wereld had. De NMVB alleen al baatte toen ongeveer 4000 kilometer tramspoor uit, waarvan het grootste deel ten noorden van Samber en Maas lag. In Vlaanderen is alleen de kusttram nog een overblijfsel van dat netwerk, de meeste andere lijnen zijn vervangen door bussen. De buurttrams hebben het landschap wel mee gevormd: over veel van onze fietspaden reed vroeger een stoomtram.
Vandamme: ‘Die subsidiepolitiek had dus structurele gevolgen voor mobiliteit en ruimtelijke ordening, net zoals de bedrijfsauto’s vandaag. Arbeiders legden grote afstanden af tussen hun woon- en werkplek. Een traject van vijftig tot honderd kilometer was geen uitzondering. Dat kon alleen doordat ook elke plattelandsbewoner een halte dicht bij huis moest hebben. Vergelijk het met het paars-groene concept “basismobiliteit” of de “basisbereikbaarheid” van vandaag. Dat alles toont aan dat de overheid Vlaanderen al sinds de negentiende eeuw heeft omgevormd tot één grote nevelstad, bevolkt door pendelaars.’
Tobit Vandamme is doctor in de geschiedenis (UGent).
De alternatieve canon
- Waarom ‘de Romeinse tijd’ in onze streken niet met Caesar begon
- Zo werd het graafschap Vlaanderen gesticht
- Waarom zelfs een schilder als Jan van Eyck ooit Brugge is moeten ontvluchten
- Ook Brussel, Brugge, Gent en Antwerpen waren ooit protestantse stadsrepublieken
- Na de val van Utrecht (1672): ‘Bijna spraken we allemaal Frans van Halle tot Groningen’
- De aardappelcrisis: ‘Vroeger waren ook Vlamingen economische migranten’
- Kindermisbruik door priesters was een wijdverbreid fenomeen in negentiende-eeuws Vlaanderen
- ‘Vlaming meester in eigen huis’: hoe Gaston Eyskens de aanzet gaf tot federalisme
- Hoe één CVP-politicus verantwoordelijk is voor de wildgroei van lintbebouwing in Vlaanderen
- De Vlaamse ambities tijdens de kolonisatie in Centraal-Afrika: ‘Hier spreekt men Nederlands’
- Historische canon? ‘Vlaanderen is bovenal een kruispunt van invloeden uit vier windrichtingen’
- Koen Aerts (UGent): ‘Een canon is misbruik van de geschiedenis in het kwadraat’
- Uitdagingen klimaatopwarming niet nieuw: grote stormvloed veranderde onze kuststreek in 1134
- De loonkloof tussen man en vrouw wordt al sinds 1926 bestreden
- Dracula inspireerde Belgische medici en beleidsmakers in 1897 voor aanpak outsiders
- Vrouwelijke kunstenaars in 16e eeuw: Levina Teerlinc maakte furore als hofschilder bij de Tudors
- Adolf Daens: een priester maar geen heilige
- De fiscale politiek van de hertog van Alva: wie meer had droeg meer bij
- Met invoering van identiteitskaart in 1919 eindigt beleid van ‘open grenzen’ definitief
- Van collaborateur tot CVP-politicus: de intrede van Victor Leemans in de Senaat
- Hoe een marginaal Kempisch groepje Franken in de vijfde eeuw Gallië veroverde
- In de 17e eeuw zagen Vlamingen de hele wereld als hun eigen land
- 1885: ‘Overal openbaar vervoer, overal ruimtelijke verrommeling’
- Doden bij Oostendse vissersopstand in 1887: de vergeten strijd voor algemeen enkelvoudig stemrecht
- Ook plattelands verzet in middeleeuwen: ‘Er kwam een alternatief maatschappijmodel in de Kempen’
- Ongeziene algemene staking in 1936: ‘Eerst een moord, dan sociaal overleg’
- De Excellente Cronike van Vlaenderen: een middeleeuwse poging tot historische canon
- 1945: De Waalse krijgsgevangenen kwamen pas vijf jaar na de Vlaamse vrij
Knacks alternatieve canon
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier